Nederlandse zwaargewichten grijpen naast medailles op WK judo, Japan wint teamwedstrijd

In Abu Dhabi is het wereldkampioenschap judo tot een einde gekomen. Donderdag werden in de zwaarste gewichtsklasses de laatste individuele medailles vergeven, vrijdag werd gevochten om de wereldtitel in de gemengde teamwedstrijd.

Vrouwen +78kg
De Japanse Wakaba Tomita stond in haar tweede mondiale finale, maar na het zilver van 2021 wist ze nu de wereldtitel te pakken: Kayra Özdemir uit Turkije werd op de zij gegooid en Tomita zette het gelijk door met een uiteindelijk beslissende houdgreep voor goud.

De Zuid-Koreaanse Kim Ha-yun pakte het eerste brons door Asya Tavano uit Italië te verslaan. Het andere brons was voor de Turkse Hilal Öztürk, die met een vroege waza-ari de Chinese Xu Shiyan de baas was.

Karen Stevenson ging er in de kwartfinales uit tegen Tavano en werd vervolgens in de herkansingen in de golden score op haar rug gegooid door Xu. Marit Kamps snevuelde in de achtste finales tegen Kim.

Mannen -100kg
Zelym Kotsoiev uit Azerbeidzjan won brons op de vorige twee WK's, nu stond hij in de finale tegenover de Canadees Shady El Nahas. Kotsoiev scoorde een vroege waza-ari en verdedigde vervolgens alsof zijn leven er van af hing, met succes: zijn eerste wereldtitel was een feit.

Het eerste brons ging naar de Japanner Dota Arai, die met een uchi-mata afrekende met de eerder op de dag nog in topvorm verkerende Portugese oud-wereldkampioen Jorge Fonseca. Het andere brons was voor Nikoloz Sherazadishvili uit Spanje, die diep in de golden score op straffen won van de Canadees Kyle Reyes.

Simeon Catharina begon met een zeer indrukwekkende comebackzege op de Belg Toma Nikiforov en versloeg vervolgens de voor Roemenië uitkomende Asley Gonzalez, maar in de achtste finales ging hij er uit tegen Reyes. Michael Korrel sneuvelde al in zijn eerste optreden tegen de Duitser George Udsilauri.

Mannen +100kg
In de finale stond de Georgiër Guram Tushishvili, wereldkampioen in 2018, tegenover de Zuid-Koreaan Kim Min-jong, die al twee keer WK-brons pakte. Tushishvili kwam in de slotfase met een flinke aanval, maar Kim wist die te ontwijken en draaide het om naar een houdgreep, waarmee hij zijn eerste wereldtitel veroverde.

In het eerste gevecht om brons won de Rus Tamerlan Bashaev met een fraaie schouderworp van olympisch- en oud-wereldkampioen Lukas Krpalek uit Tsjechië. De Oezbeek Alisher Yusupov pakte het andere brons, door de wereldkampioen van 2022, Andy Granda uit Cuba, naar de grond te gooien en in de houdgreep te nemen.

Jelle Snippe ging in de achtste finales onderuit tegen de grote Tadzjiek Temur Rakhimov, terwijl Jur Spijkers in dezelfde ronde verloor van Kim, de uiteindelijke wereldkampioen.

Gemengde teams
Nederland opende tegen Italië in de achtste finales, waarbij Kim Polling - nu uitkomend voor Italië - met moeite won van Hilde Jager. Nederland sloeg daarna hard terug: Mark van Dijk, Marit Kamps en Jur Spijkers wonnen van respectievelijk Lorenzo Rigano, Asya Tavano en Nicholas Mungai. Vervolgens ging het echter fout: Julie Beurskens verloor van Thauany David Capanni Dias (3-2), Koen Heg sneuvelde tegen Giovanni Esposito (3-3) en in de beslissende golden score kwam de klasse tot 70 kilogram uit de bus rollen...Polling tegen Jager, waarbij Polling Italië naar de kwartfinales kon judoën.

Uiteindelijk schopten Japan en Frankrijk het tot de finale. Kanta Nakano opende met winst op Mathéo Akiana Mongo, 1-0 Japan, waarna Momo Tamaoki te sterk was voor Faïza Mokdar: 2-0. Ryuga Tanaka maakte er in een paar seconden 3-0 van tegen Joan-Benjamin Gaba, maar Margaux Pinot sloeg terug met winst op Shiho Tanaka. Die Franse hoop was van korte duur: Komei Kawabata sloot het WK af door Axel Clerget te verslaan en Japan met 4-1 de wereldtitel te bezorgen, de zevende op rij - sinds de invoering van de gemengde teamwedstrijd verloor Japan die nog nooit.

In de strijd om het eerste brons was Georgië veel te sterk voor Duitsland: 4-1. Oezbekistan kwam in de andere wedstrijd nog op 1-0 tegen Italië, dankzij de grote Yusupov, maar daarna ging het fout en draaide Italië het om naar een 4-2 overwinning voor brons.