Britse bank hielp bij verkoop nazi-goud

De Britse centrale bank, de Bank of England (BoE), heeft vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de nazi's geholpen bij de verkoop van goud van de Tsjecho-Slowaakse centrale bank. Dat blijkt uit documenten die dinsdag op de website van de Bank of England werden gepubliceerd. De bank is bezig met het digitaliseren van haar archief.

In de jaren dertig van de vorige eeuw stalde de Tsjecho-Slowaakse centrale bank een deel van de goudvoorraad op een rekening bij de Bank of International Settlements (BIS), een soort bank voor de centrale banken. Hiertoe werd overgegaan, omdat Tsjecho-Slowakije vreesde voor een Duitse invasie. De goudstaven werden bij de Bank of England opgeslagen.

Uiteindelijk vielen de nazi's Tsjecho-Slowakije in maart 1939 binnen. In diezelfde maand kreeg de BoE het verzoek om het goud, met een toenmalige waarde van omgerekend 6,4 miljoen euro, op de Tsjechische rekening van de BIS over te boeken naar een rekening van de Duitse Reichsbank bij de BIS. Een hoeveelheid goud met een waarde van 4,6 miljoen euro werd naar de centrale banken van Nederland en België gestuurd en de rest van het goud werd in Londen verkocht.

De Britse minister van financiën John Simon vroeg de directeur van de BoE, Montagu Norman, in mei 1939 of er nog Tsjechisch goud in de kluizen van de BoE opgeslagen lag. In de documenten op de website van de BoE valt te lezen dat Norman geen antwoord gaf op de vraag, maar er slechts op wees dat de bank van tijd tot tijd goud in bewaring hield voor de BIS. Hij verklaarde dat de BoE niet wist of het goud dat opgeslagen werd bezit van de BoE was of van een van hun klanten. Hij kon derhalve niet zeggen of er nog goud van de Tsjechisch centrale bank in de kluizen lag.

In juni 1939 kwam opnieuw een verzoek binnen voor de verkoop van goud dat door de Reichsbank naar Londen was verscheept. Een deel van het goud, ter waarde van ruim een half miljoen euro, zou worden verkocht en een ander deel, ter waarde van 484 duizend euro zou worden verscheept naar New York. Dit keer raadpleegde de BoE, voordat er tot handelen werd overgegaan, de minister, die eerst de juridische adviseurs van de Britse regering wilde raadplegen.

Kort daarna klopte de BIS aan bij de BoE om te vragen waarom de transactie nog niet was uitgevoerd. De BIS verklaarde dat de vertraging zou leiden tot problemen, omdat er betalingen moesten worden verricht. Daarop besloot de BoE, zonder het advies van de juristen van de regering af te wachten, de transactie uit te voeren.

De Britse historicus Neville Wylie zei woensdag in de Britse krant The Guardian dat de houding van de BoE ten aanzien van de financiële praktijken van nazi-Duitsland te wensen overliet. "De bank hing een visie van internationale financiële samenwerking en samenwerking tussen de centrale banken aan. De bank was teveel bezig met het behouden van de status van Londen als een internationaal financieel centrum."

Bronnen bij de BoE wezen The Guardian dinsdag op een archiefstuk van de bank waarin staat dat Simon in juni 1939 in het Lagerhuis uitlegde dat de Britse regering door afspraken over de neutraliteit niet kon verhinderen dat de BoE de opdrachten van de BIS om het goud over te boeken uitvoerde.