Aquaman

Wat doe je als je zorgvuldig opgebouwde cinematic universe langzaam in elkaar zakt nadat je grote teamfilm met onvoldoende enthousiasme wordt ontvangen? In paniek raken en uitzoeken waar je misschien nog wel goed kunt doen? Warner Bros.' versie van een superhelden-filmuniversum is op z'n zachtst gezegd niet geslaagd; alleen Wonder Woman komt steeds weer naar boven als een voorbeeld van hoe het wel moet. Maar opgeven doet de studio gelukkig niet; hun DC Comics zitten nog vol filmpotentie: ze moeten alleen de juiste mensen vinden om er vorm aan te geven.

Met James Wan hebben ze een stap in de juiste richting gedaan. De regisseur, bekend van horrorklassiekers als Saw, Insidious en The Conjuring, weet een eigen stempel te drukken op Aquamans vele actiescènes op een manier die creatief is, maar volledig in dienst staat van het verhaal. Een verhaal dat niet eens zo vergezocht is, als je althans accepteert dat deze film een introductie is tot de onderwaterwereld Atlantis, die qua zonderlinge uitstraling doet denken aan een mix tussen Marvels Asgard en Wakanda: bijna buitenaards, maar eigenlijk gewoon goed verborgen voor de gewone mens.

Aquaman: Jason Momoa

In Atlantis wonen mensen die de mogelijkheid hebben onder water te ademen (en praten) en kunnen zwemmen zoals Superman kan vliegen. Sommigen, of allen (dat wordt niet echt duidelijk) hebben daarnaast andere superkrachten, zoals het verplaatsen van water of het communiceren met vissen. Dat laatste werd al enigszins belachelijk gemaakt in de ontmoeting tussen Bruce Wayne en Arthur Curry in Justice League, de vorige keer dat we Jason Momoa de rol van Aquaman zagen spelen. Hoewel die film een leuke korte introductie was van het personage kun je die twee uur volledig achterwege laten, want de échte introductie van wie Arthur is vindt plaats in deze eerste solofilm.

Arthur Curry is de zoon van vuurtorenwachter Tom en koningin Atlanna van Atlantis. Zij was op de vlucht voor het leger van Atlantis in een poging een gearrangeerd huwelijk te ontlopen en bouwde een nieuw bestaan op met de 'surface dweller' Tom, die letterlijk de eerste de beste man was die ze op het land tegenkwam. Nadat Atlanna (Nicole Kidman, in haar eerste DC film sinds Batman Forever) met geweld wordt teruggebracht naar Atlantis, groeit Arthur op zonder moeder. Hij krijgt de bijnaam Aquaman in de pers dankzij zijn heldhaftige daden, waarvan niet duidelijk wordt gemaakt of deze voor of na Justice League plaatsvinden, maar ontmoet Mera (Amber Heard) opnieuw na met haar tegen Steppenwolf te hebben gevochten in die film. Zij trekt hem vervolgens het water en het eigenlijke verhaal van de film in: zijn jongere halfbroer (Patrick Wilson) is bezig de diverse onderzeese koninkrijken te veroveren en Arthurs hulp, als ware erfgenaam van de troon van Atlantis, is nodig om hem en zijn slechte bedoelingen een halt toe te brengen.

Het is een degelijk verhaal dat gek genoeg niet bezwijkt onder de groots uitgepakte (en visueel aantrekkelijke) fantasy of de grootheidswaan van de schurk. Een belangrijke reden hiervoor is dat het gespiegeld wordt aan Arthur zelf, die zichzelf niet belangrijk vindt en al helemaal geen zin heeft om koninkje te spelen van een koninkrijk dat hij niet eens kent. Dat hij toch zijn hulp biedt lijkt bovendien te komen door zijn heldhaftige aard, die bij een figuur als Jason 'Khal Drogo' Momoa stukken overtuigender overkomt dan bij een willekeurige tiener-acteur die de rol van een superheld aanneemt. Het verhaal neemt uiteindelijk de vorm aan van een avonturenfilm, waarin diverse (onderwater)werelden worden bezocht, wezens worden verslagen en eentonigheid wordt voorkomen.

Aquaman: Jason Momoa en Amber Heard

Dat Aquaman, en daarmee de titelfiguur, zichzelf niet te serieus neemt, is een beproefde en hier succesvol toegepaste tactiek: als Wan de film had gepresenteerd als een Man of Steel of Watchmen was het geheel bezweken aan het zelf opgelegde gewicht, maar deze film kent, zonder de ernst uit het verhaal te vergeten, een plezier en onbezorgdheid die kenmerkend is voor DC's grote cinematische (en papieren, natuurlijk) concurrent. En dat zonder de fout te maken te vervallen in een overdreven eindgevecht dat alleen maar bestaat om een groot gevecht te hebben (geen zorgen; dat gevecht is er, maar Wan drukt het gas simpelweg niet te ver in).

Zoals de meeste andere DC-films van de afgelopen jaren heeft ook Aquaman een beetje last van verplichte franchisebuilding; Arthur heeft eigenlijk twee tegenstanders in deze film, maar de tweede, die in de comics zijn nemesis is, wordt hier neergezet als iemand die alleen maar in de weg zit. Of om het positiever te bekijken: een leuke afwisseling met wat geinige actie, maar deze Black Manta is duidelijk bestemd om in een volgende Aquaman een grotere rol te spelen. Dit vervolg is in het onzekere DC-filmuniversum nog helemaal niet aangekondigd, net zo min als een volgende Justice League, waar de slechterik als onderdeel van een Legion of Doom eventueel ook een rol zou kunnen vervullen.

Het is wel lekker dat dat overigens het enige is wat in Aquaman hint naar een groter universum. De strijd uit Justice League krijgt een korte namecheck, maar er wordt nergens geforceerd de naam van een andere held gedropt en en dat is wel fijn; Aquaman staat op zichzelf en op een goede manier: als een leuke actiefilm met, naast wat kleine clichés, een originele invalshoek (onderwater-fantasy, een vleugje horror wellicht, een avonturenfilm en oh ja, een superheld) en een eigen bestaansrecht. DC mag deze in de pluskolom noteren.