Van ruilen komt geen huilen
Eeuwen geleden was er altijd al sprake geweest van ruilhandel. Hierbij speelde geld absoluut geen rol. Sterker nog, geld bestond toen nog niet eens. De boer had een koe en de bakker had brood, dus na een partijtje handjeklap kwam men tot een deal. De waarde van het aangeboden product of dienst stond toen nog niet vast, dat is pas veel later gekomen. Wellicht moest de bakker meer broden bakken voor een stuk vlees, maar daar kwamen ze altijd wel uit. De buurtschappen of dorpen waren toen veel meer afhankelijk van elkaar. Zodra de bakker van een buurtschap kwam te overlijden moest er ijlings gezocht worden naar een plaatsvervanger. De kans is groot dat de warme bakker een compagnon of een medewerker in loondienst heeft die het werk overneemt.