Woordvoerderstest door de Consumentenmens

Het gedoe rond Rikus Spithorst deed me eraan herinneren: het was weer tijd voor de Nationale Woordvoerderstest! Zelf voer ik als Consumentenmens altijd helemaal zelf het woord. Ik moet er niet aan denken dat een meisje met Heao Communicatie dat tijdens het sollicitatiegesprek met de belangrijkste delen van haar decolleté een behoorlijke indruk had achtergelaten, aan de pers moet gaan vertellen wat de resultaten zijn van pakweg de Nationale Soft Porno Test. Dat ze bij Nova zou worden bedankt voor haar poging tot uitleg, door Twan Huys, of erger nog, door de hardcore feministe Clairy Polak! 

De geteste modellen voldeden eigenlijk allemaal niet aan de eisen die je als consument aan een woordvoerder mag stellen. Om te beginnen Spithorst zelf. De woordvoerder van een OV-club hoort natuurlijk geen rode bril te hebben en eind veertig te zijn; zo iemand moet het woord gaan voeren bij een oldtimerclub van bijvoorbeeld Austin Morrisjes met open dak. Misschien kan hij nog net het woord gaan voeren bij een vereniging die de viskaart goedkoper wil hebben, maar iets wezenlijks als de treinenloop en de prijs van de strippenkaart laten we liever over aan een vrouw van een jaar of twintig zonder onderbroek aan, voor wie elke automobilist spontaan zijn kar op marktplaats zet en voortaan elke ochtend smachtend in de streekbus stapt. Met al het verschuldigde respect aan de Roverwoordvoerder (hij is ook eindredacteur van het columnhoekje tenslotte), maar nu denken zowel mannelijke als vrouwelijke kantoorforenzen na elk tv-optreden toch steeds: mmm, morgen misschien maar met de auto.

Het tweede geteste model is de woordvoerder van St.Pieters en Bloklands Gasthuis in Amersfoort. Deze woordvoerder moest in het weekend het nieuws toelichten dat er niet wordt gereanimeerd daar. Verzorgen is tot daar aan toe, maar niet bij elk stukje volkorenknäckebröd in het verkeerde keelgat allemaal verpleegstertjes de Heimlichmanoeuvre laten uitvoeren. Rustig laten versterven aan de ontbijttafel, de bewoners hebben per slot ruim de leeftijd voor een hernieuwde kennismaking met hun Schepper.

Mijn aankomst in het Amersfoortse gasthuis was ongewild strak getimed: ik kwam precies op tijd voor de enquête over het stoppen van reanimaties. Tijdens de wekelijkse bingoavond moesten de kienende kasplantjes op een formulier het antwoord ja aankruisen. De tekst erboven was ingewikkelder dan de algemene voorwaarden van Internet Plus Bellen, maar de bingohost hielp gelukkig mee:
- En dan kruisen we op het papier allemaal JA aan, bij die grote rode pijl. Toe maar, roep maar mee, Ja! Ja! Ja!
Nou hebben sommige bejaarden last van Parkinson, en ging hun hand toch per ongeluk naar het veel kleinere cirkeltje met NEE eronder. Maar dan schoten de verpleegsters te hulp, die schielijk de hand van de arme bejaarde beetpakten en alsnog richting het JA-cirkeltje hielpen. Soms kostte het nog best veel kracht! Vreemde ziekte toch, Parkinson.  

Een van de bejaarden was zo koppig in zijn spasmen, dat hij nogal paars aanliep terwijl er twee verpleegsters nodig waren om zijn arm naar het JA-cirkeltje te duwen. Paarser en paarser werd hij, tot hij omviel en met zijn tong in zijn keel stil op de grond bleef liggen.
- Laat hem met rust, laat hem met rust! krijste de Geneesheer-Directeur.
- Maar hij heeft nog niet getekend, hijgde een van de verpleegsters.
- Dat zijn formaliteiten. Laat deze man nu eerst eens waardig sterven!

En zo gebeurde het dat een tevreden Geneesheer-Directeur alle papiertjes op de bingotafel kreeg bezorgd. Hij likte aan zijn vinger en constateerde glimmend van genoegen dat er geen enkele Nee tussen zat.
- Voor iedereen een extra Mariakaakje, gilde hij door de microfoon van de bingohost. -Nooit meer reanimeren, hoezee!

Tussen al die frisse verpleegsters in hun keurig gesteven uniformen die mijn blikveld kruisten, zag ik plotseling een oud kaal mannetje met een opvallend wijkende kin. Hij had een rood, rond brilletje op zijn hoofd. Waar kende ik die trekken toch van? Verdomd, Nova zaterdagavond! Dit moest de vader, of toch op zijn minst een oom, van de Rover-woordvoerder zijn! Van Riel moet dood, Van Riel moet dood, kraaide hij, terwijl hij met twee handen op de tafel sloeg zodat hij zijn mariakaakje volledig verpulverde. Een verpleegster ving mijn verbaasde blik op.
- O, dat is meneer Spithorst, zei ze. -Hij heeft het altijd over politici van honderd jaar geleden. Schmelzer moest gisteren dood, vandaag is het weer Van Riel. Morgen begint hij vast en zeker over Boer Koekoek.

Ik knikte dankbaar voor haar uitleg en vroeg waar of dat ik de woordvoerder kon vinden; ik loog dat ik journalist was van het vakblad Snel en Pijnloos. Ik weet dat liegen niet mag, maar op mijn veldwerk mag mijn ware identiteit als Consumentenmens nou eenmaal niet uitlekken om een onafhankelijk testresultaat te kunnen garanderen. De verpleegster duwde haar knie tussen mijn benen, likte speels aan mijn oorlel en fluisterde in mijn oor: - Journalist hè? Ga je me beroemd maken dan? Voor een shoot in Glamour ga ik ver hoor, heel ver.

Voor ik antwoord kon geven kwam er een rolstoel tussenbeide, die het ambitieuze verpleegstertje zowat omver reed.
- Goedenavond, u bent journalist? Mijn naam is Alwin Verlangen, woordvoerder. Aangenaam. Ik heb hier een Q&A, een cd met beeldmateriaal, en natuurlijk het persbericht van gisteren, maar ik neem aan dat u dat al heeft. Wij zien het stuk graag voor en na eindredactie en dtp ter inzage, en als u deze verklaring even wilt ondertekenen waarin u afstand doet van het auteursrecht van de door u geschreven en gepubliceerde teksten over ons Gasthuis, dan is hier de uitgang en wens ik u nog een bijzonder plezierige terugreis. Van juridische stappen zien wij vooralsnog af. Prettige avond en succes met het uitwerken van uw stukje!
De gehandicapte woordvoerder sloot beslist de deur achter me. Daar stond ik dan, in de Amersfoortse schemer... 

De derde en laatste woordvoerder uit deze test was van het populairste weblog van Nederland, geenstijl.nl. Hij zag eruit als een soort witte staaf met een rood hoedje op en stelde zich voor als Pritt Stift. Zijn manier van spreken was nogal apart: - Jullie Fok!kertjes toch, jullie zijn me toch doerakjes. Nu hebben jullie weer een consumentenrubriekje. Maar neem van ons aan: consumenten, dat zijn domme, kwijlende pubers met pusvocht in hun huig, vooral als ze op FOK! hangen. Alleen als ze op FOK! hangen eigenlijk. Als ze bij ons hangen zijn Consumenten beschaafde democratische burgers met een feilloos gevoel voor de grillige grens tussen satire en strafbaar gedrag. Nog geen krantenconcern bij jullie langsgeweest overigens, om het gevaar in te kapselen van een wagonlading vol bedplassende reaguurders? Geen Televaag, Volksbrand of NRC Wandelblad? Vreemd, heel vreemd. Wij kappen immers dagelijks met dat bijltje. Gansch het Televaagconcern lebbert aan onze verwende voeten. Maar wacht eens: wij snappen opeens hoe dat komt. Klik hierrr maar eens. 

Verbouwereerd verliet ik het pand. De nationale woorvoerderstest kan eigenlijk maar één uitslag hebben: ze zijn nog gekker dan Twan Huys en Clairy Polak bij elkaar, die woordvoerders. (Bij voorbaat mijn excuses voor evt. beledigingen, de admin rectificeert eea hopelijk wel even als hij een persoonlijke grens tegenkomt.)