Vogels en eekhoorns

Eindelijk gerechtigheid deze week. Sylvie en Rafael kregen hun eigen wassen beeld in Madame Tussauds. Het zou een keertje tijd worden. ‘De gelijkenis is bijna eng’, kraaide Sylvie opgetogen en daar moest ik haar nu eens helemaal gelijk in geven. Ik heb de foto van de historische gebeurtenis gebiologeerd en uitentreuren bestudeerd, maar het lukte me nauwelijks om was van vlees en bloed te onderscheiden. Of nep van echt, zo u wilt. Raf en Syl kunnen zich voortaan gewoon door hun wassen ik laten vertegenwoordigen bij allerlei gelegenheden. Niemand die het merkt. En dat is inderdaad best een beetje eng, Sylvie.

Nu kan ik de Van der Vaartjes wel weer een beetje belachelijk maken, ondertussen dromen vele mannen en vrouwen van een leven als succesvol voetbalkoppel. Roem, geld, glamour, glitter, aandacht: ze scoren sky high op de denkbeeldige geluksladder. Mensen dromen van dergelijke dingen. Maar zou het je ook daadwerkelijk gelukkig maken? Als je dromen eenmaal zijn uitgekomen, bedoel ik. Zo schijnt het niet te werken. En toch blijven we groots en niet altijd even realistisch dromen.

Afgelopen week sprak ik toevallig over geluk. Onder het genot van een drankje. Dergelijke grote en ongrijpbare zaken worden het best besproken bij een alcoholische versnapering. Dat smeert de keel en zorgt voor een zekere mate van lyriek. Verregaande hoogdravendheid of aanstellerij komen waarschijnlijk meer in de buurt, maar vermakelijk is het hoe dan ook. De veelgestelde vraag of je het roer drastisch om zou gooien, als je nog maar een jaar te leven hebt, passeerde ook nog even de revue.

Uiteindelijk zijn er maar weinig mensen die precies leven, zoals ze zouden willen leven. Beperkt door tijdgebrek, financiële middelen, mogelijkheden of wat dan ook, leven we te vaak een slap aftreksel van onze dromen. Een beetje realiteitszin is niet onverstandig natuurlijk. Zo kan ik er wel wanhopig naar verlangen om een  wereldberoemde zangeres te zijn, maar dan had God me toch met een ietwat fraaier stemgeluid moeten uitrusten, vrees ik. Het zou overigens prettig zijn als bepaalde mensen zich dit realiseerden, voordat ze zich opgaven voor één van de vele talentenshows die de Nederlandse televisie rijk is.

Het geluksgesprek vond plaats na een dagje klussen in mijn spiksplinternieuwe huis. Die ochtend had ik in een uiterst genoeglijk septemberzonnetje, op mijn terras gezeten. Een niet langer te ontkennen, kruidige herfstlucht prikkelde mijn neus. Terwijl ik koffie dronk, sprongen twee eekhoorns van tak tot tak en scharrelden vogels van diverse pluimage hun kostje bij elkaar. En opeens, als een donderslag bij heldere hemel, wist ik dat het goed was. Dat alles precies was, zoals het zijn moest.

Aan de vooravond van mijn drieënveertigste verjaardag, leek ik eindelijk te snappen waar het allemaal om gaat. Vogels en eekhoorns. Meer heb je soms niet nodig. Krijgt die vreselijke René Froger toch nog gelijk: alles kan een mens gelukkig maken. Zelfs wassen beelden.