Dodelijke date 39

Hier lees je de vorige delen...

Ik zorgde ervoor dat ik de volgende dag naar de bunker moest. Jochem dwong mij die ochtend bijna de stad in te gaan om wat nieuwe kleding te kopen. Hij zou vier brede security-mannen meesturen. Ik vond het best, maar ik wilde niet. Ik voelde mijn borst nog van het leegschieten van twee AR15-magazijnen. Jochem bleef aandringen. Ik moest al mijn tact gebruiken het tij te keren.

‘Ga nou, schat. Je hebt echt zo weinig leuke kleren. We hebben verschillende feesten binnen een paar weken. Ik wil gewoon dat je er goed uitziet’, zei hij terwijl hij in mijn deel van de inloopkledingkast keek. Deze brede deur stond altijd open in onze slaapkamer. Het was een zeer grote ruimte waar onze kleding hing en al onze schoenen lagen.
‘Dat wil ik ook, maar ik heb een trauma opgelopen de laatste keer met Willem. Ik wil dat gewoon nooit meer meemaken. Kun je je er iets bij voorstellen, Jochem? Voor jullie mag het dan normaal zijn een wapen op iemand leeg te schieten, ik zal er nooit aan wennen. Misschien wil een van de schoonmaaksters wel wat kleding voor mij kopen.’ Ik wist heel goed dat dit een risicovolle opmerking van mij was. Hij keek opzij en verbeet zijn ergernis. Ik hoopte dat hij niet zou ontploffen, ik had hem om minder zien ontploffen en daarna moorden.
‘Oké dan. Wie heb je op het oog?’ zei hij resoluut.
‘Yasmin.’
‘Jouw schoonmaakster. Hebben jullie zo’n goede band?’ Ik wist met deze uitspraak van hem dat hij mij en Yasmin misschien niet gadegeslagen had de laatste keren. Dat gaf mij wel vertrouwen. Jochems telefoon ging, hij liep de inloopkast in en sloot direct de brede deur. Deze ruimte had twee ingangen. Eén met een deur, die op de slaapkamer uitkwam, en één zonder deur die op de grote badkamer uitkwam. Ik liep naar de badkamer om mij op te maken, maar ook om te horen wat hij zei. Een gevaarlijke zet van mij, ik was mij ervan bewust.
‘Maak die troep in haar kamer, verdomme. Moet ik verdomme alles zelf doen? Ik ben zo stekeblind! Wat zeg je, klootzak? Vrijdag? Maar als het dan niet gedaan is, dan sloop ik jou langzaam en daarna je familie.’
Hij siste meer, zijn stem was niet hard. Maar na het woord ‘vrijdag’ van hem was ik direct naar de slaapkamer gelopen. De deur van de kledingkast ging met een harde zwaai open. Het was een schuifdeur die na de zwaai die hij eraan had gegeven voorgoed in de muur leek te blijven zitten. Ik zat tv te kijken en had het geluid al wat harder gezet, voordat hij de slaapkamer weer in kwam, om alle argwaan bij hem weg te nemen, alhoewel ik wist dat dit een utopie was.

‘Problemen, Jochem?’ vroeg ik onschuldig, in de wetenschap dat hij blind en doof zou zijn tot vrijdag in mijn kamer in de bunker. Een plek waar ik niet gezien of gehoord zou worden. En toch vroeg ik mij hardop af of dit ook weer een schizofrene truc van hem was. Wist hij dat ik naar de badkamer zou lopen om hem te kunnen afluisteren? Of was ik zelf paranoïde aan het worden? Ik vroeg het mij af, maar het hield mij wel scherp. Ik wilde er vanuit gaan dat hij even privé wilde zijn en geen rekening hield met de badkamer omdat hij wist dat ik in de slaapkamer was.
‘Ik zal ervoor zorgen dat je schoonmaakster meegaat’, zei hij vanuit het niets.
‘Ik ga niet mee, Jochem, dat heb ik je al gemeld.’
‘Dan geef je haar de opdrachten maar. Je moet er gewoon goed uitzien. Ik vertrouw erop dat zij met het goede thuiskomt, Martha. Mocht dit niet zo zijn, dan houd ik haar verantwoordelijk’, zei hij rustig. Hij kleedde zich snel aan en verdween, gehaast. Ik wist nooit wat hij ging doen, wie hij ging ontmoeten enzovoorts. Hij lichtte mij daarover nooit in. Ik wist inmiddels dat de informatie die ik moest geven over de kleding aan Yasmin goed moest zijn. Ze zou in één keer met het juiste thuis moeten komen. Nog niet eens met het juiste voor mij, maar het juiste voor Jochem. Jochem moest bepalen of de kleding ermee door kon. Ik kon alleen maar gokken wat hij mooi en gepast zou vinden. Mijn smaak deed er absoluut niet toe. Dit hele spel moest ik goed spelen om Yasmins leven niet te verwoesten.
Ik was er al een uur voordat Cinthia mijn kamer schoon zou gaan maken. Jochem had mij een paar weken geleden al een laptop gegeven waar ik niets mee deed. Ik keek ernaar. De klep zat dicht. Onaangeroerd liet ik hem dicht omdat ik wist dat hij, met iedere letter die ik zou intypen en elke site die ik zou bezoeken, mee zou meekijken. En toch joegen rare gedachtes door mijn hoofd. Ik kon medicijnen bestellen, wat ik maar wat graag wilde. Ik zou andere medicijnen gaan bestellen dan ik normaal deed. Ik bestelde doorgaans rustgevers, pijnstillers en antidepressiva Ik kende er genoeg. Rare gedachtes had ik, gedachtes die mij kracht gaven, maar die mij ook heel veel energie kostten.

Er werd op mijn deur geklopt. Mijn hart sloeg over. ‘Cinthia’. Ik vloog op van mijn stoel en omhelsde haar, zoende haar overal waar ik kon. Haar nek, gezicht, wangen en ogen.
‘Mam!’ siste ze bij mijn oor.
‘Zijn camera’s doen het niet, schat, net zoals het geluid. Alles is kapot. O wat ben ik blij je te zien.’ Mijn ogen vulden zich met tranen. Ik verzette mij ertegen, tegen mijn tranen. Maar het lukte niet. Mijn keel vulde zich met slijm en voelde aan alsof er stenen in zaten. Ik kon geen woord meer uitbrengen. Minutenlang niet. Ik kon alleen maar hard huilen.
Cinthia was lief, omhelsde mij alleen. Minutenlang stonden wij daar. Er werd op de deur gebonsd.
‘Gaat het goed daar?’ Mijn persoonlijke beveiliger vond het nodig het mooiste moment van mijn leven te verstoren. Hij opende de deur, ik zag direct zijn glimmende Kalasjnikov.
‘Mijn kind is ernstig ziek’, zei Cinthia snel in het Turks terwijl ze hem recht in de ogen aankeek.
‘O’, was zijn enige antwoord en hij sloot de deur weer.
‘Lieverd,’ ging ik verder, ‘je moet iets voor mij doen. Kleding voor mij halen. Mooie kleding.’
‘Maar mam, je bent zo afgevallen, ik weet niet meer welke maat je nu hebt. Wat is er in godsnaam allemaal met je gebeurd?’
‘Daar hebben we geen tijd voor, Cinthia. Veel, heel veel. Haal die kleding maar, ik denk dat ik maat 38 heb of zoiets.’ Cinthia dacht dit ook. We knuffelden langdurig waarna ze verdween. Mijn beveiliger ging met haar mee zodat ik even zonder beveiliging was. Telkens weer schoot het door mijn hoofd dan te vluchten. Maar ik wist zeker dat ik hopeloos vast zou lopen alleen al bij de poging. Gedachten schoten als vuurpijlen door mijn geest. Ik maakte een lijstje met geneesmiddelen dat ik nodig dacht te hebben voor de komende weken. De inhoud van het lijstje zag er iets anders uit dan wat ik normaal bestelde. Er stonden voor hen, de beveiligers en Jochem zelf, onleesbare woorden op. Pas na verdieping zouden ze weten wat ik precies bestelde. Ik voelde een koorts opkomen die mij bijna misselijk maakte. Ik besloot een brief te schrijven in plaats van een tabel of document waarop stond wanneer de beveiligers hun diensten afwisselden, waar de uitgangen waren die het minst bewaakt werden, waar alle camera’s en dergelijke hingen.

De brief:
Beste bevrijders en lieve dochter,

Misschien moet ik nog meer mensen noemen die allemaal met mijn ontsnapping bezig zijn, maar ik ken ze niet. Als ik zo zie hoe goed Cinthia geschminkt is dan vermoed ik dat jullie groep groter is dan een paar mensen.
Ik leef hier in een hel op aarde. Nooit meer zal ik mijn herinneringen aan deze plek kunnen uitwissen. Ik heb hier zoveel lieve, vaak heel jonge, meisjes onder mijn handen zien sterven. Jullie hebben infiltranten gestuurd waarvan er een op de meest afschuwelijke manier is vermoord. Ik heb de meest walgelijke verkrachtingen gezien en de slachtoffers soms dagenlang intensief verzorgd. Heb sommige meisjes in de door mij in het leven geroepen pilot laten meedraaien om te wennen aan het hoerenbestaan. Dagenlang heb ik met ieder meisje gesproken. Zij waren rustiger en accepteerden hun tijdelijke lot.

En dan ikzelf. Ik ben alles kwijt wat van wereldse waarde was. Mijn huis, spaargeld en mijn zaken. Ik weet niet of ik dit ooit terugkrijg. Zelf word ik dagelijks verkracht door de man die ik absoluut niet wil. Nee zeggen is hetzelfde als de handtekening onder mijn eigen doodsacte.
Dan zeg ik nu: stel dat jullie mij bevrijden en ik door kan gaan met mijn leven, stel. Denk je dan dat, wanneer jullie hem eventueel gearresteerd hebben, zijn macht ophoudt? Ik denk dat jullie het antwoord zelf wel weten. Er is geen recht dat hem tegen zal houden alleen een goddelijke. Hij is verliefd op mij geworden en zal mij nooit meer loslaten. Daarom heb ik besloten hem langzaam te vermoorden. Ik heb de medicijnen al besteld. Het plan ga ik nog bedenken.

Laat Cinthia niet meer naar binnen gaan. Ik verbied het!

Wanneer hij dood is, zal zijn imperium sneller worden overgenomen dan jullie met zijn allen kunnen vermoeden. Zijn vijanden wachten al op zijn dood. Ik ben al verschillende keren aangevallen. Alleen om hem te raken, maar dat kan niet, hij is emotioneel niet te raken. Zet de echte Yasmin weer op haar post. Ik zal jullie op de hoogte houden via het krantje.

Met veel liefs, maar met een gebroken ziel,

Martha van Salingen.