Oppenheimer: een politieke wetenschapsthriller met een filosofische ondertoon
Veel mensen weten van J. Robbert Oppenheimer maar heel weinig. En áls ze wat van hem weten is het dat hij de atoombom uitvond en verklaarde dat hij de 'destroyer of worlds' was. Beide feiten zijn onjuist, natuurlijk. Die verklaring was slechts een citaat uit de in Sanskriet geschreven Bhagavad-Gita waar Oppenheimer later verklaarde dat de explosie van de atoombom hem aan deed denken en hij vond de atoombom niet uit; hij gaf leiding aan de ontwikkeling ervan.
Christopher Nolan maakt deze feiten heel precies duidelijk. Hoe Oppenheimer leiding gaf aan het Manhattan Project is de rode draad in de film en dat bekende citaat 'Now I am become Death, the destroyer of worlds' wordt tweemaal opgevoerd, om het publiek zowel de bron als het relevante moment duidelijk te maken.
Oppenheimer is ook vooral het verhaal van hoe een aantal wetenschappers vol enthousiasme ontdekten hoe ze een atoombom zouden kunnen maken en daar met een grote groep, afgezonderd in de woestijn van New Mexico, aan gewerkt hebben. Het is een nerdy wetenschapsfilm, waarin gelukkig de drempel laag wordt gehouden voor wie niet zo natuurkundig onderlegd is, maar waarin te zien is waartoe de mens in staat is, hoe destructief dat ook moge zijn. In gesprekken die Oppenheimer later in zijn leven voerde zie je, op Cillian Murphy's perfect gecaste gezicht, hoe zwaar het hem ligt dat hij de wereld iets heeft gebracht waarmee het zichzelf kan (en misschien ook zal) vernietigen. Murphy draagt de last, en laat zien waar die ontstaat; precies op het punt waar alle wetenschappelijke ontwikkeling en enthousiasme voor de ontdekkingen ophouden en het doel bereikt is. Precies daar lijkt Oppenheimer zich te beseffen dat dit een slecht idee was. Precies daar laat Nolan dat ene citaat nog een keer horen.
Donkere materie dus, een biografisch verhaal over de ontwikkelaar van de atoombom. Maar daar doorheen verweven zit een stukje Koude Oorlogsthriller, of een (redelijk geslaagde) poging daartoe. Oppenheimer wordt er op diverse momenten van verdacht een communist te zijn, of te zijn geweest, en wordt daarover ondervraagd. Het was een afleidingsmanoeuvre om Oppenheimers bezwaren tegen de ontwikkeling van een nog grotere bom stil te houden. Tegelijk laat Nolan een reeks senaatshoorzittingen met Lewis Strauss (Robert Downey, Jr.) zien, waarmee het politieke speelveld van die ontwikkeling vorm krijgt.
Nolan toont al deze gebeurtenissen, zoals we van hem gewend zijn, in een non-chronologische vertelstructuur. Hiermee krijgt wat eigenlijk een droge, rechtlijnige biopic had kunnen zijn, alsnog een aardige spanningsopbouw. Hij voegt dynamiek toe aan het verhaal, maar maakt het daarmee ook een stuk complexer; zijn tijdlijnen zijn gedeeltelijk van elkaar onderscheiden door sommige scènes in zwart-wit te tonen, maar dat onderscheid valt na verloop van tijd ook weer weg. De opbouw is daarom soms onnodig verwarrend en het geheel is misschien ook wat te lang. Dit gevoel wordt versterkt doordat het verhaal nog een tijdje doorgaat als er voor het gevoel al een finale bereikt is.
Maar Nolan heeft dan ook aardig wat te vertellen, en natuurlijk te laten zien. Hij vertelt hoe het tot ontploffing brengen van de bom in een eerste test indertijd de kleine kans leek te hebben dat het tot een wereldvernietigende kettingreactie zou leiden. Maar hij laat ook zien hoe de test, na jarenlang hard werken, door het gehele team werd gadegeslagen (kijkend door glaasjes, ingesmeerd met zonnebrand) en hoe die explosie er toen moet hebben uitgezien en gevoeld. De beelden maken indruk, mede omdat de gehele film (en een film is het, want Nolan en zijn cinematograaf Hoyte van Hoytema gebruikten 65mm film om de beelden vast te leggen) een authentieke klassieke look heeft. Stiekem is Oppenheimer,ondanks de kritiek, toch een klein meesterwerk.