The Right Rabbit
Ik ben grijs en bruin en te groot om binnen mijn natuurlijk aangegeven dimensies te passen en al zeiden mijn bazen van niet, ik ben op de wereld gekomen om als maaltijd te dienen en een lekker warme binnenvoering van lederen jassen te worden. Twee van mijn achterachterachterneven hangen nog altijd ergens aan de kapstok. Maar pas op, we belanden niet allemaal in de soep, sommigen mogen net zoals ik meevliegen in een ruimteschip naar de toekomst.
Ik ben die meereizende Vlaamse reuzin, die binnenkort vertrekt, ik heb een manke pootje, niet zo erg, ik ben van de zetel gesprongen en mijn teen omgedraaid, maar ik heb de vleesfabriek overleefd en ik heb twee ramen, een grote en een kleintje waar ik samen met mijn baasje heel de wereld door kan zien, raar toch?
Ik ben pas echt op de wereld gekomen toen ik zwarte en witte draden ontdekte, van de rode bleef ik af want die zag ik niet goed hangen en ik moet altijd snel zijn, want als ik in kabels bijt wordt baasje kwaad. Het was een witte draad en ik beet erin toen er een luide plof volgde en een witte flits, het werd donker en de radio stopte.
Mijn mama vertelde ons dat we pas konijn zijn geworden toen de wolven honden werden om de apen rond het kampvuur te helpen. Die apen aten namelijk geen gras en kruiden zoals wij, deze apen moesten alles doodmaken en roosteren boven hun kampvuur, wij liepen ver weg van het gele gevaar en als we verbrand vlees roken, kropen we diep onder de grond. We zijn lang ongezien gebleven, maar toen het grote vlees opwas, moesten de apen bessen zoeken en zij die nog goede ogen hadden hebben ons toen gezien, vanaf dan stonden wij ook op het menu van de wilde apen en werden we allemaal konijn.
Ik woonde samen met wel negentien broers en zussen. Ik liep op een halve meter hooi en mijn pootjes zagen geel van onze gezamelijke pis. Alleen mijn mama mocht bij mij zijn, want mijn papa was te wild zeiden mijn bazen. Het was leuk, vooral 's nachts wanneer we allemaal samen sliepen en warm tegen elkaar aan lagen, enkel dat mis ik en soms de geur van mijn nest, dan lig ik gewoon op mijn eigen pis in een grote bak vol hennepgruis.
Ik ben namelijk terechtgekomen in een mirakel. De dag dat drie mensen tezamen in ons kot kwamen werd ik er namelijk uitgepikt, samen met mijn broer van een andere papa. maar die is ondertussen al in de hemel zei mijn baasje, maar waar dat is, dat weet ik niet.