Biatlonlegende Bø neemt afscheid, maar Lægreid pakt eerste eindzege in World Cup
Ook voor de mannelijke biatleten zit het World Cup-seizoen er nu toch echt op. Na het WK in Lenzerheide stonden er nog wedstrijden op het programma in Nove Mesto (Tsjechië), Pokljuka (Slovenië) en afgelopen weekeinde tot slot de seizoensfinale in het Noorse Oslo. Daar werd gestreden om de eindzege in de World Cup, maar het stond ook in het teken van het afscheid van twee grootheden.
Nove Mesto
Voor het wereldkampioenschap was de leiding in de World Cup in handen van Sturla Holm Lægreid, met zijn Noorse landgenoot en de na dit seizoen afscheid nemende legende Johannes Thingnes Bø als enige serieuze concurrent.
Die nam de leiding over bij de World Cup in Nove Mesto in Tsjechië: Bø werd daar derde op de sprint en de achtervolging, Lægreid kende in het uiterst warme Nove Mesto een matig weekeinde met een veertiende en vijfde plek. Emilien Jacquelin uit Frankrijk kende weer eens een uitschieter en won de sprint, voor de Italiaan Tommaso Giacomel, terwijl Sebastian Samuelsson uit Zweden de achtervolging won - Giacomel werd daar opnieuw tweede. De estafette in Nove Mesto werd een prooi voor de dominante Fransen Emilien Claude, Oscar Lombardot, Fabien Claude en Quentin Fillon Maillet, voor Noorwegen en het verrassende Oekraïne.
Pokljuka
Op de Sloveense Pokljuka was het feest in de individuele wedstrijd: de 38-jarige veteraan Jakov Fak won voor eigen publiek, zijn negende overwinning en zijn eerste in maar liefst tien jaar. Lægreid werd er tweede, voor de Zweed Martin Ponsiluoma, terwijl Bø het moest doen met plek tien, waardoor Lægreid de leiding in de World Cup weer pakte. Die voorsprong werd bijna onoverbrugbaar op de massastart: Lægreid werd derde, Bø was niet fit en liet de wedstrijd aan zich voorbij gaan. Eric Perrot uit Frankrijk pakte er de winst, voor landgenoot Fillon Maillet.
Pokljuka kende ook een single mixed-estafette, waarbij Zwitserland dankzij Aita Gasparin en Nikolas Hartweg een verrassende zege pakte, voor Johanna Skottheim en Jesper Nelin uit Zweden en Suvi Minkkinen met Tero Seppala namens Finland. De reguliere gemengde estafette werd een prooi voor Zweden met Anna-Karin Heijdenberg, Hanna Öberg, Martin Ponsiluoma en Sebastian Samuelsson, voor Frankrijk en Noorwegen.
Oslo
Zo trok men naar de Holmenkollen bij Oslo, waar Lægreid zijn World Cup-titel binnen wilde halen, terwijl Bø er afscheid nam. Dat begon goed: Bø won de sprint, maar Lægreid noteerde de tweede tijd en beperkte de schade dus perfect, met ook nog landgenoten Johannes Dale-Skjevdal, Isak Frey én Vebjørn Sørum in de top-5. Op de achtervolging moest Bø punten goed gaan maken, maar met drie missers bij het schieten lukte dat niet: hij werd tweede, Lægreid bleef volledig foutloos en trok de overwinning binnen, waarmee zijn eerste eindzege in de World Cup een feit was - Fillon Maillet werd nog derde.
De afsluitende massastart werd een fantastische wedstrijd, waarin Samuelsson de beste was. Perrot werkte zich naar plek twee, de Noorse wereldkampioen Endre Strømsheim won een heroïsch duel om de derde plek van Lægreid, terwijl Bø in zijn allerlaatste wedstrijd met vier missers als zevende over de meet bolde - broer Tarjei werd 23e en sloot eveneens zijn carrière af, waarin hij in 2010/11 de eindzege in de World Cup pakte en de afgelopen acht jaar steevast dik in de top-10 eindigde.
Afscheid
Zo kwam er voor de gebroeders Bø een einde aan een immense carrière. Tarjei won individueel twee wereldtitels, pakte er tien als lid van estafetteploegen en won met zulke ploegen ook drie keer olympisch goud. In december 2010 pakte hij zijn eerste individuele World Cup-zege, dit seizoen kwamen daar nog nummers veertien en vijftien bij, naast dus een eindzege in de World Cup in 2010/11 en 44 overwinningen met Noorse estafetteteams.
De loopbaan van jongere broer Johannes is nog wel een stukje imposanter, zoals drie keer olympisch goud en twee met estafetteploegen. Individueel won hij twaalf wereldtitels, waarvan dit jaar nog eens drie, en pakte hij er elf in estafettes. In de eindstand van de World Cup was hij vijf keer de beste, individueel won hij maar liefst 91 World Cup-wedstrijden en stond hij 143 keer op het podium, meer dan de helft van zijn starts. Daar kwamen dan ook nog eens 43 estafettezeges bij.