Keroppi op eerstejaars kamp
Ongeveer 2 weken nadat we vol verwondering ons eerste hoorcollege hadden aangehoord gingen we op eerstejaars kamp. Met de bedoeling om je medestudenten beter te leren kennen, maar waren ze nou echt zo naïef om te denken dat we de daaraan voorafgaande 2 weken nog geen vriendjes hadden gemaakt?
Maar goed, kampen zijn altijd leuk, en om eerlijk te zijn... het gebeurde nog dagelijks dat ik mensen tegenkwam in het gebouw en dacht: "Joh, ben jij ook een eerstejaars dan?"
Na een vreselijk vermoeiende week (5x om 6 uur mijn warme bedje uit) sleepte ik op vrijdagochtend mijn tas richting het perron.
Terwijl ik mijn weekendtas met wieltjes (een standbeeld voor de man die dat ding heeft uitgevonden!) richting mijn trein rolde, zag ik al dat het best een opgave zou gaan worden om mezelf in een overvolle spitstrein te proppen. En om datzelfde MET enorme weekendtas te moeten doen, leek bijna onmogelijk.
Toch lukte het mij en op Rotterdam CS rolde ik vol goede moed naar de volgende trein. Maar in intercity's verwachten je medereizigers dat je niet een halve bank bezet met je weekendtas maar dat je die netjes in de daarvoor bestemde bagagerekken dumpt.
Ik slikte nogmaals en greep met een bang voorgevoel mijn tas stevig vast. Vervolgens tilde ik 'm hoog op en probeerde het enorme gevaarte ergens boven mijn hoofd in het bagagerek te stoppen.
Of het nou kwam omdat boven mijn hoofd tillen niet mijn sterkste punt is, of omdat dat kreng gewoon onhandig groot (en zwaar) was of omdat mijn motoriek gewoon te wensen overliet... feit was dat de zwaartekracht van mijn spierkracht won en de tas weer naar beneden keilde.
In mijn gezicht.
Ik zag een medereiziger een gegrinnik onderdrukken en vervolgens met een mengeling van medelijden en meewarigheid vragen: "Gaat het?"
"Nee." was mijn antwoord, geheel naar waarheid.
Ik gaf de moed maar op en dumpte mijn tas lekker wel op de bank, als iemand daar wilde gaan zitten dan gooien ze zelf die tas daar maar boven in dat vervloekte bagagerek!
Maar niemand durfde na een blik op mijn dreigende gezicht maar ook de plek op te eisen. En zo gebeurde het dat ik redelijk gemakkelijk de bus naderde.
De andere diergeneeskunde studenten waren gemakkelijk te herkennen aan hun tassen en weer dacht ik: "Joh, hoort dat meisje dan ook bij ons?"
Na nog wat colleges gevolgd te hebben was het dan eindelijk tijd om naar buiten te gaan en op de bus te wachten. En wat zou een 'schoolreisje' nou zijn zonder vertraagde bus? Dus de bus kwam geheel naar verwachting te laat.
In de bus werden we eerst zoet gehouden met de mini-almanak. Een boekje met daarin alle foto's van de eerstejaars + leeftijd, naam en telefoonnummer.
Met grote aandacht werden de pagina's keer op keer doorgespit. Op zoek naar de oudste, de jongste, de mooiste en de lelijkste en wat je allemaal nog niet meer kan verzinnen.
Toen reed de bus (nouja, we waren met 4 touringcars) het terrein van het park op en alsof we een stel brugklassers op een uitje naar de Efteling waren stormde we de bus uit om een plekje in een stapelbed veilig te stellen.
Snel was dat gebeurd en kregen we een allemaal een heus 'eerstejaars' T-shirt aangereikt. Verplicht om te dragen (en wel zo makkelijk, want dat je vies zou kunnen worden was wel een feit). Jammer alleen dat wanneer iedereen hetzelfde T-shirt draagt het nog moeilijker is om al die blonde meisjes uit elkaar te houden.
Ingedeeld in groepjes begonnen de spelletjes. Flauwe spelletjes, dat spreekt voor zich… denk aan 'kaartje kussen', je zuigt een kaartje tegen je lippen aan en moet dat kaartje zonder je handen te gebruiken de hele kring doorkrijgen. Dus welke illusie krijg je wanneer de ene persoon het kaartje naar de ander wil overgeven? Precies! Net of je elkaar zoent (in principe doe je dat ook, alleen gescheiden door een millimeter papier.
Met 75% vrouw was dit voor de jongens in het gezelschap een favoriet spelletje. Maar ook klassiekers als beschuitfluiten, ezeltje prik en spekkieproppen waren hilarisch.
Eigenlijk moet ik geen moeite gaan doen om het weekend na te vertellen, want het klinkt in de oren van een buitenstaander alleen maar bijzonder flauw.
Maar ja het enige wat ik kan doen is jullie met mijn hand op mijn hart verzekeren dat het reuze gezellig is om met zo'n 170 man om een kampvuur liedjes te brullen (de term zingen wil ik niet in dit verband gebruiken). Of een dag lang spelletjes doen waarbij het voornaamste doel van de organisatoren was om ons vies en vooral nat te laten worden. En elkaar collectief in het water gooien (er waren mensen die met 5 man richting het meertje gesleept moesten worden) is echt, echt, ECHT heel grappig.
Voor de mensen die nu een wenkbrauw optrekken en denken:"oei zijn dit nou de mensen die over een jaar of 6 mijn kat moeten beter maken?" kunnen nu contact opnemen met de pedagogiek studentes die ook op het park verbleven.
Met een lichte afschuw keken ze naar ons, en wij keken met lichte spot terug. Want hee wat is nou leuker? Sjoelen met perziken op een tafel bekleed met vla (met als poortjes de monden van wat medestudentjes) of een pedagogisch verantwoorde speurtocht doen waarbij je moet touwtjespringen.
De lusteloze gezichtjes van de Leidse pedagogiek meisjes maakte ons toch wel duidelijk dat we qua eerstejaarskamp al de juiste studie hadden gekozen.
Na een vermoeiende vrijdag, zaterdag en zondagochtend werd het tijd om weer in de bus geladen te worden (en zoals we van mijlenver al zagen aankomen... de bus was te laat). En na een treinreis die allesbehalve voorspoedig verliep, kwam ik dan eindelijk thuis... en wandelde maar direct door naar de douche.