Faber wil niet meewerken aan lintjes voor vrijwilligers bij asielopvang COA

Jippie

Minister Faber van Asiel en Migratie verzet zich tegen het toekennen van een koninklijke onderscheiding aan vijf voormalige medewerkers van het COA, dat verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers. Dit bevestigt ze na een bericht van De Telegraaf. Ze weigert haar handtekening te zetten onder de voordrachten. "Hun werk is in strijd met mijn beleid; ik sta voor een streng asielbeleid, omdat ik de instroom aanzienlijk wil verminderen en ook het aantal verblijfsvergunningen wil verlagen", aldus Faber.

Wat de minister doet is zeer ongebruikelijk. Of iemand in aanmerking komt voor een lintje wordt vastgesteld door het Kapittel voor de Civiele Orden, waar een uitgebreid proces aan voorafgaat. Burgers kunnen een aanbeveling doen bij de gemeente als zij vinden dat iemand een onderscheiding verdient.

Normaal gesproken is dit een formaliteit. De burgemeester en de commissaris van de Koning moeten hun goedkeuring geven, waarna de aanvraag naar het Kapittel wordt gestuurd. Een minister volgt doorgaans altijd de adviezen van het Kapittel. Het zetten van een handtekening en het nemen van een koninklijk besluit zijn normaal gesproken routinezaken.

Het COA vervult, op verzoek van Fabers eigen ministerie, de wettelijke taak om asielzoekers onderdak te bieden. De vijf voorgedragen personen zouden vrijwilligers zijn die hebben geholpen bij de opvang. Een woordvoerder van het COA geeft aan verrast te zijn door het nieuws. "We kunnen ons niet voorstellen dat mensen die zich inzetten voor anderen geen erkenning zouden krijgen."

Het is niet zeker dat ze nu daadwerkelijk geen lintje ontvangen; de handtekening kan ook door een ander lid van de ministerraad gezet worden. PVV-leider Wilders steunt zijn minister volledig: "Waarom zouden we mensen die meewerken aan het pamperen van asielzoekers belonen met een koninklijk lintje?" schrijft hij op X. CDA-fractievoorzitter Bontenbal reageert op hetzelfde platform negatief: "Koninklijke onderscheidingen behoren tot de samenleving en worden aangevraagd door mensen uit die samenleving. Moet alles politiek worden gemaakt? Minister Faber overschrijdt hier de grenzen van fatsoen."