Giro: Etappe 20 - Alles of niks voor Dumoulin

Lang reed Dumoulin in het roze, maar met twee ritten te gaan is hij de trui weer kwijt. Het was niet zijn dag, dat werd al snel duidelijk. In het begin van de rit, tijdens een lichte afdaling, was hij totaal niet aan het opletten.

Ergens aan de achterkant van het peloton was hij moppen aan het tappen met Tejay van Garderen, Laurens ten Dam en ook Bauke Mollema. Zijn ploeggenoten wisten dat niet en reden hard op kop, hoewel niemand weet waarom. In ieder geval zag Rojas, die namens Movistar Dumoulin moest schaduwen, dat Dumoulin achterin zat en dat het tempo al werd opgedreven. Snel gaf hij door dat de ploeg moest gaan rijden en voor we het wisten reden Bahrain en Movistar kop over kop, terwijl Dumoulin in geslagen positie leek te zitten.

Gelukkig waren er meer renners die de slag hadden gemist, waaronder Kruijswijk, Mollema en Yates. LottoNL-Jumbo, Trek en Orica staken een handje toe en zo bleef het ontstane gat beperkt, ondanks het feit dat de GPS ons wilde doen geloven dat het in de minuten liep. Op een lastige klim in het midden van de rit reden de slapers weer naar de kop van de koers.

Toch was daar al een indicatie dat het niet zo goed ging met Tom. Er werd zo hard gereden dat de kopgroep van de dag halverwege de rit al ingelopen was, maar nadat Dumoulin en co weer aansloten viel het stil en dus reed er weer een nieuwe groep weg. In die groep zaten weer dezelfde renners als altijd. Rui Costa, Pierre Rolland en Mikel Landa, het zijn geen verrassingen meer.

Landa was getergd na twee tweede plaatsen en wilde dan nu eindelijk voor de overwinning gaan. Dat lukte hem, na goed werk van ploeggenoot Sebastian Henao reed hij op de slotklim naar de eerder gedemarreerde Costa toe en liet hem al snel ter plaatse. In de achtergrond moest Dumoulin al snel lossen, eigenlijk meteen in de eerste meters van de klim. Hij had slechte benen, kon niet volgen en mocht nog blij zijn dat Simon Geschke wel goede benen had.

Geschke sleepte hem lang naar boven, maar het laatste deel moest Dumoulin toch echt zelf doen. In de groep der favorieten gebeurde verrassend weinig, zelfs het feit dat de roze trui moest lossen leverde geen spervuur aan aanvallen op. Quintana en Nibali hadden duidelijk niet de benen, maar het duurde even voor de andere renners dat in de gaten houden. Daarom vielen Pinot, Zakarin en Pozzovivo pas laat aan.

De aanval van Pinot was dan wel weer behoorlijk sterk, hij pakte voor de tweede dag op rij redelijk wat tijd op de rest. Vooraan kwam in de tussentijd Mikel Landa als eerste aan de streep, hij won met een ruime voorsprong op de andere vluchters. De derde Baskische ritzege deze Giro, het is wel een feestje. Voor Landa na meerdere teleurstellingen eindelijk een reden om te juichen. Als je hem tijdens deze rit zag rijden had hij zonder die valpartij mee kunnen doen voor het roze.

Dumoulin verloor uiteindelijk meer dan een minuut op Quintana, Nibali en de rest. Hij is de roze trui kwijt en staat nu 38 seconden achter op Nairo Quintana. Er is nog niks aan de hand, in de tijdrit kan hij dat nog rechtzetten. Dan moet hij alleen nog wel de laatste bergrit overleven en dat gaat geen sinecure worden. De laatste bergrit van deze 100e Giro is zwaar, heel zwaar.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
De voorlaatste rit van de 100e Giro start in Pordenone, een stad met 51.000 inwoners in de regio Friuli-Venezia Giulia. Het is de geboortestad van Davide Cimolai, een renner van FDJ. Hij is een beetje een atypische Italiaan, want hij rijdt ieder jaar de Tour en heeft zelfs nog nooit de Giro gereden. Het is een renner die op een goede dag iedereen kan verslaan in een sprint als de aankomst een beetje lastig is, maar zijn goede dagen lijkt hij alleen te beleven tijdens de Ronde van Catalonië. Een vreemde patriot dus.

De Giro is twee keer aangekomen in Pordenone. Voor het eerst in 1974, toen Enrico Paolini naar de winst reed. Een dag daarna zou er ook een rit vertrekken vanuit Pordenone, met aankomst op Rifugio Auronzo. Die rit zou gewonnen worden door de grote Spaanse klimmer José Manuel Fuente. Eén jaar later kwam de Giro terug naar Pordenone, met weer een aankomst in de stad en de dag erna een vertrek.

De rit met aankomst in deze stad werd gewonnen door de Colombiaan Martín Emilio Rodríguez, waar verschillende sterke verhalen over zijn verschenen. Zo schijnt hij een van de betere klimmers van zijn generatie te zijn geweest, maar kon hij dat nooit laten zien omdat hij pas op zijn 30e naar Europa kwam. In de paar jaar dat hij in Europa reed was hij vooral vaak de knecht van Felice Gimondi, die zonder de hulp van Rodríguez een aanzienlijk kleinere erelijst had gehad. Volgens Rodríguez zelf dan, tenminste.

Rodríguez cijferde zichzelf steeds weg voor Gimondi en kon daarom maar sporadisch zelf voor de winst rijden. In Pordenone lukte hem dat dan toevallig wel. Vervelend vond hij het niet, dat knechten. Naar eigen zeggen werkte hij voor twee, maar werd hij ook voor twee betaald. Aparte jongens wel, die Colombianen.

In 1975 zou er ook nog een rit vertrekken vanuit Pordenone en deze rit met aankomst in Allego werd gewonnen door niemand minder dan Roger De Vlaeminck. De stad Pordenone zelf is niet bijzonder boeiend. Het schijnt in de tijd van de Romeinen al bewoond te zijn geweest, maar in de eeuwen daarna gebeurde er niet veel.

Pas in de middeleeuwen was er weer wat te beleven in deze stad. In de oude binnenstad vind je nog wel wat overblijfselen uit vervlogen tijden, waaronder een aardige kerk. Ook is er nog een archeologisch museum, maar verder zijn er maar weinig redenen te bedenken om lang in Pordenone te verblijven.

Het kerkje in Pordenone (Foto: Panoramio)
Het kerkje in Pordenone (Foto: Panoramio)

De route
De renners starten in het centrum van Pordenone en via allerlei smalle straatjes met kasseien rijden ze langs alle fraaie gebouwen van de stad. Eenmaal buiten de stad begint de koers echt. Het peloton rijdt over rechte en brede wegen door het Italiaanse platteland. In de eerste kilometers van de rit is er echt helemaal niets te beleven, dus rijdt men zonder verdere noemenswaardigheden richting Conegliano.

In deze stad is na 30 kilometer al de eerste tussensprint van deze rit. Ondertussen hebben we dan ook Friuli verlaten en zijn we weer terug in Veneto. In Conegliano is de Giro de laatste jaren een aantal keer geweest, zo startte hier de epische rit naar Gardeccia in de Giro van 2011. Ook in de Giro van 2015 speelde de stad nog een rolletje, in de tijdrit naar Valdobbiadene werd Conegliano gepasseerd.

In deze stad zijn meerdere grootheden geboren. Zo komt Alessandro Del Piero hier vandaan, net als Marzio Bruseghin. Daarnaast zag ook de immer teleurstellende Sacha Modolo hier het eerste levenslicht. Na een omslachtige tocht door Conegliano fietsen de renners een aantal kilometer richting het noorden over een rechte weg. Het blijft nog even vlak, maar daar gaat snel verandering in komen.

Na 36 kilometer koers verlaat het peloton de rechte en brede weg, slaan ze linksaf en beginnen ze aan de eerste klim van de dag. Uit het niets komt er een stevige muur tevoorschijn, de Muro di Ca' del Poggio. Dit muurtje, een klim van de vierde categorie, is 1,1 kilometer lang en 12,2% gemiddeld. Het is een verschrikkelijk zwaar ding, vooral omdat er ook een paar stroken aan 16 en 18% bij zijn. Deze extreem steile muur werd voor het eerst in de Giro van 2014 gebruikt, in een rit met aankomst in Vittorio Veneto.

Het zou een rit voor de vluchters worden en op deze steile muur reed Stefano Pirazzi met een aantal anderen weg. In de straten van Vittorio Veneto zou hij het klusje vervolgens klaren en zo won Pirazzi na ontelbare mislukte aanvallen dan eindelijk een keer een koers. Hij gaf zijn criticasters de middelvinger. Die middelvinger kreeg hij vlak voor het begin van deze Giro terug, toen hij werd samen met ploeggenoot Ruffoni werd betrapt. Tutti Pazzi per Pirazzi!

De eerste korte, maar pittige beklimming van de dag (Bron: Giro d'Italia)
De eerste korte, maar pittige beklimming van de dag (Bron: Giro d'Italia)

Het is een stevig muurtje (Foto: Panoramio)
Het is een stevig muurtje (Foto: Panoramio)

Na 37 kilometer komen de renners boven op deze beestachtige muur. Vooral het begin van de muur werkt nogal demoraliserend, omdat de weg een aantal hectometer rechtdoor loopt terwijl het al aan meer dan 10% stijgt. Je kijkt echt letterlijk tegen een muur aan. Richting de top van de klim wordt het dan weer wat bochtiger, wat ook mooie plaatjes oplevert, vooral omdat we in de omgeving van de processo zijn. De wijnranken zijn hier overal te vinden.

Boven op de muur slaat het peloton rechtsaf en gaan ze op weg naar San Pietro di Filetto. Richting San Pietro loopt het nog één kilometer vals plat omhoog aan amper twee procent en daarna volgt er een korte afdaling van een kilometer, waarna het weer even een paar meter vals plat omhoog loopt. We doen er nog een vlakke kilometer bij en dan gaat het drie kilometer naar beneden, zonder veel moeilijkheden.

Tussen de wijnranken door fietst men richting Pieve di Soligo en na de passage in dit dorp wordt er even richting het noorden gefietst, over vlakke en rechte wegen. Het is acht kilometer vlak, tot Follina. In dit dorpje slaat de hele karavaan linksaf en beginnen ze aan een ongecategoriseerde klim van vier kilometer aan 5%.

Het gaat drie kilometer lang vrij geleidelijk omhoog, maar in de laatste kilometer van dit klimmetje wordt het serieus. Het gaat dan zelfs aan 10% omhoog. Dat zijn van die leuke, typisch Italiaanse verrassingen. Niks in het roadbook zetten en er ook geen bergprijs van maken, waardoor de renners niks verwachten. Krijg je ineens zoiets in je smoel.

Enfin, in Combai bereikt de klim z'n hoogtepunt en daarna loopt het nog twee kilometer lichtelijke vals plat verder omhoog. Een afdaling van drie kilometer met een aantal scherpe bochten volgt. De koers komt door het dorpje Guia en vanaf dat moment zullen sommige renners het gevoel krijgen dat ze op een bekende weg zitten. We volgen vanaf Guia dezelfde weg richting Valdobbiadene als in de tijdrit van 2015.

Buiten Guia loopt de weg weer twee kilometer vals plat omhoog en vervolgens wordt er twee kilometer gedaald richting Valdobbiadene, zonder veel lastige bochten. Na 68 kilometer bereikt het peloton dit stadje, waar dus in 2015 een tijdrit eindigde. Die tijdrit werd gewonnen door Vasil Kiryienka, voor Luis Leon Sanchez.

De wijnranken bedekken het landschap (Foto: Panoramio)
De wijnranken bedekken het landschap (Foto: Panoramio)

We fietsen dwars door het land van de prosecco, maar buiten Valdobbiadene gaat dat veranderen. Na Valdobbiadene blijft de weg nog een aantal kilometer licht naar beneden lopen, terwijl de weg redelijk smal is. Er zijn ook nog een paar bochtjes, daardoor is dit niet direct het meest aangename deel van de rit. Dit duurt niet lang, al snel komt men weer op een brede weg terecht, aan de oevers van de rivier Piave.

Het is nu even een aantal kilometer vlak. De renners rijden richting Fener, nadat ze eerst over de Pieva fietsen. In Fener begint het volgende klimmetje wel weer, er wordt twee kilometer geklommen aan ongeveer 4% richting Quero. Als dit klimmetje achter de rug is wordt er weer gedaald richting de Piave, over een rechte weg. Dit afdalinkje is maar twee kilometer lang en vervolgens fietst men zes kilometer langs de Piave over een weg die een beetje glooiend is.

Helemaal vlak wil het hier niet worden, het gaat steeds een aantal meter omhoog en dan weer naar beneden. Na 88 kilometer koers laten we de Piave achter ons en fietsen we via Anzù richting Feltre, waar de tweede tussensprint van de dag is. Feltre is een stad waar de Giro nog wel eens wil passeren. Zo was hier in 2011 nog de start van een rit.

De renners Davide Malacarne en Alberto Cecchin zijn hier geboren, maar dat zijn bepaald geen grootheden. Malacarne is ondertussen gestopt en Cecchin fietst bij Wilier Triestina, maar ondanks het totale gebrek aan kwaliteit bij die ploeg wist hij er alsnog in te slagen om niet voor deze Giro geselecteerd te worden.

De tussensprint in deze stad komt na 91 kilometer. Richting Feltre loopt de weg al steeds een beetje omhoog en dat gaat ook buiten de stad zo blijven. We gaan op weg naar de eerste echte klim van de dag, het is bijna tijd voor de Monte Grappa.

Oude gebouwen in Feltre (Foto: Panoramio)
Oude gebouwen in Feltre (Foto: Panoramio)

Na de tussensprint in Feltre duurt het nog zeven kilometer voor de klim naar Monte Grappa begint. In deze kilometers loopt het een klein beetje omhoog, maar het is eigenlijk zo goed als vlak. Zeker vergeleken met dat wat na 98,5 kilometer komt. De beklimming van de Monte Grappa begint.

Van deze kant is deze berg van de eerste categorie 24 kilometer lang en 5,3% gemiddeld. Qua gemiddelde klinkt dat niet zo interessant, maar door een aantal stukjes vals plat en een tweetal korte afdalingen tussendoor lijkt het makkelijker dan het is. De klim begint in het dorpje Caupo en het gaat meteen serieus omhoog. Het eerste deel van de klim is het meest consistent, het gaat 8,5 kilometer omhoog aan 7,8%. De steilste strook zit meteen in de eerste kilometer, het gaat direct aan 11% omhoog.

Na die eerste kilometer wordt het niet meer zo steil, maar toch blijft het steeds tussen aan zes tot negen procent stijgen. Dit is het spannendste stuk van de klim, hier kan de koers meteen ontploffen. Na 8,5 kilometer klimmen volgt een stuk van vier kilometer aan 3% gemiddeld. Het gaat even vals plat omhoog, een mooi moment om even op adem te komen.

Dat zal ook wel nodig zijn, want daarna gaat het weer 3,5 kilometer aan 8% omhoog, met stroken richting 10%. Na dit stuk van de klim moet er nog acht kilometer worden afgelegd tot de top. Dit zijn de makkelijkste kilometers van de klim, hoewel de onregelmatigheid wel nog voor wat verrassingen kan zorgen. Het zal 2,5 kilometer vlak zijn, met zelfs nog een kort afdalinkje, maar daarna gaat het 500 meter aan 10% omhoog.

Na dit steile stukje gaat het weer even naar beneden, in dit stuk zit ook nog een lastige bocht. De renners komen dan langs een berghut en gelijk gaat het weer aan 10% omhoog, wat vervolgens snel afzwakt richting 7%. Op drie kilometer van de top loopt het aan 6,5% omhoog, vervolgens wordt het weer wat vlakker en gaat het een kilometer omhoog aan 4%. Richting de top wordt het dan weer even steil, met een laatste kilometer aan 7% en een laatste strook aan 9%. Na 122 kilometer, op minder dan 70 kilometer van de streep, komt iedereen boven.

Het profiel van de Monte Grappa (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de Monte Grappa (Bron: Giro d'Italia)

Mooi uitzicht vanaf de Monte Grappa (Foto: Panoramio)
Mooi uitzicht vanaf de Monte Grappa (Foto: Panoramio)

De Monte Grappa heeft een grote naam, maar is eigenlijk nog niet eens zo gek vaak beklommen in de Giro. In totaal maar vijf keer zelfs. Je kan de Monte Grappa van drie kanten beklimmen en de kant die nu wordt beklommen is eigenlijk de minst lastige. Alsnog heel lastig, maar het had dus nog erger kunnen zijn.

De kant die we nu doen is alleen in 1974 al een keer beklommen. In 1968 kwam de klim voor het eerst langs in de Giro, toen werd het beklommen van de zijde die nu gaat dienen als afdaling. In 2010 en 2014 werd de klim bedwongen van een derde zijde, vanuit Semonzo.

In 2010 volgde na de klim dezelfde afdaling als tijdens deze rit. Een toen nog jonge Vincenzo Nibali, die vooral als knecht van Ivan Basso fungeerde, reed weg in deze afdaling en kwam uiteindelijk solo aan in Asolo. Dit was misschien wel de afdaling waar hij zijn status als meesterdaler aan heeft te danken.

In 2014 was er geen afdaling, toen werd er zelfs helemaal richting de top gereden, naar de Cima Grappa. Die rit in 2014 was een MTT, een tijdrit met aankomst bergop. Nairo Quintana reed toen op de flanken van de Monte Grappa iedereen op een hoop. Alleen Aru kon enigszins in de buurt blijven, de rest werd gekleineerd.

De Monte Grappa is een berg die buiten het wielrennen ook veel geschiedenis heeft. Op de top is een reusachtig monument te vinden, ter ere van de soldaten die op deze plaats het leven lieten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op de flanken van de Grappa werd veelvuldig gevochten, de Italianen namen het in 1917 en 1918 op tegen de Oostenrijkers en de Hongaren.

Meer dan 23.000 soldaten kwamen tijdens deze gevechten om het leven. Over het monument is goed nagedacht, de Italiaanse slachtoffers liggen aan de zuidkant, richting het land dat ze verdedigden. De Oostenrijkers liggen dan weer aan de noordkant, richting het land waar ze vandaan kwamen.

Het prachtige monument op de Grappa (Foto: Panoramio)
Het prachtige monument op de Grappa (Foto: Panoramio)

De afdaling richting Romano d'Ezzelino is 26 kilometer lang en in die kilometers gaat het gemiddeld aan 6% naar beneden. Het is een verschrikkelijk lastige en technische afdaling. Niet voor niets reed Vincenzo Nibali hier in 2010 weg van de rest, met een beetje zin voor risico kan je hier het verschil maken. De weg is smal, het wegdek is op sommige plaatsen heel slecht en er zijn enorm veel vervelende bochten.

De eerste negen kilometer van de afdaling gaat het stevig naar beneden, met stroken aan 10%. Er zijn een aantal haarspeldbochten, maar vooral veel korte en scherpe bochtjes. Dit is het deel van de afdaling waar je op je hoede moet zijn, hier kan veel gebeuren. Na dit eerste deel volgt een tussenstuk van vijf kilometer. Het is zo goed als vlak en soms loopt de weg zelfs nog een beetje omhoog, maar het blijft wel bochtig.

De weg blijft ook smal, dus een opgelopen achterstand even inhalen is niet zo evident. Na dit tussenstuk loopt het weer steiler naar beneden. Richting het eind van de afdaling komen de renners nog in een fase met talloze haarspeldbochten terecht. Een aantal van deze bochtjes zijn behoorlijk pittig, enige stuurmanskunst is zeker geen overbodige luxe.

Het blijft stevig dalen tot Romano d'Ezzelino, in de laatste tien kilometer van de afdaling is er bijna geen rustmoment meer. Na 148 kilometer, op iets meer dan 40 kilometer van de streep, komen de renners beneden en maken ze zich op voor een tocht van 13 kilometer door de vallei van de rivier Brenta.

Van Romano d'Ezzelino rijden ze over wat smallere wegen richting Pove del Grappa, waar ze de smalle wegen even hebben gehad en over de snelweg langs de Brenta komen de fietsen. Het gaat een aantal kilometer bijna volledig rechtdoor en het is volledig vlak. Het dal van de Brenta is prachtig, dat merken de renners vooral in Valstagna. Hier ligt de voet van de slotklim.

We rijden even door de mooie vallei van de Brenta (Foto: Panoramio)
We rijden even door de mooie vallei van de Brenta (Foto: Panoramio)

Na de lange en lastige afdaling en de tocht door de vallei gaat na 161 kilometer de allerlaatste klim van deze Giro beginnen. Een vreemde klim, want het is de eerste keer dat deze klim deel uitmaakt van de Giro. Tijdens de 100e editie van deze prachtige koers is de laatste berg dus geen mytische col, maar een debutant.

Er wordt geklommen naar het dorpje Foza. De klim is 14 kilometer lang en 6,7% gemiddeld, wat het een beklimming van de eerste categorie maakt. De strijd om de bergtrui is overigens al lang beslist, dus veel maakt dat niet meer uit. Het gaat richting Foza behoorlijk gelijkmatig omhoog, hoewel de klim nog wel makkelijk begint. Het stijgt anderhalve kilometer aan 4%, maar daarna gaat het een aantal kilometer omhoog aan 7%.

Na vier kilometer volgt er dan weer een wat makkelijker stuk, met een aantal kilometer aan 6%, maar daarna gaat het weer braaf verder omhoog aan 7%. Halverwege de klim is er een lastige strook aan 8%, maar de lastigste strook van de klim komt pas na 10 kilometer klimmen. Het gaat even aan 9% omhoog, met een uitschieter naar 11%. In de laatste drie kilometer van de klim blijft het stijgen aan 6 à 7%, het wordt nooit meer makkelijk, maar echt veel lastiger ook niet.

Het is een beklimming met ontzettend veel haarspeldbochten, in een aantal kilometer komen er achter elkaar een stuk of 20 voorbij. Een aantal van die haarspeldbochen zijn zo scherp neergelegd dat er bergop geremd gaat moeten worden, anders zijn deze bochten niet te nemen. Het maakt de klim toch nog een tikkeltje lastiger. Ondanks de gelijkmatige stijging kan je hier door de vele scherpe bochten niet één tempo rijden. Het gaat hier tempowisselingen regenen.

Positionering is ook belangrijk, want bijna alle haarspeldbochten liggen in het eerste deel van de klim. Het tweede deel van de klim heeft minder haarspeldbochten, het gaat nu wat meer rechtdoor. Ondanks het feit dat je de 100e Giro misschien liever afsluit met een legendarische col, is deze berg wat mij betreft een mooie ontdekking. De klim is lastig genoeg en het uitzicht dat de renners bijna de hele beklimming zullen hebben is op sommige momenten spectaculair te noemen.

Het profiel van de slotklim van de 100e Giro d'Italia (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotklim van de 100e Giro d'Italia (Bron: Giro d'Italia)

De haarspeldbochten zijn hier bijzonder scherp neergelegd (Foto: Panoramio)
De haarspeldbochten zijn hier bijzonder scherp neergelegd (Foto: Panoramio)

Na 175 kilometer, op 15 kilometer van de streep, komen de fietsende lijken aan in Foza. Na de passage door dit dorpje gaat het drie kilometer licht naar beneden, over een brede weg. Er zijn een aantal bochten, maar niets om wakker van te liggen. Als dit afdalinkje voorbij is wordt het zo goed als vlak, met af en toe nog wat meters in stijgende lijn.

De coureurs blijven over dezelfde brede en bochtige weg fietsen, die ze rechtstreeks naar Asiago brengt. Op negen kilometer van de streep begint het langzaam weer een beetje omhoog te lopen, tot op vijf kilometer van de streep. In die vier kilometer gaat het grotendeels vals plat omhoog, met maar twee stroken van een paar honderd meter die wel serieus te nemen zijn qua stijgingspercentage. Voor de rest kan je het ook net zo goed vlak noemen.

Op vijf kilometer van de streep rijdt men door Gallio en na een laatste hellende strook aan het eind van dat dorp gaat het in dalende lijn verder richting de finish in Asiago. Tot de finishplaats komen de renners geen bochten meer tegen, maar de Giro zou de Giro niet zijn als ze toch nog wat leuks hadden bedacht voor het slot van deze rit.

Bij het binnenrijden van Asiago, op anderhalve kilometer van de streep, ligt een rotonde en hier volgt een scherpe bocht naar links. Vervolgens volgt er bij de boog van de laatste kilometer een scherpe bocht naar rechts en dan gaat het even een aantal meter stevig naar beneden. Op 600 meter van de streep krijgen we dan een scherpe bocht naar links en dan gaat het rechtdoor tot op 350 meter van de streep.

Met nog 350 meter te gaan krijgen we te maken met de laatste bocht van de rit, deze keer een zeer scherpe bocht naar rechts. Het loopt nog lichtjes naar beneden, tot op 150 meter van de streep. In de allerlaatste meters van deze laatste bergrit van de Giro gaat het nog aan 5% omhoog. Na 190 kilometer koers finishen we dan voor de deur van een of andere potsierlijke woning.

Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De weinig idyllische finishstraat (Foto: Google Maps)
De weinig idyllische finishstraat (Foto: Google Maps)

De finishplaats
Asiago is een dorp met 6400 inwoners in de provincie Vicenza, regio Veneto. Het is ook een kaassoort, maar dat boeit dan weer helemaal niemand natuurlijk. Asiago ligt op een hoogvlakte en is eigenlijk vooral een wintersportoord.

Bekende wielrenners komen er niet uit dit dorp, maar wel een bekende schaatser. Asiago is het dorp van Enrico Fabris, zo'n Italiaantje dat een aantal jaar geleden z'n best deed om de Nederlandse dominantie bij die afgrijselijke G-sport te doorbreken. Geen idee of ie nu nog actief is trouwens, ik kijk al jaren niet meer naar die parodie op een sport.

Ondanks het feit dat hier niet veel wielrenners vandaan komen is de Giro hier toch regelmatig geweest. Asiago is dus zo'n wintersportoord waar ze graag met geld wapperen, want anders komt de koers niet. Dat is ook te zien aan het uiterlijk van het dorp, er staan een aantal bijzonder fraaie en statige gebouwen in het centrum. Er staat overigens ook wel wat kitsch tussen, maar dat is niet strafbaar.

In 1930 kwam de Ronde van Italië hier voor het eerst, de overwinning was toen voor Antonio Pesenti. Deze jongen zou twee jaar later de Giro winnen, in die tijd dus geen kleine naam. 42 jaar later kwam de koers pas weer terug naar dit dorp en Roger De Vlaeminck boekte bij die gelegenheid maar weer eens een overwinning.

Daarna duurde het weer lang voor de Giro opnieuw naar Asiago kwam. In 1993 pas weer, de winst was toen voor Dimitri Konyshev. Deze 100e Giro is overigens een ode aan Konyshev. De Rus heeft tijdens zijn carrière vier ritten gewonnen in de Giro. In Terme Luigiane, waar de zesde rit van deze Giro eindigde, in Castrovillari, waar dan weer de zevende rit begon, in Vasto, waar we tijdens de negende rit onderweg passeerden en dus ook in Asiago, waar we nu eindigen. Dat kan geen toeval meer zijn, iemand bij RCS heeft een zwak voor Konyshev.

Goed, de laatste keer dat de Giro Asiago aandeed was in 1998. Fabiano Fontanelli, die later ook nog een slecht plasje inleverde, versloeg toen onder meer Paolo Bettini. Nu, bijna 20 jaar later, zijn we weer terug en gaat het dorp een grotere rol spelen dan ooit tevoren.

Het centrum van Asiago (Foto: Panoramio)
Het centrum van Asiago (Foto: Panoramio)

TV & het weer
In Asiago wordt het 's middags 19 graden, met een klein beetje kans op neerslag en weinig wind. Asiago ligt op 1000 meter hoogte, dus daarom dat het er niet zo warm is. Beneden in het dal zal het een stuk warmer zijn, zo is het in startplaats Pordenone 28 graden in de middag. Tussen de beklimmingen door gaat het dus weer een warme dag worden voor de renners.

De rit begint om 11:55 en tien minuten later hebben de renners de keitjes in de straten van Pordenone gehad en gaan ze door de vallei fietsen, richting de laatste beklimmingen van deze Giro. Als mijn gids klopt is Eurosport er pas relatief laat bij, om 13:50. Ze zullen eerst vast nog een of andere C-sport moeten uitzenden waar geen hond naar kijkt, maar waar ze toch de rechten van hebben omdat ze zo megalomaan zijn dat ze alle rechten willen hebben.

Enfin, rond 13:50 zitten we in een vlak stuk van de rit en zijn we op weg naar Monte Grappa. Die klim gaan we niet missen, in ieder geval. Hoewel we het natuurlijk wel voor de helft missen omdat Eurosport toch weer naar de break moet. Net zoals ze tijdens de vorige rit even een aantal keer naar de break gaan terwijl Dumoulin op achterstand rijdt. Echt geweldig. Tussen 16:56 en 17:33 worden de renners trouwens aan de finish verwacht, tegen die tijd zal dan wel duidelijk zijn of er misschien voor het eerst in de historie een Nederlander de Giro gaat winnen.

Favorieten & voorspelling
De laatste bergrit en dus ook de laatste kans voor de mindere tijdrijders om voor de best mogelijke uitgangspositie te rijden met het oog op de afsluitende tijdrit. De vlakke aanloop is in het voordeel van de vluchters, maar de Monte Grappa is zwaar genoeg om alles nog terug te halen. Ook de klim naar Foza is nog zwaar, dus als bepaalde ploegen nog eens een keer hun mannen op kop laten rijden krijgen we een rit waar de klassementsrenners het uit gaan vechten.

Er zijn veel renners die er belang bij hebben om de koers hard te maken. Nibali, Pinot en Quintana moeten nog veel tijd pakken op Dumoulin om zeker te kunnen zijn van hun zaak. Ik verwacht weer een snelle rit, die gaat ontploffen op de Monte Grappa. Er is nu geen tijd meer om te wachten op de laatste klim.

Movistar en Bahrain gaan weer ouderwets mannetjes in de vroege vlucht sturen, die dan hun rol moeten gaan spelen aan het eind van de rit. Voor Dumoulin de taak om nu wel alert te zijn, hoewel de benen dan ook beter zullen moeten zijn dan tijdens de vorige rit.

Deze rit heeft enorm veel potentie, het kan een waar spektakel worden. Waarschijnlijk niet met de afloop waar iedereen op hoopt, maar objectief gezien mag dat de pret niet drukken. Nibali gaat in de afdaling van de Monte Grappa weer aanvallen, dat kan bijna niet anders. Hij kent de afdaling en hij weet dat hij daar het verschil kan maken.

Bergop ziet het er misschien niet altijd even indrukwekkend uit, maar dit is een afdaling waar hij weg kan rijden. Als hij dan vervolgens in de vallei daarna nog een ploegmaat bij zich heeft die zich terug heeft laten zakken uit de kopgroep, dan kan hij de Giro op z'n kop zetten. Het is Nibali en het is de laatste bergrit, dus je kan iets verwachten. Ook Movistar moet je nooit onderschatten, die jongens gaan nog dingen doen.

1. Hirt. Deze Tsjechische god van CCC is al dagen aan het schroeien. De derde week is zijn week, hij is dus eigenlijk een soort van Kruijswijk. Maar dan wel een Kruijswijk met betere benen, want Hirt kan steeds volgen. Tijdens deze rit gaat hij alleen niet volgen, hij gaat in de aanval. Jan Hirt gaat mensen om hun moeder laten roepen. Het wordt een prachtige overwinning.

2. Nibali. Lo Squalo gaat in de afdaling van de Monte Grappa naar beneden vliegen. Het is voor hem de beste mogelijkheid om een gat te slaan, want bergop heeft hij moeite om Pellizotti te volgen. Toch kan dat bij Nibali een dag later ineens helemaal anders zijn, hij heeft wat dat aangaat wel wat weg van Landis. Biertje drinken en daarna vliegen, niks mis mee.

3. Zakarin. De Tartaar uit Tatarije is in topvorm. Hij gaat de laatste dagen steeds in de aanval en pakt ook steeds wat tijd terug. De afdaling van de Monte Grappa ligt hem iets minder, maar als hij die afdaling weet te overleven gaat niemand hem lossen op die laatste klim. Met het oog op de tijdrit die daarna nog volgt ziet het er dan goed uit voor onze Russische anabolenkameraad.

4. Quintana. Niet in topvorm, maar toch in de roze trui. Eigenlijk is het een beetje een belediging voor de koers. Iemand die dit meer ziet als een voorbereiding op de Tour, die dan met de winst gaat lopen. Kan eigenlijk helemaal niet. Mag van mij dus best wat tijd verliezen tijdens deze rit. Zou ook niet eens zo onlogisch zijn, het ziet er een beetje flets uit de laatste ritten. Geen splijtende demarrages, zelfs niet als hij ziet dat Dumoulin moet lossen.

5. Pozzovivo. Kleine Domenico rijdt misschien wel zijn beste Giro ooit. Goed, hij werd ooit al eens vijfde, maar na een paar mindere jaren is het wel leuk om hem nu weer zo aanvallend en sterk te zien koersen. Het laatste deel van deze rit is alleen een beetje in zijn nadeel, maar verder kan hij best nog een plekje gaan stijgen in het klassement, want Dumoulin of Pinot gaat sowieso wel wegvallen. Pinotje krijgt nu natuurlijk ineens weer druk vanuit Frankrijk en dan weet je wat er gaat gebeuren.

Overigens begin ik last te krijgen van hooikoorts, maar zelfs dat is minder vervelend dan Eurosport.