CD: Keane - Perfect Symmetry

Voor velen is het een zwart-wit band. Of je gaat er helemaal voor of je vindt het ronduit ruk. Grijze gebieden komen voor, maar Keane is een band waar velen nu eenmaal een sterk uitgesproken mening over hebben. Is het de babyface van Chaplin, zijn (te?) zachtaardige stemgeluid, het popachtige karakter dat de muziek uitstraalt? Of is het het feit dat de band geen gitaargeweld gebruikt in hun composities maar een overmaat van toetsen vaak het werk doet? Het zal allemaal meespelen en daar verandert op het derde album, Perfect Symmetry, vrij weinig aan.


Na het verrassende debuut Hopes and Fears werd de band als revelatie onthaald. Dat de groep zonder gitaar toch zo'n sterke sfeerschepping neer wist te zetten en robuuste en meeslepende melodieën creëerde was een openbaring. Persoonlijk kon ik me goed vinden in het materiaal van de eerste plaat. Wat fijnzinnige liedjes die flirten met theatrale en zwartgallige pop zijn welkom op zijn tijd. Al werd het door de vele airplay op den duur nogal uitgekauwd.

Dat laatste deed de opvolger geen goed, want door het bekende stemgeluid en concept werd Under The Iron Sea een saaier en uitgewrongen geheel. Keane heeft voor de derde plaat wat meer tijd uitgetrokken (al was het deels noodgedwongen door de verslaafde toestand van zanger Chaplin). De groep kondigde aan een organischer geluid te willen neerzetten voor deze plaat. Als ze met organisch een jaren tachtig sfeer en teveel keyboard bedoelen dan is het ze dubbel en dwars gelukt.


Niet alleen de cover gaat terug naar de tijd van de schoudervullingen en kleurrijke colbertjes, maar ook muzikaal gaat Keane terug in de tijd. De singles 'Spiralling' en 'The Lovers Are Losing' houden de schijn nog hoog en spelen tegelijkertijd met recentere tijden, maar het leeuwendeel van de plaat duikt met een noodgang richting "Eighties". 'Better Than This' trapt af met een Bowie-intro (Ashes To Ashes) en houdt die tijdsgeest vast. De semi-olijke uptempo pop van weleer kan moeilijk beklijven en klinkt zoeter dan een in een siroop gedoopte suikerspin. 'You Haven't Told Me Anyhting' maakt gebruik van een tenenkrommend en dof drumcomputertje en een triangeltje dat het geluid geen goed doet. 'Perfect Symmetry' en 'You Don't See Me' klinken wat melancholischer en mengen het Dolly Dots-tijdperk met de ballads van Hopes and Fears waardoor deze creaties nog een voldoende halen. In het totaalplaatje zakt Keane nog verder af, waardoor de kans bestaat dat ten tijde van een volgende plaat velen Keane nog minder uit kunnen staan.


Label: Island/Universal Datum: Oktober 2008 Waardering: