Blu-ray: Steve Jobs

Toen Steve Jobs vorig jaar in de bioscopen kwam, was dat niet de eerste poging een verhaal over de legende achter Apple te vertellen. Het was echter wel de eerste film die een basis had met meesterschrijver Aaron Sorkin. Zijn script werd naar het grote doek vertaald door Danny Boyle, bekend van films als Slumdog Millionaire en 127 Hours. Hun aanpak bleek aardig succesvol en leverde zelfs twee Oscarnominaties op. 

Goed, aan de basis van de film stond die Aaron Sorkin. Zijn scripts staan bekend om de snedige dialogen en Sorkin beheerst de kunst om relevante thema’s naadloos in zijn scenario’s te verwerken. Kijk bijvoorbeeld maar naar zijn recentere werk in The Social Network en tv-serie The Newsroom. Het schrijven van goede dialogen is bepaald geen sinecure, maar als ze van de hand van Sorkin komen, is de kans groot dat ze je bij de strot grijpen en niet snel loslaten. 

In Steve Jobs doet hij dat opnieuw, zij het iets gematigder dan bij zijn grootste successen. Soms zijn er wel weer die lekkere stootjes in de conversaties, die ervoor zorgen dat de aandacht nooit verslapt. Met name natuurlijk vanuit de mond van Steve Jobs (Michael Fassbender), die voor niets en niemand wil wijken, terwijl zijn tegenspeelster Joanna Hoffman (Kate Winslett) samen met Steve Wozniak (Seth Rogen) meer het geweten van de film vertolkt. Maar het meest bijzondere is wel de invalshoek: niet het hele levensverhaal van Jobs wordt verteld, maar aan de hand van drie kritische momenten uit zijn loopbaan wordt toch een helder beeld van hem geschetst. 

Wat daar zo bijzonder aan is, is dat je ziet hoe gereageerd wordt op tegenslagen en wat er voor moet wijken om tot succes te komen. Natuurlijk is dat an sich niet heel bijzonder, maar nu kan er meer tijd genomen worden om de menselijke aspecten van deze reacties uit te diepen, wat weer typisch is voor Sorkin. Jobs krijgt een gezicht dat gekenmerkt wordt door tomeloze ambitie, maar de echte hardheid wordt vermeden. Het is de vraag of dat een terecht beeld is, of dat het net iets te soft is ten opzichte van de man die hij echt was, als het op dit soort momenten aankomt – in de naam van het medium film is het echter belangrijker dat het goed wegkijkt en de kijker zelf zijn oordeel kan vellen. In de vorm van Jobs’ dochter zit er ook een terugkerend stukje sentiment in film, wat in de eerste twee aktes nog goed werkt, maar in het slot meer naar vals sentiment neigt. En dat is een klein smetje. 

Alleen een goed script is echter niet genoeg, maar ook de regisseur stelt niet teleur. De film is qua stijlelementen behoorlijk herkenbaar als een Boyle, met enkele typerende camerastandpunten die hem niet vreemd zijn. De muziek is daar bovenop ook erg goed, want die zorgt voor een bij momenten opzwepende manier zoals Jobs dat ook voor ogen moet hebben gehad met zijn publiek: dit sluit dus prima op elkaar aan. 

In een film waarin dialoog en het menselijke aspect erg belangrijk zijn, ben je dan nog steeds nergens als ook je acteurs het niet goed doen. Dat kun je wel overlaten aan Fassbender en Winslett, die hier dan ook prima rollen neerzetten. Met name Fassbender is in zijn mimiek verschrikkelijk sterk, terwijl Winslett goed is, maar haar accent toch enigszins afleidt. Het enige nadeel is dat de bijrollen net wat te weinig cachet geven: Seth Rogen doet zijn best, maar is geen topacteur, en Jeff Daniels speelt iets teveel op de automatische piloot – zijn rol is er eentje zoals hij net ze tegenwoordig net iets te vaak meepikt. 

Steve Jobs is daarmee een prima film voor de liefhebber van goede dialogen. De speelduur van twee uur lijkt (tegenwoordig) wat lang voor een film met hoofdzakelijk conversaties, maar doordat dit door mensen wordt opgeleverd die heel erg goed weten wat ze doen, voelt dat als geen enkel probleem. Het is niet zo dat deze vaklui hun allerbeste werk opleveren, maar dat hoeft ook niet. Steve Jobs laat in ieder geval zien dat het mogelijk is om iets anders dan prul op te leveren over de grootste icoon uit de recente elektronicageschiedenis.