Stevent India af op een Hindoe-dictatuur?

De Indiase premier Narenda Modi streeft naar een derde termijn. Maar Indiase moslims en christenen maken zich hier grote zorgen over: het nationalistische en pro-hindoebeleid van Modi ondermijnt de rechten en vrijheden van religieuze minderheden. Sommigen vinden dat de grootste democratie ter wereld echt de verkeerde richting uitgaat.

Het meest bevolkte land ter wereld begon op 19 april met stemmen in een zevenfasige verkiezing waarin bijna een miljard mensen mogen stemmen, en de stembiljetten zullen op 4 juni worden geteld. 

Modi wil graag een derde termijn op rij regeren waarbij zijn hindoe-nationalistische Bharatiya Janata Partij (BJP) tegenover een alliantie van ruim twintig oppositiepartijen staat. Uit onderzoek blijkt dat hij een comfortabele meerderheid zal behalen.

Modi bracht van de week zelf zijn stem uit in het kiesdistrict Gandhinagar, waar zijn nummer twee, minister van Binnenlandse Zaken Amit Shah, de BJP-kandidaat is. Hij drong er bij de burgers op aan actief deel te nemen aan het ‘festival van de democratie’, en tegelijkertijd goed voor zichzelf te zorgen vanwege de momenteel extreem hoge temperaturen in India. Gekleed in saffraangeel en wit werd hij omringd door honderden supporters en partijleden, terwijl hij handtekeningen uitdeelde en met kinderen praatte op weg naar het stembureau.

Tijdens recente campagnebijeenkomsten heeft Modi moslims ‘infiltranten’ genoemd en gezegd dat ze ‘te veel kinderen hebben’, verwijzend naar een hindoe-nationalistische beweringen dat moslims meer kinderen voortbrengen met als doel het aantal hindoes in India te overtreffen. Hij heeft de rivaliserende partij van het Indian National Congress ook beschuldigd van plannen om de rijkdommen van de Hindoes van het land te 'plunderen' en deze te herverdelen onder de moslims, die 14% van de ruim 1,4 miljard inwoners van India uitmaken.