Dodelijke date 33

Hier lees je de vorige delen...

De paspoorten van Kate en Deborah gaven inderdaad aan dat ze achttien en negentien waren. Ik ging hen onderzoeken. Kate ging eerst liggen op het bed met de beugels om de benen goed te spreiden.
‘Ben je seksueel actief geweest?’ vroeg ik in het Engels. Ze gaf aan dat dit zo was. Toch onderzocht ik haar op eventuele aandoeningen in en aan haar vagina. Ze was inderdaad geen maagd meer. Ook Deborah was geen maagd meer. Ik vertelde hun van mijn pilot en de functie ervan. Dat de soms zeer jonge meisjes minder getraumatiseerd zouden worden wanneer ik ze kon ‘inleiden’ in wat ze uiteindelijk te wachten stond. Ze luisterden alle twee aandachtig.
‘En wat doe jij hier dan?’ vroeg Deborah. Ik vond het een vreemde vraag en besloot nog niet alles te vertellen.
‘Ik ben hier de arts die alle meisjes onderzoekt en sommigen van hen begeleidt in een pilot.’
‘O, dus je hoort ook bij hen?’ vroeg Kate. Ik vond het een beetje op een ondervraging gaan lijken.
‘Dat heb je mij nog niet horen zeggen. Ik denk dat jullie het wel aankunnen. De pilot is voor jonge vrouwen, meisjes vaak, die dat niet kunnen.’
‘Waarom denk je dat wij dit aankunnen? Wij zijn ook van de straat geplukt. Misschien laten we het niet zo merken, maar we zijn ook best getraumatiseerd’, zei Kate.
‘Nee de veiligheid van de vrouwen die het echt nodig hebben, is voor mij erg belangrijk. Van jullie krijg ik geen hoogte.’
‘Geen hoogte? Wij zijn verdomme ontvoerd! Hoeveel hoogte moet je daarvan hebben?’ schreeuwde Kate bijna. Ik liep naar Kate toe in het besef dat mijn ruimte inmiddels ook al vol zou kunnen zitten met afluisterapparatuur.

‘Wie zegt mij dat jullie niet een stel Amerikaanse undercovers zijn?’ siste ik in haar oor.
‘Jezus mens, doe eens even normaal!’ schreeuwde Kate nu. En hier maakte ze een cruciale fout naar mij. Ik was kwaad.
‘Oké, jullie kunnen wat mij betreft getest worden.’
Ik was klaar met deze twee onduidelijke vrouwen. Ik drukte op de knop onder mijn bureau. Een paar minuten later kwamen er twee mannen binnen die Deborah en Kate meenamen.
‘Klotewijf!’ schreeuwde Deborah. ‘Je weet niet wat je ons aandoet. Je moet ons helpen!’
‘Op basis van wat?’ riep ik nu hard, recht in haar gezicht. ‘Ik heb jullie alles uitgelegd. Jullie zijn geen maagd en volgens mij zullen jullie niet echt getraumatiseerd worden.’
‘O, en nu ben je al een dokter ook?’ zei Kate, terwijl de mannen nu aan hun schouders begonnen te trekken. Ik liep naar hen toe.
‘En wat maakt nu dat jij denkt dat ik dat niet ben? Wat weet jij allemaal van mij dan?’

‘Je zult gestraft worden’, schreeuwde Kate, inmiddels door de mannen de gang op gesleurd. ‘Ik heb hier verdomme geen tijd om spelletjes te spelen, domme wijven!’ schreeuwde ik mijn hoofd. Ik probeerde het in mijn kop te relativeren. Veronderstel dat ze gewone meisjes waren die totaal onschuldig opgepakt waren door de bende van Jochem? Maar ze pasten gewoon niet in de pilot. En als ze undercover waren, dan hadden ze dat moeten zeggen. Maar ik begreep direct dat ze mij ook niet hoefden te vertrouwen. Zou ik het gedaan hebben als ik undercover zou zijn? Denk het wel, als ik zou weten wat er daarna met mij zou gebeuren. Ik weet het wel zeker. Undercover of niet, ik zou mij voor een paar duizend dollar per maand niet door een handjevol onbekenden laten neuken. Ik had het ook hardop kunnen vragen of ze undercover waren en daarmee de aandacht van de beveiliging kunnen trekken wanneer er afluisterapparatuur zou zijn.

Ik kreeg nog vier meisjes die ik moest onderzoeken. Onschuldige meisjes die helaas niet in de pilot pasten. Ik zou ze allemaal wel mee willen laten draaien in de pilot, maar Jochem zou direct doorhebben dat het doorgestoken kaart was van mijn kant.

Ik zat nog wat op te zoeken op de computer. Iets over geslachtsziektes. Ze hadden een pc in mijn kamer gezet en er direct bij gemeld dat deze gemonitord werd. Dus ik zocht alleen zaken die voor mij verdedigbaar waren. Na een paar uur werd mijn deur hardhandig opengesmeten. Een beveiliger legde een gewonde vrouw op bed en liep direct de kamer uit. Er kwam een zacht gekreun uit het bebloede gezicht. Ze had gevochten, ik zag huid onder haar lange nagels. Haar kleren zaten onder het bloed.
‘Kate?’ vroeg ik. Ze draaide haar hoofd langzaam naar mij.
‘Ja, ze hebben ons met vier man verkracht. Heb je nu je zin?’
‘Laat mij je wonden verzorgen.’
‘Laat mij hier nu gewoon sterven, ja?’
‘Is dat wat je wilt? Hier sterven dagelijks mensen. Je zult niet opvallen.’
‘Wat ben jij voor een harde bitch?’
Ik ging met mijn gezicht naar haar oor en fluisterde in haar oor:
‘Een bitch die zelf ontvoerd is en hier ook vastgehouden wordt, net als jij, stomme koe.’ Ik zag een glimlach in haar gebroken en bebloede gezicht. Ze bewoog met haar hoofd naar mijn oor.
‘Dus toch? Jij hoort hier niet. Jij bent niet een van hen’, zei Kate met haar pijnlijke en gezwollen lippen.
‘Had mijn vraag nu gewoon eerlijk beantwoord en je was nu ongeschonden geweest, trut.’
‘Waarom zou ik jou vertrouwen?’
‘Waarom niet, als je weet wat je te wachten staat? Waar leiden ze jullie op in godsnaam?’
‘Wij, opgeleid?’ Het was een raar gezicht dat onze hoofden iedere keer weer de oren opzochten.
‘Laten we buiten wat gaan wandelen. Ik weet een plek op het dak waar we ongestoord kunnen praten. Dat doe ik wel meer met meisjes onder het mom dat ze frisse lucht nodig hebben’, zei ik in haar oor.
‘Ik heb gewoon zuurstof nodig, het is verstikkend hier’, zei Kate hardop.
‘Oké, ik weet wel een plek. We pakken je goed in’, zei ik en we liepen naar het plekje op het dak waar ik weleens rookte of gewoon tot mijn zinnen wilde komen. Een plek waar ik mij alleen waande. Een plek ook waar de beveiliging niet op tilt sloeg omdat het deuralarm afging. Dat was een paar keer gebeurd, maar nu wisten ze wel dat ik het was. Je kon onmogelijk vluchten via dat stukje dak.

Op het plateau.

‘Denk je nu werkelijk dat ik niet weet wat jullie zijn? Dat dit, deze brute verkrachtingen helemaal niet nodig waren geweest?’ Kate zei niets meer, ze begon zacht te huilen. Ik omhelsde haar en legde mijn gezicht in haar nek
‘Waarom? Waarom verkrachten?’ riep ze weer met een harde stem.
‘Testen wie of wat je bent. Kijken hoe ver ze kunnen gaan voordat je breekt. Nu zullen ze jullie straks gaan indelen. Waar gaan jullie naartoe? Naar welke bunker, naar welk bordeel? Ik weet het niet. Maar zijn jullie nu undercover of niet?’ Vroeg ik terwijl ik haar recht in de ogen aankeek.
‘Ja, dat zijn we. Maar we zijn verdomme nog in opleiding. Deborah is vijfentwintig en ik ben vierentwintig. Jezus Christus, dat ik nu al moet toegeven wie ik ben en wat ik hier doe.’
Kate keek verwilderd om zich heen of ze niet op een of andere manier bespied werd. Ik legde mijn wijsvinger over mijn lippen. Haar stem was te luid. Zelfs hier op het kleine plateau. Mijn gezicht bleef dicht bij dat van haar. Ik maakte haar gezicht zorgvuldig schoon met meegebracht verband dat ik eerst in wat warm water had gedept in mijn kamer, en fluisterde tegen haar.
‘Nog zo mooi, nog zo puur en dan al spion. Jullie weten niet waar jullie je mee ingelaten hebben. Dit is geen James Bond-film waar je als figurant je ding mag doen. Jochem van Wensen is de hardste mens die ik ken. Hij zal jullie doden in een vingerknip en zonder gehinderd te worden door een geweten. Wat was in godsnaam jullie plan?’
‘Het is nog steeds ons plan te infiltreren in zijn organisatie.’
‘Gaat de Amerikaanse regering zich er nu ook al mee bemoeien? Boeiend, het heeft hier in ieder geval niet veel met drugs te maken, alleen vrouwenhandel.’
‘Kan ik jou wel vertrouwen? Jij lijkt hier geen slachtoffer.’
‘Klopt. Ik neuk de grootste baas ook nog. Wat wil je nog meer weten?’
‘Jezus, ik heb wel van jou gehoord, maar ze zeiden erbij dat je een zachtmoedige vrouw was’
‘Zachtmoedig? Veronderstel dat jij hier maanden vast zou zitten en door Jan en alleman geneukt werd. Je zaak in Holland wordt gestolen. Je bankrekeningen worden geplunderd. Kortom: je leven wordt afgenomen. Je vrienden, je kinderen, alles! Zachtmoedig? Dat was ik ja, naïef ook vooral. Nu ben ik in staat iedereen een afschuwelijke dood te bezorgen die mij dit heeft aangedaan. Afschuwelijk en vooral langzaam. En dat gaat ook gebeuren, mark my words. Ik ga ze laten lijden zoals ik geleden heb. Ik ken ze allemaal.’

‘Oké, gebrek aan empathie van mijn kant, sorry’, zei Kate zacht.
‘Het is je vergeven. Wat is jullie plan?’
‘Ik ga je eerst uitleggen wie. Je vriendinnen, met name Merel en Carla, zijn hier erg bij betrokken. Ze hebben een private detective ingehuurd, die dat niet helemaal was.’
‘Wat bedoel je?’
‘Hij is ook mijn opdrachtgever. Hij had twee filosofieën. Een: infiltratie via lijfwachten of ander personeel. En twee: via vrouwen. En dat is het dus geworden.’
‘Wie is het? Hoe ziet hij eruit?’
‘Waarom zou je dat willen weten?’
‘Lieverd, mocht ik hem tegenkomen dan weet ik hoe ik die komende minuten, uren het spel moet spelen en wellicht zijn ass kan beschermen.’
‘Maar dat kan ook andersom werken. Als die Jochem zo slim is als ze zeggen, en jij ook, dan is het misschien beter zijn identiteit niet te kennen.’ Dit antwoord gaf mij vertrouwen dat het niet twee gewone meiden waren die op ‘spionnenavontuur’ waren.
‘Misschien heb je gelijk maar toch wil ik het weten’, zei ik.
‘Ik weet alleen dat hij Harm heet. Een grote, blonde man met priemende blauwe ogen van achter in de dertig.’
‘Oké, dank je. Begrijp goed dat dit mijn leven kan redden maar ook het zijne of dat van jullie. Ik neem aan dat jullie willen infiltreren om zijn organisatie bloot te leggen?’
‘Nee, eigenlijk niet. Eigenlijk zijn wij hier om in beeld te brengen hoe het hier nu eigenlijk allemaal in zijn werk gaat. En dat allemaal om van binnenuit jou vrij te krijgen.’
‘Het is geen slimmerd hè, die Harm van jullie. Denkt hij nu werkelijk dat hij mij vrij krijgt en dat daarna niemand er iets van zal merken? Die Harm van jullie kan alleen Jochems organisatie een flinke klap toebrengen en daarna mij bevrijden. Alleen mij bevrijden zal ervoor zorgen dat alles wat ik nog liefheb op deze wereld binnen een paar dagen vermoord zal worden. Nee, ik heb een ander plan.’

‘Een ander plan?’
‘Ja. Als ik op eigen houtje ga, voorbereid, met een auto die ik van Jochem leen, daarmee naar de grote weg rijdt en vol gas naar de grens rijdt. Hij zal denken dat ik dit alleen doe en hij zal alleen mij zoeken.’
‘Waarom zou hij dat denken? Bekend is dat hij verschrikkelijk paranoïde is.’
‘Dat klopt. Maar iedereen zal mij signaleren in die auto. Het zal een verschrikkelijk kat-en-muisspel worden tot aan de snelweg. Daar zal de politie hem opwachten omdat hij deze gasten niet heeft omgekocht. Maar in de binnenlanden tot aan de snelweg zal het erop of eronder zijn. Hij zal het als een spel zien. Een hij weet dat ik mijn kop zal dichthouden anders vermoordt hij iedereen die ik liefheb. Maar bedenk je eens dat hij weet dat er in zijn organisatie geïnfiltreerd is? Bedenk dat nou eens? Hij is paranoïde, hè. Maar bedenk nu eens dat ik het helemaal alleen doe. Begrijp de psychologie erachter, Kate. Het zal om mij gaan en niet om iedereen die hem zijn organisatie wil afnemen. Jullie plan is een slecht plan. Ga weg nu je nog kunt, ik kan je hierbij helpen. Ga weg en kom niet meer terug. Vergeet die afschuwelijke verkrachting in de wetenschap dat het een keiharde les is. Ik wil geen hulp, ik doe het alleen en geef dat mijn kinderen en vriendinnen door.’
De deur naar het kleine plateau vloog open. Zo hard dat de deurkruk zich in het steen van de muur boorde. Mijn adem, en die van Kate, stokte.