La Famille Bélier
Franse cinema is in de lift, alleen is er sinds de kaskraker Intouchables uit 2011 nog geen klassieker geweest. La Famille Bélier was in het thuisland Frankrijk al een aardig succes en wist 6 miljoen Fransen naar de zalen te trekken. Of een film in een andere taal in Nederland zal lopen, blijft altijd een verrassing. Nederlanders zijn misschien wel het makkelijkste land wat betreft omschakeling met talen. Zo zijn eerder Duitse, Indonesische en Poolse films hier al een succes geweest. Was Intouchables nou puur een gelukskwestie of hebben we hier een nieuwe klassieker te pakken?
Paula Bélier (Louane Emera) is een introvert meisje dat als enige kan horen in een gezin waarin voor de rest alle gezinsleden doof zijn. Ze fungeert dus als tolk voor haar ouders en haar broertje, maar is tegelijkertijd ook nog hulp in het boerenfamiliebedrijf. Wanneer zij op school zangles neemt zonder enige verwachting, blijkt dit de ideale uitlaapklep te zijn en wordt haar talent door haar zangleraar (Eric Elmosnino) ontdekt. Hij biedt haar een unieke kans aan: Paula kan meedoen aan een zangconcours en les krijgen van de beste leraren. Er is dan alleen wel een probleempje, als ze mee wil doen aan dit concours en het dan uiteindelijk zou winnen, zal ze alles achter moeten laten en in moeten ruilen voor Parijs.
Louane Emera is in Frankrijk bekend geworden als halve finalist van het programma The Voice, waarin bleek dat zij een bijzonder zangtalent had. Wat door deze film echter duidelijk wordt, is dat ze ook het vak van acteren aardig onder de knie heeft, want ze doet niet onder voor acteurs als Karin Viard en François Damiens, twee grootheden in Frankrijk en België, die haar ouders spelen (François Damiens is een van de grootste komieken van België). Door haar zullen uiteindelijk de chansons van Michel Sardou, die een rode draad vormen door het verhaal, weer uit het stof getrokken worden en zal er door vele mensen weer van genoten worden. Ze weet ze namelijk op zo'n genuanceerde manier en met de juiste emoties te brengen, dat het soms lastig is om het droog te houden. Ook de rol van Eric Elmosnino, die de stugge zangleraar speelt, is er een die opvalt in het totaalplaatje. Elmosnino lijkt op het eerste gezicht af te stevenen op een karikatuur, maar weet dat al snel om te draaien in zijn voordeel.
Het boerenlandschap waar het verhaal zich grotendeels afspeelt is een welkome toevoeging aan de film. Het geeft een vrolijk tintje aan de soms serieuze snaren die geraakt worden. De film is heel erg op zoek naar de juist balans tussen komedie en drama en weet die uiteindelijk ook te vinden, de eindscène is een voltreffer en zal het merendeel van het publiek met tranen over hun wangen in de bioscoop achterlaten. En waar de film misschien niet het niveau van Intouchables haalt, moet in gedachten gehouden worden dat die bewuste film ook een minder goede kant had.
Het is vooral zaak om voor deze film te gaan zitten met maar één doel: genieten. Denk vooral niet te veel na. Anders zal het gaan opvallen dat een aantal verhaallijnen helemaal niet of mondjesmaat worden afgemaakt en dat doet af aan de fijne film die La Famille Bélier wel is. En genieten is het dan ook in overvloed, door de swingende manier waarop de chansons weer tot leven worden gebracht, het soms een tot in tranen toe humoristische script en het ensemble van een rariteitenkabinet dat het gewoon erg goed doet op het witte doek. Op z'n tijd een film kijken waarbij er haast geen kans is dat de kijker geen goed gevoel heeft wanneer de credits gaan rollen, is ook wel eens fijn.