Het Binnenhofklasje - Handenarbeid
"Aan het werk, handen uit de mouwen!"
Met succes had ze de schoolleiding overtuigd van het nut voor het herinvoeren van het vak handenarbeid. Nu de klas nog, want het vak stuitte nogal op wat weerstand.
"Genoeg gepraat! Berg de boekjes en schriftjes maar weer op, het is weer tijd voor handenarbeid," riep de juf haar kindertjes toe.
Een golf van ongenoegen ging door het lokaal.
Marianne Thieme blafte het hardst: "Hondenarbeid? Dat is dierenmishandeling!"
"Dan wordt mijn pak vies," jammerde Mark. "Bij meester Weisglas hoefden we nooit onze handen te gebruiken."
"Ik ben dan ook geen meester Weisglas maar juffrouw Verbeet."
"Van de Partij van de Handenarbeid zeker," reageerde Mark cynisch.
Zelfs Rita schaarde zich dit keer achter rivaal Rutte en uitte haar ongenoegen over de handenarbeidles.
"Jou wil ik zeker niet horen, Rita! Als er een hand werd geweigerd, was jij die eerste die opsprong. Nu reik ik je handenarbeid aan, dan mag jij nu ook niet weigeren," sprak de juffrouw streng tot Rita.
Uiteindelijk waren alle boekjes en schriftjes weer opgeborgen en leek de rust teruggekeerd. De kindertjes liepen zwijgzaam maar met de nodige tegenzin naar het handenarbeidlokaal.
"Waar is juf Maxima?" vroeg Jan Peter ontdaan.
"Juf Maxima zit overspannen thuis. Iets met een identiteitscrisis," sprak haar vervanger vanuit een rookgordijn.
"Identiteitscrisis?" sprak Jan Peter bezorgd. "Is dat besmettelijk?"
"Het schijnt dat iedere Nederlander daar last van heeft, behalve ik dan. Ik weet heel goed wie ik ben en ik neem aan dat jullie ook weten wie ik ben," zei de oproepkracht vanachter een sigaar.
"Jazeker, meneer! U bent toch die sigarenrokende opa uit Jan, Jans en de Kinderen?" antwoordde Jan Peter.
"Pardon? Wiegel is de naam!"
Onder de bezielende leiding van stand-in Wiegel gingen de kindertjes verder met waarmee ze de vorige les in handenarbeid waren geëindigd.
"Waar zijn we mee bezig, mevrouw Halsema? Dit is volgens mij nog niet de Sinterklaasopdracht," klonk er plechtig.
Femke kromp ineen.
"Dit was mijn hoed voor Prinsjesdag maar omdat er geen roetfilter op zat mocht ik er niet mee de straat op. Dus ik dacht, dan maak er vandaag een mooi roetfilter voor."
Ella Vogelaar die ook even een kijkje had genomen bij het gevaarte, zei: "o, ik dacht dat het een minaret was."
"Minaret? U bent knettergek, u bent knettergek!" voegde Geert haar toe.
Vanuit de andere kant van het lokaal kwam het geluid van een huilende Mark. Meester Wiegel bewoog zich statig in de richting van de verdrietige Rutte.
"Wat is er, best knul?"
Mark keek met een zuur gezicht naar wat daarnet nog een schoon overhemd was. Rita stond er enigszins beduusd naast.
"Weet jij meer van die lijmvlekken op Marks overhemd, jonge dame?"
Rita bezweek onder zoveel autoriteit en knikte ja.
"Een lijmpoging, meneer Wiegel," biechtte Rita op.
"Rita, ik wil geen lijmpogingen meer van je zien, anders royeer ik je naar de gang."
Meester Wiegel liep al sigarenrokend verder door het lokaal en bleef staan bij Wouter.
"Dat is nog niet veel soeps," constateerde hij kijkend naar het hompje klei dat voor Wouter op tafel stond.
"Ik ben gewoon niet zo goed met mijn handen," snikte Woutertje. "Zelfs niet in een partij kleien," voegde Wouter er aan toe.
"Kop op, mijn jongen. Ik ben trots op je. Je hebt het referendum voor Europa afgewezen," zei de meester troostend en hij vertelde vol trots over zijn Nacht van Wiegel waarin hij in zijn eentje het voorstel voor de invoering van een referendum tegen wist te houden.
"Ik heb trouwens liever niet dat u rookt op de werkplek, meneer Wiegel," zei Wouter opeens weer vol vertrouwen.
Wiegel zoog al lachend aan zijn sigaar.
"Om mij een beetje snel te kunnen laten ontslaan, kun je dus maar beter instemmen met de plannen van je klasgenoot Donner."
Wouter noteerde dankbaar deze tip in zijn kladblok en zei: "ik ga het vanmiddag nog voorleggen aan mijn partij."
Wiegel gaf hem een knipoog en stelde Wouter voor om van de homp voor hem een stevige coalitie te kleien.