Fate of Hellas

Het is hoog tijd om je geschiedenisboeken neer te leggen. Ook al is het erg zonnig de laatste tijd. Maar er is een nieuwe RTS-game uitgebracht die gebaseerd is op de tijd van Grieken en Romeinen. En dat is pas echte geschiedenis die je niet in leerboeken tegenkomt. De Spartanen en de Macedoniërs hebben weer honger, ze hebben zin in oorlog. De Griekse staten zijn in conflict en de Perzen bereiden een oorlog voor. Genoeg redenen voor de vier facties, Sparta, Macedonië, het Perzische Rijk en Egypte, om hun leger naar het front te sturen.

Vol goede moed startte ik de game op en begon aan de tutorial. Deze overzichtelijke en handige tutorial leert ons het spel kennen. Je komt er achter hoe de units naar je gewenste bestemming lopen en hoe ze aanvallen. Het biedt verschillende mogelijkheden om aan te vallen. Maar er wordt ook aan de passieve stand aandacht besteed. Stel, je ziet redelijk dichtbij een groep soldaten patrouilleren. Je kunt dan bepalen hoe je leger op het groepje soldaten reageert. Dat doe je door je leger in te stellen op drie houdingen: of een agressieve houding, of een verdedigende positie of gewoon negerend gedrag. Na de tutorial, die niet al te redelijk ging (maar daar kom ik later nog op terug), was alles gereed om de campaign op te starten.


De game is opgesplitst in twee campaigns, namelijk die van de Spartanen en die van de Macedoniërs. In de campaigns zit weinig afwisseling, het is een typisch verschijnsel dat je bij elke missie de Acropolis van de tegenstander moet vernietigen. Wel zijn er secundaire missies om te doen, ze helpen je om op het juiste pad te komen. Wanneer het spel begint moet je meteen aan de slag, anders ben je gewoon te laat en wordt je dorp geplunderd door de vijand. Je moet dus meteen slaven recruteren, zoveel mogelijk gebouwtjes maken, en een hoge muur bouwen. Daarnaast is het dringend nodig om soldaten te ronselen, zodat ze zij de torens kunnen bemannen om van daaruit de vijanden tegen te houden. Dit kan al binnen vijf minuten gebeuren. En dat houdt in dat je vaak al aan het begin van de game te laat begint met het bouwen. Dit is enerzijds een nadeel, anderzijds een voordeel. Hoe dan ook, het houdt je in ieder geval bij de les. De missies zijn historisch correct. Alexander de Grote, de koning van Macedonië, speelt in dit verhaal een grote rol. De missies zijn gebaseerd op de geschiedenis van Griekenland, maar dat komt jammer genoeg niet echt duidelijk over. Je krijgt aan het begin van de missie een filmpje te zien, om je bij de les te betrekken. Voor een doodnormale jongen als ik (ja, zelfs ik), is het niet interessant om je daarin te verdiepen. Naast het spelen met de Spartanen en de Macedoniërs, krijg je ook de mogelijkheid om met de Perzen en de Egyptenaren te spelen. Dit ondanks het feit dat het verhaal zich vooral op de Macedoniërs richt. Iedere factie heeft zijn eigen gebouwen en derhalve ook ook zijn eigen voordelen. Zo kan een Mystery, een unit van de Spartanen, onontdekte plekken zien. De Perzen bijvoorbeeld hebben geen Mystery, en dus moeten ze zelf op pad gaan om de gebieden te ontdekken. De verscheidenheid tussen de units en gebouwen van factie is in balans.

Naast de standaard RTS-elementen, bevat Fate of Hellas ongeveer een dozijn vernieuwingen. Ik geef twee aardige voorbeelden: je kunt vallen plaatsen; de gebouwen zijn zeer geavanceerd. Vergeleken met Age of Empires 3 biedt Fate of Hellas dan ook veel meer. Maar dat betekent níet dat de game ook veel beter is. Het valt me op dat Oost-Europese ontwikkelaars vaak vernieuwende games brengen, maar dat ze daarvoor toch niet de hemel in worden geprezen. Dat komt door de grote hoeveelheid bugs. STALKER bijvoorbeeld. Een prachtige game qua concept, maar de uitwerking was van alle kanten matig. Daar was nog overheen te komen, ware het niet dat de bugs het spelplezier bedierven. Dat nu is ook het geval bij Fate of Hellas. Ook hier is de uitwerking erg slecht. Je kunt het vergelijken met tien bier voor twee euro, maar wat heb je daar aan als het bier niet te drinken is. Je komt de bug na de andere tegen. De slaven komen vast te zitten in een dal, de slaven luisteren niet naar je orders (als ze gingen staken - en dat was JoWood’s bedoeling - dan was het anders geweest) en dan zijn er ook veel glitches. Dan moet ik ook nog iets vertellen over het saven. Het saven. Tja, dat kun je het beste vergelijken met een theekransje. Dat saven kan twee tot vijf minuten duren. En dat is toch veel te lang. Het laden gaat daarentegen wel snel. Vreemd hoor…

Dan is er ook nog niets over de kunstmatige intelligentie gezegd. Oftewel de A.I. Dat is ronduit bagger. Het kost je bijvoorbeeld veel moeite om de Acropolis te vernietigen. Want je moet eerst het kamp aanvallen. Het kamp is omringd door muren, en die stenen muren kapot slaan gaat gewoon niet. Eén van de leuke toevoeging is dan ook een unit die een ladder bij zich houdt. Je neemt die mee naar het kamp en daar staan de soldaten dus, de ladder tegen de muur gezet. Zo kunnen de soldaten naar boven. Maar nu is net dat gedeelte erg slecht uitgewerkt. Om maar wat te noemen: je moet de soldaten orders geven om de ladders op te gaan. Voel je het al aankomen? De soldaten luisteren niet, en je ze dus één voor één bij de kladden pakken en ze een individueel bevel geven. Is dat eenmaal gebeurd, dan krijgen ze problemen met het klimmen. Misschien hadden ze in de tijd van de Grieken en Romeinen moeite met ladders, maar in een game horen ze een ladder te kunnen beklimmen. Helaas kunnen ze dat niet. En zo begin je je eerste haartjes te verliezen van het trekken.

Kom op zeg, is er niets positiefs te vertellen? Natuurlijk wel. Fate of Hellas biedt, zoals al eerder werd opgemerkt, veel nieuwe mogelijkheden. Het concept is echt heel leuk, en bij sommige vernieuwingen zit je je vol bewondering af te vragen hoe ze er op zijn gekomen. Het spel ziet er aardig uit, de units zijn redelijk goed geanimeerd. Wel mochten de gebouwen en de omgeving wat beter verzorgd zijn. Maar eerlijk gezegd, let je daar niet op. Verder garanderen de veertien missies (die zo’n twee à drie uren per missie duren) veel speeluren en dat is genoeg voor de echte fan (als je tenminste geen kort lontje hebt). Qua geluid is de game redelijk standaard. Hier en daar zijn er wel wat ‘speciale’ effecten, die waren weer niet zo bijzonder dat je je vingers er bij af zit te likken.