Het filmjaar 2021 volgens de FOK!filmredactie

3. Het filmjaar volgens Peter (Breuls)

2021 was een filmjaar om helemaal niet ontevreden over te zijn. Er kwam van alles uit, in diverse genres en verschijningsmethoden, om jezelf uitermate mee te vermaken. En dat heb ik ook gedaan. Op moment van schrijven heb ik in 2021 172 films gekeken, waarvan er 70 dit jaar uitkwamen. Zoals elk jaar broedt er in december altijd het gevoel dat ik belangrijke titels heb gemist, waarvan jij als lezer zult denken "waarom staat dat verdomme niet in je top 5?". Dan wil ik nog snel even deze Netflixfilm kijken, of proberen die filmhuistitel nog even ergens in te halen.

Maar ja, dat lukt niet altijd. Een top 5 is een momentopname. Het valt me op dat er twee Franse films in staan dit jaar. Dat had ik niet verwacht, maar tegelijk zouden het er ook drie kunnen zijn geweest. Van Titane, Julia Ducournau's tweede film die dit jaar Cannes won, denk ik dat die nog kan stijgen als ik die voor een tweede keer kijk.

Voor het eerst ben ik een niet-blockbusterfilm meerdere keren gaan zien en heeft die ook mijn top 5 gehaald (het is de nummer 1, scroll gerust door als je nieuwsgierig bent). Meestal ga ik grote spektakelfilms, waarin personages spelen die ik uit andere films of comics ken, vaker zien omdat dat gewoon leuk is om te doen, niet per sé omdat die films briljant zijn. Maar de nummer 1 van dit jaar zag ik voor het eerst op een filmfestival en later, na de reguliere bioscooprelease gewoon nog twee keer, puur omdat de kijkervaring geweldig is. Daar zou deze week een derde (of dus vierde) keer bij zijn gekomen als de bioscopen nog open waren.

Komend jaar hoop ik op weer net zo'n diverse lijst. Ik hoop de pareltjes te vinden in de kleine filmmakers die iets volkomen origineels opleveren (te beginnen op het weer online geprogrammeerde IFFR, eind januari), maar kijk ook enorm uit naar, bijvoorbeeld, de nieuwe Batman. Ik wil verwonderd en verrast worden, mijn horizon verbreden, maar ook gewoon comfortabel achterover leunen voor de voorspelbare makkelijke films die voor ontspanning zorgen.

Maar bovenal wil ik volop de kans hebben de goede films ook op de goede plek te zien: in de bioscoop, op het grote scherm, met het goede geluid en de fijne stoel. Laten we hopen op weinig lockdowns in 2022.

5. Mandibules

Een verrassingsnummertje van het IFFR van inmiddels bijna een jaar geleden. Twee gasten vinden een reusachtige vlieg in een kofferbak en besluiten 'm te gaan trainen zodat ze er rijk mee kunnen worden. De film is absurd, humoristisch en volkomen origineel. Prachtig.

4. A Quiet Place Part II

John Krasinski laat zien hoe je het hetzelfde trucje kunt doen zonder hetzelfde trucje te doen. Een vervolg op zijn muisstille horrorfilm uit 2018 die op de juiste manier de focus verlegt naar de dochter van het gezin uit deel 1 en op zo'n manier een originele insteek te vinden om het verhaal uit te breiden. Deze double bill zou ik nog wel eens in een doodstille bioscoop willen bekijken.

3. The Father

Een gezamenlijke inspanning van cast en filmmaker om in filmvorm weer te geven wat het betekent om dement te worden. Anthony Hopkins won een Oscar voor zijn rol en dat is zeker niet onterecht. Zijn personage begint de grip op de wereld om hem heen te verliezen en de manier waarop regisseur Florian Zeller de aanvullende cast inzet om zijn verwarring vorm te geven is briljant en eigenlijk gewoon schokkend.

2. Petite Maman

Een prachtig sprookje over de band tussen moeder en dochter, in een vorm zoals je nooit met je ouders een band kunt vormen. Céline Sciamma, die met haar vorige film Portrait de la Jeune Fille en Feu ook al bovenin in mijn jaarlijst belandde, toont hoe zonde het eigenlijk is dat we onze ouders alleen maar als onze ouders kennen, terwijl ze vroeger misschien wel net zoals wijzelf waren. Er zit een fantasylaagje in, dat bewust nergens wordt uitgelegd, want Sciamma voelt perfect aan dat dat ook nergens voor nodig is. Dit is gewoon een prachtig verhaal.

1. Last Night in Soho

Dit tijdreis-moordmysterie over de onderdrukking (of zeg maar gerust het misbruik) van vrouwen in de showbiz wordt na de eerste screening wellicht iets minder mysterieus, maar zeker niet minder betoverend. Edgar Wright smelt twee verhalen samen tot één door Tomasin Mckenzie en Anya Taylor-Joy samen de rol te laten spelen van de jonge, onwetende beginneling die het wil maken in de grote stad. Of zijn ze toch niet hetzelfde personage?

De magie blijft overeind door de vertolking door beide dames, het neonlicht waarmee Soho nog spannender wordt gemaakt dan het al is en de langzame verschuiving naar een ander genre in het tweede deel van de film. Maar ook Wrights kenmerkende filmstijl en de technieken waarmee McKenzie en Taylor-Joy samen in één scène spelen. En natuurlijk is er de muziek, overwegend uit de jaren 60, waarmee Wright vanaf het eerste stijlvolle shot de toon zet (in dit geval letterlijk). Deze film is er eigenhandig voor verantwoordelijk dat ik dit jaar meer muziek uit de jaren 60 heb geluisterd dan in de meeste andere jaren (hoewel Get Back ook een beetje meetelt).

Last Night in Soho: Tomasin McKenzie