Dodelijke date 41

Hier lees je de vorige delen...

Van Schie werd in zijn schouder getroffen. De klap van de kogel was zo hevig dat hij op de grond geslagen werd, maar hij kroop direct naar de muur, naar Cinthia en Harm. Het was een simpele schutter. Hij stond waarschijnlijk in het midden van de slaapkamer en had rondom zichzelf geschoten, zodat de plek waar hij stond zwak was geworden. Met een donderend geraas zakte hij door het plafond. Harm vloog op hem af en ontwapende hem. Met zijn knie op zijn strottenhoofd siste Harm:
‘Nu of nooit, klootzak, praten of sterven.’ Hij reageerde niet op het Engels van Harm. Cinthia zei het nog een keer in het Turks. Een splinter van een balk uit het plafond was zijn zij ingedrongen. Hij verloor veel bloed. Harm keek er snel naar en stelde vast dat hij snel zou doodbloeden als hij niet naar een ziekenhuis gebracht zou worden. Maar de informatie was nu belangrijker.

‘Spreek, klootzak, of ik laat je hier sterven’, siste Harm. Van Schie drukte ondertussen de wond in zijn schouder goed dicht. Harm zat aan de houtsplinter in de schutter zijn zij. Hij gilde het uit.
‘Wat wil je weten, klootzak?’ schreeuwde hij in het Engels.
‘Wat dacht je van: wie stuurt je, wat is je opdracht?’
‘Die informatie zal jullie allemaal doden. Je zou het niet willen weten!’
‘Wij wel! Wie is het?’ Harm drukte zijn rechterknie nog harder op zijn strottenhoofd. Hij kon bijna geen geluid meer uitbrengen. Toen Harm zag dat hij wilde praten, ging zijn knie iets omhoog.
‘Er zijn maar twee families die alle touwtjes in handen hebben hier in Turkije. Van Wensen is geen familie. De Cambino’s hebben daar nooit vrede mee gehad. De rest kun je zelf wel invullen.’ Harm keek van hem weg.
‘De Cambino’s, een Italiaanse maffiafamilie in Turkije. Kan het allemaal nog gekker?’
‘Ben jij niet van deze wereld of zo? Hoe zit het dan in jullie mooie Holland? Jullie spannen de kroon als het om de geïntegreerde maffiafamilies gaat.’
‘En wat is jouw naam, klootzak?’ vroeg Van Schie terwijl Cinthia de straat nu in de gaten hield.
‘Giorgio Cambino.’
‘Verdomme, ook dat nog,’ zei Van Schie, bijtend op zijn onderlip, ‘niet eens een gehuurde soldaat. En nu, Cambino? Was je opdracht ons uit de weg te ruimen? Ons allemaal? Of moest je voor wisselgeld zorgen? Maar aan het domme maaien met je wapen denk ik niet dat je op wisselgeld uit was.’
Van Schie noemde degenen die ontvoerd zouden kunnen worden en konden dienen als inzet bij onderhandelingen als wisselgeld. Giorgio zei niets meer. Harm wel: ‘Bind hem vast.’
‘Wat heeft dat voor zin?’ zei Cinthia. ‘Dat hij niet in zijn missie geslaagd is, weet zijn familie denk ik nu al.’
Van Schie keek haar aan met een respectvolle blik en knikte naar haar. Zij glimlachte.
‘En wat raad jij nu aan dan?’ vroeg Van Schie haar terwijl Harm Giorgio vastbond en een theedoek over zijn mond bond en vastknoopte op zijn achterhoofd.

‘Waarom willen de Cambino’s ons vermoorden? Dat is de vraag. Daarnaast moeten we hier binnen een uur wegwezen omdat we anders alsnog gedood zullen worden hier. Er waren er meer en waar zijn die nu? Ze zullen ongetwijfeld denken dat Giorgio dood is. Maar waar is de politie? Die moet toch gewaarschuwd zijn?’ Ze zag Giorgio glimlachen vanonder zijn theedoekkneveling. ‘We moeten hier weg en snel. We moeten
een ander huis vinden’, zei ze terwijl ze naar de dode DEA-agent keek. Daarna keek ze Van Schie aan.

‘Kom maar mee, ik weet nog wel een plek. Die is een paar kilometer hiervandaan’, zei Van Schie.

‘Wat doen we in godsnaam met die klootzak?’ vroeg Harm. Cinthia, Harm en Van Schie keken Giorgio aan die nog steeds glimlachte. Van Schie zette zijn wapen tegen het voorhoofd van Giorgio, zijn glimlach verdween als sneeuw voor de zon.
‘Natuurlijk niet, Van Schie’, foeterde Cinthia. ‘Zijn we nu ineens koele moordenaars geworden?’ Van Schie bedacht zich en sloeg hem keihard met zijn wapen op het hoofd. Giorgio viel bewusteloos neer. ‘Kom, Van Schie, dan verbind ik die wond van je.’
‘Het is een vleeswond’, zei hij koel.
‘Desondanks bloed je als een rund. Dat moet stoppen, maar dat hoef ik jou niet te vertellen, is het wel?’ zei Cinthia terwijl Van Schie een beetje mompelde, wat klonk als protest. Ze legde een drukverband aan, Van Schie beet op zijn onderlip die ook ging bloeden.
‘Moet dat zo hard?’ siste hij.
‘Het bloeden moet stoppen, daarom oefen ik met het verband druk op de wond uit, zo veel als jij kunt verdragen, mietje.’
Van Schie keek naar Giorgio.
‘Laat die klootzak maar. Zou niet weten wat we nog aan hem hebben.’
‘Juist, er is geen reden hem af te knallen. Maar welke reden je dan hebt om hem op zijn hoofd te slaan, weet ik ook niet. We zouden hem hier gekneveld kunnen laten liggen? We hebben immers geen strategie besproken hier. Hij wist alleen waar wij zaten’, zei Cinthia. Van Schie zei niets meer en maakte aanstalten de ruimte te verlaten. Harm en Cinthia liepen achter hem aan, over het lijk van de tweede moordenaar heen. Giorgio gromde en kwam langzaam bij bewustzijn. Van Schie en Harm hadden hun tassen volgeladen met de elektronische apparatuur, schminkspullen en de overgebleven EHBO-spullen die in het huis aanwezig waren.

De avond viel in. Jochem en ik aten in de keuken, zoals iedere avond. Het geschrok van Jochem, wanneer hij iets erg lekker vond, deed mij iedere keer weer walgen. Zijn hele gezicht zat soms onder de saus van pizza of pasta. Wanneer ik het maakte, at hij met mes en vork wanneer de huishoudster het maakte schrokte hij het alleen met een lepel of vork naar binnen. Haar kookkunsten waren veel beter dan die van mij, dat was wel duidelijk. De vork of de lepel, het was voor hem belangrijk met welk stuk bestek hij zijn voedsel het snelst naar binnen kon werken. Morgen zou de vaste vrije dag van de huishoudster zijn, dan zou ik in ieder geval het geschrok van hem niet hoeven te zien. Ik bedacht alvast wat ik voor hem zou maken terwijl ik naar zijn vet geworden smoel zat te kijken. En straks, straks zou ik hem weer in mij voelen. Met het domme gehijg in mijn nek en dan zijn lozing in mij. Ik vroeg mij oprecht af hoe lang ik dit nog aan zou kunnen.

‘Hoe zijn de gekochte kleren? Kom laat het mij eens zien’, zei hij na een grote boer. Hij liep voor mij uit. Zeggen dat ik geen zin had om kleren voor hem te showen had geen zin, hij zou mij ertoe dwingen. Ik keek tijdens het naar boven lopen naar buiten en zag beduidend meer beveiliging staan.
‘Verwacht je ongenode gasten?’ Hij keek boven aan de trap naar buiten.
‘Valt het je op? Het zekere voor het onzekere. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.’
‘Mooi neutraal antwoord, Jochem’, zei ik rustig.
Ik trok nieuwe kleding aan en uit. Mijn gevoel was absoluut niet hetzelfde wanneer ik kleding stond te passen in een Nederlands pashokje. Hij zat vermakelijk en soms geil naar mij te kijken. Zo’n klein, dom glimlachje rond zijn lippen.
‘Deze, deze ja, ’zei hij opgewonden toen ik een rode, lange avondjapon had aangetrokken, ‘die wordt het. Prachtig, kom eens hier.’ Aan zijn ogen zag ik dat hij mij ging nemen, maar ook aan de verdikking in zijn ochtendjas. Ik wilde de japon uitdoen maar dat verbood hij. Ik liep naar hem toe en bleef stokstijf voor hem staan. Hij wurmde zijn been tussen mijn benen en trok me naar zich toe. Ik kon niets anders dan wijdbeens op zijn kruis gaan zitten. De lange, rode japon viel over al het bloot heen. Hij wurmde mijn slip opzij en zich erin. Ik zuchtte diep tijdens het binnendringen. Niet vanwege genot maar van pure onmacht. Ik wist zo zeker dat dit de laatste keer was. Dit keer keek ik hem wel in zijn ogen. Het leek hem onzeker te maken.
‘Je kijkt als een heks. Kijk opzij, ik kom zo’, stamelde hij tussen zijn diepe ademhalingen door. Ik keek even opzij, maar toen hij begon te komen keek ik hem weer recht in zijn ogen aan. Hij schrok. Voor het eerst leek ik angst in zijn ogen te zien. Waarschijnlijk had ik een uitstraling die hem angst aanjoeg. Hij was klaargekomen en ik stond op.
‘Wat heb je nu gedaan, klerewijf? Jij hebt ervoor gezorgd dat ik na een paar prachtige uren met je op een klote manier klaarkwam!’ Ik zei niets en was naar de badkamer gelopen om, zoals ik altijd deed na een neukpartij met hem, het bad vol te laten lopen. Plotseling voelde ik hoe hard hij mij schopte met de wreef van zijn voet onder mijn blote kont. De pijn sneed door mijn onderlichaam. Ik viel voorover het nog lege bad in. Hij kwam naar mij toe. Zijn vuisten raakten mijn gezicht waar ze maar konden. Een intense pijn. Het hield maar niet op. De laatste klap die ik voelde was op mijn borstbeen. Daarna werd alles gitzwart.