Biograaf ziet nog geen nieuwe Paul Verhoeven

In Nederland is op dit moment geen jonge versie van Paul Verhoeven te vinden. Dat vindt filmjournalist en biograaf Rob van Scheers, die drie jaar met Verhoeven samenwerkte en talloze columns met en een biografie over de filmmaker schreef. De eerste bundeling, Volgens Verhoeven, verscheen in 2012. Het vervolg, Meer Verhoeven, wordt zondag gepresenteerd.

"Het is appels met peren vergelijken, want ieder mens wordt grotendeels gevormd door de tijd waarin hij leeft, maar ik zou geen moderne filmmaker kunnen noemen die in de buurt komt van Paul Verhoeven", zegt Van Scheers tegen Novum Nieuws. Wat hem betreft staat de maker van filmhits als Turks Fruit en Soldaat van Oranje nog altijd op eenzame hoogte.

"En Paul heeft het ook in Hollywood weten te maken", gaat Van Scheers verder. "Het is een veelgehoord cliché, maar dat is nog steeds maar weinig Nederlanders gelukt. Je hebt nog René Daalder en Menno Meyjes, en natuurlijk Jan de Bont, maar dan houdt het al snel op."

Van Scheers is best te spreken over recente Nederlandse films, en noemt met name Hemel, Boven Is het Stil en Wolf. Ze wonnen elk minstens één Gouden Kalf en vielen ook op buitenlandse filmfestivals in de prijzen. Een echte instantklassieker kan Van Scheers echter niet noemen. "De meeste Nederlandse films van nu lijken meer op televisie of zelfs soaps. Het is geen tijdloze cinema."

"Natuurlijk is het een kwestie van geld", zegt Van Scheers. "De Nederlandse filmbranche moet het met een schijntje doen ten opzichte van Hollywood. Maar het is te simpel om alleen de budgetten de schuld te geven." Hij wijst naar andere, betrekkelijk kleine, Europese landen. "De Belgen en de Denen lijken op ons uit te lopen."

Het achterblijven van de Nederlandse filmindustrie is voor een belangrijk deel te wijten aan de grote versnippering, meent Van Scheers. "Er wordt te weinig met één mond gesproken, iedereen ventileert een andere mening. Mede daardoor krijg je een tamelijk krachteloos gebaar van de overheid, die na bijna een jaar stoeien met een subsidie van twintig miljoen euro op de proppen komt."

De Nederlandse overheid besloot al in 2012 de bijdragen aan cultuur stevig terug te schroeven. Na lang aandringen van de Nederlandse filmsector kwam er dan toch een tegemoetkoming van twintig miljoen euro. Aangezien er al gauw ruim veertig Nederlandse films per jaar worden gemaakt, is dat allerminst een wereldbedrag.

Daarnaast was het een eenmalige som geld. Meerdere filmmakers hadden nu juist gevraagd om een structurele bijdrage, zoals een tax shelter. Van een dergelijk belastingvoordeel kan elke nieuwe Nederlandse film profiteren, terwijl een vast bedrag op een bepaald moment simpelweg op is.

Tot slot wil Van Scheers enkele Nederlandse filmmakers op het hart drukken zich vooral wat professioneler op te stellen. "Het heeft geen pas dat je een Gouden Kalf wint, maar niet komt opdagen om deze belangrijkste filmprijs in Nederland in ontvangst te nemen. Dat kan niet, als je aan de andere kant om geld loopt te smeken."


Biograaf ziet nog geen nieuwe Paul Verhoeven (Foto: Novum)