RIVM: "Een béétje meer bewegen maakt al het verschil"

De meeste Nederlanders bewegen te weinig, maar volgens het RIVM kan dit probleem relatief makkelijk opgelost worden. Een kleine groep hoeft maar nét iets meer te bewegen om gezonder te leven. Bijna de helft van de volwassenen (44 procent) voldoet nu aan de beweegnorm, terwijl dit met minimale aanpassingen op kan lopen naar 56 procent.

De Gezondheidsraad adviseert 150 minuten per week matige tot intensieve beweging, zoals fietsen, sporten of stevig huishoudelijk werk. Belangrijk daarbij is dat deze beweging over de week verspreid plaatsvindt. Eén keer een hele dag flink zweten is dus niet voldoende. Veel volwassenen die voldoende minuten bewegen, doen dit niet vaak genoeg over verschillende dagen.

Het RIVM ziet eenvoudige oplossingen om de norm wél te halen: pak de fiets wat vaker, neem de trap in plaats van de lift of wandel een extra rondje. Deze kleine aanpassingen zouden voor een flinke gezondheidswinst zorgen en daarmee ook zorgkosten besparen.

Het doel van de overheid is dat in 2040 driekwart van de bevolking voldoende beweegt. Om dat te bereiken, zal er echter nog meer actie nodig zijn. Meer beweging verkleint niet alleen de kans op ziekten, maar zorgt ook voor een vitalere samenleving.