Tijls tips voor thuis (5)
Dit moment hebben de sluipmoordenaars van de telemarketingbureaus geduldig likkebaardend afgewacht. Met zijn allen storten ze zich nu op ons. Omdat je nog vol zit met hormoon, zie je in alles en iedereen een baby die dringend verzorgd moet worden, dus als zo'n mbo-er van het call center belt en in plat Rotterdams vraagt of je een spaarplan wilt voor het nieuwe gezinslid (natuurlijk allereerst van harte gefeliciteerd nog), namelijk een boom adopteren in Equador die wel 40 jaar oud kan worden voor hij gekapt gaat worden en dan een heleboel spaarcentjes gaat opleveren, plus natuurlijk de jaarlijkse bonus die meteen herbelegd gaat worden in Aziatische Bonzai Coniferen - dan schreeuwt alles in je: JA! Jajajaja! Geef dat joch zijn zin! Want terwijl die telemarketeer zijn best doet ligt de baby tien tegen één op schoot naar je te glimlachen, en de wereld lijkt roze, en er is geld genoeg om een paar - waarom niet álle - zielige Equadoriaanse Woudreuzen te redden in het kader van de pensioenvoorziening van de baby.
Gisteren nam het tele-offensief een verrassende wensing, toen er iemand aanbelde (dus áánbelde, niet opbelde) van de Stichting Opkikker. Ik kende de Stichting Opkikker niet, maar het zal je niet verbazen dat ze een site hebben. Maggi baalt natuurlijk dat zij het domein opkikker.nl niet hebben geclaimd voor hun soepje, maar dat een of ander luizig clubje goedbedoelende vrijwilligers ze te snel af was. Misschien kan de Stichting het domein voor heel veel geld aan de soepgigant van de hand doen? Levert meer op dan collectanten de dreven door te sturen...
Maar goed, we wonen drie hoog en beneden stond een jongeman en omdat ik nooit de deur zomaar openduw als ik geen bezoek verwacht, hing ik als een echt Amsterdams volkswijf uit het raam, de baby bungelde vervaarlijk boven dit ravijn, ik leek Michael Jackson wel, en de jongeman riep: "Zieke kinderen een heerlijke zak patat bezorgen". Ik schreeuwde naar beneden: "Zak patat?" Waarop de jongeman erg pijnlijk ging kijken. Ik vergeet erbij te vertellen dat het pand naast ons wordt verhernieuwbouwd, dus dat het een pokkenherrie is de hele tijd.
Ik sloot het raam, legde de baby in een daartoe bestemd u-vormig kussen, draaide het vuur onder de bolognesesaus uit en hobbelde drie trappen af. Daar stond het slungelig jongmens.
Hij begon meteen te praten. De Stichting Opkikker is er voor langdurig zieke kinderen, en wil hen een droomdag bezorgen. Bijvoorbeeld een dagje Efteling. Ik dacht onmiddellijk aan mijn eigen kerngezonde zonen, hoe zij van de ene mega-enge ervaring in de Vogel Rok naar de andere keiharde afdaling in de Black Hole hollen, niks niet bleek om de neus, geen gespalkte benen, spreidbroek of vergevorderde Duchenne. Nog geen griepje! Hoe oneerlijk is geluk toch verdeeld in deze wereld... In mijn hoofd maakte ik een afweging: zo'n entreekaartje voor een gezin, met parkeerplaats en huurbuggy, plus wat versnaperingen hier en daar; zeker 120 euro. Als ik nou eens eenderde daarvan af zou staan aan Opkikker?
Maar plotseling begon me iets te dagen. Ik las dat onderzoek heeft uitgewezen dat moeders maar ook vaders intelligenter worden door (of in elk geval na) de komst van de kinderen. Misschien dat mijn derde telg mij het definitieve duwtje richting hoogbegaafdheid heeft gegeven. Daar mag ik haar dan wel eens voor bedanken, met een kaartje voor de Efteling als ze een jaar of zes is bijvoorbeeld... Maar goed, mij daagde iets, en dat iets was: hoe kan een kind dat in een ziekenhuis ligt naar de Efteling? Het is toch ziek? En als het kan, kunnen we de zaak dan niet beter omdraaien? Een dagje Efteling mag dan prijzig zijn, het is zeker goedkoper dan een dagje ziekenhuis! Die baby van ons heeft onlangs nog vijf dagen in het OLVG aan allerlei draden gelegen, en ik kan je verzekeren, daar loopt een hoop personeel te draven op niets af! Heen en weer van kamer naar kamer, of hier nog wat nodig is, wat ze daar kunnen betekenen... Dat is niet gratis hoor, die mensen willen ook gewoon loon aan het einde van de maand.
Dus, als zo'n kind zo weinig ziek is dat hij naar de Efteling kan, waarom dan niet het kind permanent in de Efteling laten verblijven? Een stuk goedkoper! En dan laat je de vrijwilligers collecteren voor een Afknapper, dus een kind een dag in een vreselijke eng ziekenhuis laten verblijven om hem of haar weer te laten beseffen hoe fijn het eigenlijk in het pretpark is - dat is dan toch veel kindvriendelijker? Dan moet de Stichting Opkikker het domein www.afknapper.nl maar claimen, ff checken of dat nog vrij is, ja hoor, www.afknapper.nl could not be found, please check the name and try again. Een vogelvrij domein, ik zie het probleem niet. En, als gezegd, opkikker.nl voor goud geld verpatsen aan Maggi.
Ik besloot het eenvoudig te houden, en vroeg de jonge slungel: "Hoe kan een kind dat in een ziekenhuis moet liggen in vredesnaam naar de Efteling?"
Hij keek me verbijsterd aan.
"Dat heeft nou nog nooit iemand mij gevraagd."
Ik heb dat vaker, dat de meest eenvoudige dingen door niemand anders begrepen worden. Laatst bijvoorbeeld kreeg ik een brief van een bureaucraat die de ontvangst van de huuropzegging bevestigde, maar mij erop wees dat de huur opzeggen aangetekend moest geschieden en of ik dat alsnog wilde doen. Ik schoot in de lach, maar toen ik mijn vriendin daarop wees zag ze niet in wat daar nou zo belachelijk aan was.
Terwijl ik toch een hbo-plus vriendin heb en ze altijd erg intelligent overkomt.
Ik probeerde het nog eenvoudiger. "Zo'n kind is ziek. Moet beter worden in het ziekenhuis. Kan dus niet naar de Efteling. Hij kan niet eens naar school! Laat staan naar Efteling. Of hoe?"
De jongen keek me aan en zei: "Nu bent u toch beter opgeleid dan ik, maar dat u dát niet begrijpt."
Ik zei: "Dat kan kloppen, want niet alleen ben ik drs. in de sociale wetenschappen, maar ik heb onlangs ook nog eens de pabo gedaan... En jij?"
"Ik heb maar gewoon de Havo."
Ik wist niet of dat tegenwoordig gold als startkwalificatie, maar ik wees hem erop dat je daarmee ook een fijne hbo kon doen, en dat je daarna heel gemakkelijk werk kon vinden, want dat pro deo langs de deuren slierten met een vaag verhaal over zieke kinderen wel leuk was voor erbij... Ik onderbrak mezelf en vroeg of hij eigenlijk ook mee mocht naar de Efteling. Dat leek me namelijk wel leuk vrijwilligerswerk, ik ben zelf dol op pretparken.
Maar hij mocht nooit mee.
"Dus ze sturen hun vrijwilligers door weer en wind langs de deuren, maar je mag nooit zo'n rolstoel duwen?"
"Vrijwilligers? Nee, dit is een betaalde baan. Ik sta hier mijn werk te doen als het ware."
Nu was het mijn beurt om verbijsterd te kijken. WAT? Krijgen collectanten tegenwoordig betááld? Waar is de tijd van middelbare dames die met een plastic kapje over hun hoofd een of andere bus rammelend vooruit staken, jaar in jaar uit, elke voorjaar toch weer stiekem hopend op een prijs in de lintjesregen, maar in elk geval geheel onbezoldigd en uit liefde en overtuiging?
"Dus van die paar tientjes die ik stort gaat er ook nog eens een goed deel op aan salarissen van colporteurs?"
Dat was waar, maar niettemin was de Stichting Opkikker er vorig jaar in geslaagd tachtig Opkikkerdagen te bieden.
Ik vond dat niet zo heel veel, geen wonder eigenlijk ook met zo'n overhead.
Het was mij nog steeds niet duidelijk hoe ziekenhuiskinderen zomaar opeens het ziekenhuis konden verruilen voor The Black Hole en andere coole attracties, maar het gezin wilde eten en ik moest de spaghetti nog koken, dus ik moest er toch maar eens een einde aan maken, nou ja, aan het gesprek dan. Het idee dat ik het salaris van een colporteur aan het vermorsen was terwijl hij in zijn dure tijd beter andere potentiële donateurs het geld uit de kontzak kon lullen, kwam daar nog bij. Ik trok dus resoluut de beurs. Welgemoed trok ik twee biljetten van twintig te voorschijn.
Maar de slungel keek er misprijzend naar en zei dat de Stichting Opkikker zó geen Opkikkerdagen kon plannen. Donateur moest ik worden, een langetermijncontract was het enige waar de Stichting wat mee kon. Want pas als ze zeker konden zijn van mijn meerjarige steun, konden ze hun vijfjaarpannen door het Opkikker-politbureau heenkrijgen. Of iets van die strekking. Ik vertelde hem dat de dames die mij de afgelopen weken donateur hadden weten te maken van Stichting Vluchteling, Stichting Grenzen in Nood, Stichting Artsen zonder Mensen en hoe het ook allemaal heette er precies hetzelfde over hadden gedacht, en mijn pleidooi voor een eenmalige machtiging ook stellig hadden afgewezen. Ik vertelde hem dat er zo - ook al omdat ik nog steeds geen baan als schoolmeester had kunnen vinden en wel vier spaarplannen per kind had afgesloten - toch wel een gapend maandelijks gat in de huishoudfinanciën was ontstaan.
Dus ik stak de twee biljetten met een op de pabo ingeoefende vaderlijkheid naar hem toe, met een knikje van: toe maar, wees de wijste, neem het aan.
Maar de slungel begon zich op te winden.
"Ik zal het u sterker vertellen, ik mág dat geld niet eens aannemen van mijn baas."
Nu werd ik toch ook een tikje narrig. Baas? Moest die ook al betaald worden van mijn donatie? Fraaie baas bovendien, om zo'n doodziek kind een dagje Efteling door de neus te boren!
Ik besloot dat ik een beroep moest doen op de medemenselijkheid van de collectant. Ik bedoel: hij stond daar weliswaar gewoon maar zijn werk te doen, maar een beetje gevoel in zijn donder zou hij toch wel hebben?
"Luister nou. Denk eens aan dat doodzieke kind, misschien heeft hij nog maar een paar maanden. Thuis zijn de spanningen hoog opgelopen, want hij heeft ook nog een paar zusjes en die komen aandacht te kort door zijn ziekte. Pa en ma gaan misschien wel uit elkaar doordat ieder op een eigen manier dat verdriet wil verwerken. Zo'n dag kan net het verschil betekenen. Lekker met zijn allen een onvergetelijke dag, ook als waardevolle herinnering om later aan terug te denken, als het kind er niet meer is... En dat heb jij dan allemaal mogelijk gemaakt, omdat jij nu die veertig euro aanpakt en er verder met je baas ziet uit te komen. Toe? Zwart desnoods?"
Maar de collectant bleef onverbiddellijk. Dus ergens in een ziekenhuis in Nederland sterft binnenkort een kind zonder dat hij zijn droomdag heeft meegemaakt, doordat de Stichting Opkikker zulke stomme bazen heeft. En zulke dociele collectanten.
Ik keek hem aan. "Jongeman, ik weet niet hoe jij het voor je eigen geweten verantwoordt, dat je doodzieke kinderen een stapje verder richting dat ondermaatse kistje duwt omdat je nu eenmaal orders van boven hebt, maar ik wil je wel vertellen dat ik blij ben dat het nu geen oorlog is. Ik hoop dat je nog een lang leven voor je hebt, maar reken er toch maar op dat straks aan de Hemelpoort je nog herinnerd gaat worden aan deze twee briefjes van twintig. Je laatste kans. Hebben?"
"Het spijt me. Het mag niet."
De drie trappen op vielen mij zwaar. Weliswaar had ik zojuist veertig euro bespaard en dat was meer dan ik in maanden verdiend had, maar toch. Ik voelde het ziekenhuisleed van duizenden chronisch zieke kinderen zwaar op de schouders rusten. Tranen prikten achter mijn ogen toen ik de baby van de grond opraapte; dat u-vormig kussen was toch niet zo spartelproof kennelijk als de folder had willen doen geloven. Maar ze mankeerde niks. Hopelijk is een Opkikkerdag voor haar nooit nodig. Terwijl ik deze herinnering optyp, spetteren de waterlanders alweer lustig over het toetsenbord. Al die kinderen zonder droomdag...!
Maar we kunnen niet blijven snotteren, het is tijd voor actie. Ik vind dit beleid van Stichting Opkikker hartverscheurend en onverdraaglijk, en stel daarom als Tip voor thuis deze keer het volgende voor. Kopieer deze tekst, mail hem aan je hele adresboek en zo komt er een lawine van protest op gang tegen het beleid van de Stichting Opkikker, die doodzieke kinderen hun droomdag ontzegt door het geld van gulle gevers botweg te weigeren. Als genoeg mensen weten dat de Stichting Opkikker zó onmenselijk is, zal men ten halve keren, de baas ontslaan, de colportanten vervangen door vrijwilligers en dan hebben we volgend jaar geen 80 Opkikkerdagen, maar 800. Plus dat ze nog wat kunnen wheelen en dealen met Maggi (omzet van Nestlé vorig jaar 92 miljard Zwitserse Franken) en de Efteling (gratis kaartjes bijvoorbeeld) en je hebt binnen de kortste keren álle langdurig zieke kinderen minstens drie keer per maand op droomdag.
En wat kost het jou? Een mailtje! Daarom, gewoon doen dus maar, en het hoeft echt niet maandelijks hoor, één keer tout je adresboek deze tekst mailen en je hebt je bijdrage aan de duizenden droomdagen voor al die dood- en doodzieke kinderen weer geleverd. Doen hoor!