Kinderen krijgen en dan sterven

Hoe leuk is ouder worden? Objectief bezien niet bepaald leuk. Mooie meisjes verliezen van lieverlee hun jeugdige schoonheid. Ervaren sporters kunnen niet meer mee met de aanstormende jongere generatie en houden er noodgedwongen mee op. Meisjes waar het mooiste van af is en sportmensen die over hun top heen zijn, zijn nog niet eens echt oud. De tand des tijds knaagt rustig maar gestaag verder. Brigitte Bardot, de Angelina Jolie of Halle Berry uit mijn puberteit, is inmiddels een strompelende oude dame, Ard Schenk, de Sven Kramer van toen is allang niet meer de golden wonderboy. Weliswaar nog recht van lijf en leden maar over 10 jaar is hij net zo oud als Brigitte Bardot nu.

De laatste tijd raak ik regelmatig verzeild in discussies met ontkenners. Nee, ouder worden is helemaal niet erg, beweren ze zonder met hun ogen te knipperen. Na elke levensfase volgt een nieuwe, net zo rijk, net zo mooi, net zo zinvol, alleen anders. Hun geheim is net te doen alsof je vrijwillig kiest voor waar toch niet aan te ontkomen is. Leven dus met het perspectief van een vis die een fuik is binnengezwommen. Zoals die vis niet terug moet willen, omdat het toch niet gaat lukken, moet een mens niet jong willen blijven. Zo is het niet bedoeld, zeggen de ontkenners. Daar kom ik nog op, over hoe het bedoeld is.

Even voor discussions' sake een gedachte-experimentje. Met als conditie: we gaan niet oud en der dagen zat de pijp uit, ergens rond de 85. We worden wel wijs maar takelen niet af, we blijven soepel, strak en mooi, worden niet impotent en de menopauze wordt met onbepaalde termijn opgeschort. We blijven ambitieuze plannen verzinnen en hebben de energie om ze aan te pakken. Youth is wasted on the young, zei Oscar Wilde. Ik zou op mijn honderdste met al mijn levenservaring, maar nog steeds in het gelukkige bezit van dat jeugdig gebleven lijf en dito geest, kunnen genieten van waar ik op mijn vijftiende nog niet klaar voor was. En later te oud. Eerst word ik wielrenner, dan voetballer, vervolgens tennisser. Of eerst loodgieter, dan schrijver, daarna hersenchirurg. Of banketbakker of architect of beeldhouwer. Tijd zat om alles te doen wat me uitdaagt. Ik ga me de eerste eeuwen echt niet vervelen.

Maar we zouden tegen een ander fundamenteel probleem aanlopen. Miljoenen jaren lang hebben vorige generaties, door de volgende generatie voort te brengen, hun eigen graf gegraven; ze moesten plaats maken. Gewoon door dood te gaan. Het individu is overduidelijk het kind van de rekening van Darwins evolutie. Het gaat in de natuur slechts om de soort en die overleeft alleen als elke volgende generatie nog beter tegen de omstandigheden is opgewassen, in ons geval nog intelligenter is dan de vorige. Want de concurrentie zit niet stil. Het leven is een slagveld, of een slachthuis.

We zijn dankzij miljoenen jaren evolutie inmiddels slim genoeg om te kunnen bedenken dat we pionnen zijn in Darwins schaakspel. Misschien ooit zo slim dat we Darwin schaakmat kunnen zetten; veroudering is nu nog een chronische en ongeneeslijke ziekte maar waarom zou genezing onmogelijk zijn? Als het lukt, lopen we tegen dat andere probleem aan; de aarde is al vol, waar laten we al die opvolgende generaties die geen plaats meer maken? Het zijn elkaar uitsluitende opties, kinderen krijgen en daarvoor de prijs betalen dood te moeten gaan. Of zelf jeugdig verder leven, maar dan kinderloos. Het is zelfs denkbaar dat het een individuele keuze wordt. Zolang je geen kinderen maakt, heb je recht op het dagelijkse wonderpilletje dat de aftakeling stopzet, zodra je een kind op de wereld zet, verspeel je dat recht. Maar het is nog niet zover, de medische wetenschap is nog niet in staat de jeugd te verlengen, hooguit cosmetisch. Bij het omgekeerde is wel progressie geboekt, de aftakeling duurt steeds langer.