Genocide in Gaza, stellen deskundigen

Deskundigen uit verschillende disciplines en internationale organen concluderen dat de situatie in Gaza duidelijk de kenmerken vertoont van genocide. Dit zware oordeel, ondersteund door zowel juridische bevindingen als wetenschappelijke analyses, is door verschillende deskundigen onderstreept, onder wie Holocaust- en genocide-experts Amos Goldberg en Omer Bartov. Terwijl de internationale gemeenschap nog steeds grotendeels terughoudend blijft, groeit de roep om de gebeurtenissen te benoemen als wat ze zijn en om onmiddellijk actie te ondernemen om nog verdere escalatie te voorkomen.

Amos Goldberg, hoogleraar Holocaust-geschiedenis aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, stelt: "Ja, het is genocide. Het is zo moeilijk en pijnlijk om dat toe te geven, maar ondanks al onze inspanningen om anders te denken, kunnen we deze conclusie niet langer vermijden." Goldberg benadrukte dat genocide niet uitsluitend draait om massale moorden zoals tijdens de Holocaust, maar ook om het bewust vernietigen van een collectief door middel van uithongering, massale bombardementen en de vernietiging van infrastructuur en sociale structuren. Hij wijst erop dat de systematische vernietiging van het zorgsysteem, de infrastructuur, en de elites van Gaza, onder wie intellectuelen, journalisten en artsen, duidelijk aantoont dat de Palestijnen als collectief met vernietiging worden bedreigd.

Omer Bartov, hoogleraar Holocaust- en Genocidestudies aan Brown University, bevestigt deze interpretatie. Hij verklaart: "Wat we zien in Gaza is duidelijk een genocidale operatie. Ook vanwege de systematische vernietiging van alles wat een groep tot een groep maakt; universiteiten, scholen, moskeeën, ziekenhuizen, plekken van collectieve herinnering, infrastructuur en woonhuizen." Bartov wijst ook op de uitspraken van Israëlische leiders, zoals de beschrijving van Palestijnen als ‘menselijke dieren’, en stelt dat deze retoriek en de daaruit voortvloeiende acties sterk wijzen op een bewuste intentie om de Palestijnse bevolking te vernietigen.

De juridische onderbouwing van deze conclusies is verstrekt door onder andere het Internationaal Gerechtshof (ICJ). In januari oordeelde het ICJ al dat er voldoende gronden waren om te onderzoeken of Israël zich schuldig maakt aan genocide in Gaza. Het Hof stelde dat zelfs het vermoeden van genocide landen verplicht actie te ondernemen op basis van het Genocideverdrag van 1948. Deze verplichting is echter grotendeels genegeerd door veel regeringen, waaronder Nederland, waar maatschappelijke organisaties nu juridische stappen ondernemen om de staat aan te zetten tot actie. Marcel Brus, hoogleraar internationaal recht, benadrukte dat landen verplicht zijn maatregelen te nemen binnen de mogelijkheden die zij hebben om genocide elders te voorkomen.

VN-rapporteur Francesca Albanese en een VN-commissie stelden vast dat het Israëlische optreden ‘consistent is met de kenmerken van genocide’. De inzet van honger als oorlogswapen, massale burgerslachtoffers en de vernietiging van infrastructuur maken deel uit van deze constatering. Hoewel het Internationaal Strafhof (ICC) deze maand arrestatiebevelen uitvaardigde tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en voormalig defensieminister Yoav Gallant, is genocide tot nu toe niet expliciet opgenomen in de aanklachten. De focus ligt voorlopig op oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

De Israëlische samenleving zelf wordt niet gespaard van kritische reflecties. Goldberg merkte op dat veel Israëliërs genocide alleen herkennen in de context van de Holocaust en het gebruik van gas- of concentratiekampen. “Ze denken ten onrechte dat een genocide op de Holocaust moet lijken om als zodanig te worden gezien," aldus Goldberg. Hij wijst erop dat genocide vaak plaatsvindt in een context van oorlog of conflict, waarbij daders hun acties legitimeren als zelfverdediging. Dit patroon is volgens hem terug te zien in het huidige Israëlische optreden in Gaza.

Zelfverdediging wordt vaak aangehaald als rechtvaardiging voor de Israëlische acties, vooral na de aanval van Hamas op 7 oktober. Bij die aanval kwamen meer dan 1.200 mensen om, onder wie veel burgers, en werden honderden Israëliërs ontvoerd naar Gaza. Omer Bartov stelt echter dat zelfverdediging niet kan worden gebruikt om genocide te rechtvaardigen. "De meeste genocides gebeuren onder het mom van militaire operaties. Ook de genocide op de Joden was georganiseerd als militaire operatie, met mensen in uniformen en kampen."

De Nederlandse context is ook onderdeel van deze bredere discussie. Een coalitie van maatschappelijke organisaties eist in een kort geding in Den Haag dat Nederland stopt met het leveren van wapens en dual-use-goederen aan Israël. Daarnaast dringen zij aan op een verbod op handels- en investeringsrelaties met illegale nederzettingen. Advocaat Wouter Albers, die de coalitie vertegenwoordigt, stelt: "Het genocideverdrag en de Geneefse conventies verplichten landen om genocide en oorlogsmisdaden elders te helpen voorkomen." Deze eis wordt gesteund door recente uitspraken van het ICJ en de VN, maar het blijft voorlopig nog onzeker hoe de rechter in Nederland zich hierover zal uitspreken.

De vernietigingen in Gaza hebben niet alleen betrekking op mensenlevens, maar ook op de sociale en culturele basis van de Palestijnse samenleving. Goldberg beschrijft hoe de condities in Gaza lijken op ‘genocide door uitputting’, waarbij systematische uithongering, verdrijving en bombardementen worden ingezet om een bevolking langzaam te vernietigen. Hij benadrukt dat genocide een proces is, geen eenmalige gebeurtenis en dat de huidige acties van Israël niet anders kunnen worden geïnterpreteerd.

Bartov waarschuwt dat Israël zichzelf steeds verder isoleert door zijn acties. "Het land zelf gaat duidelijk ten onder: de sociale cohesie is slechter dan die in decennia is geweest, de democratie is uit het raam gegooid, de internationale steun brokkelt af. Het wordt geleidelijk een pariastaat." Hij voorspelt dat Israël uiteindelijk de grenzen van zijn macht zal bereiken, maar vreest dat dit proces nog vele jaren zal duren en veel slachtoffers zal eisen.

Ondanks de groeiende internationale kritiek blijft Israël vasthouden aan het zelfbenoemde recht op zelfverdediging en wordt de genocide niet erkend door veel westerse bondgenoten. Dit contrasteert scherp met eerdere genocides in Rwanda, Bosnië en Myanmar, die uiteindelijk wel werden erkend, ondanks geopolitieke en juridische uitdagingen. De VN en andere internationale instellingen staan voor de uitdaging om de situatie in Gaza te beoordelen en actie te ondernemen voordat de schade onomkeerbaar wordt.

Het oordeel van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof zal waarschijnlijk nog jaren op zich laten wachten. Voorstanders van directe actie, zoals Amos Goldberg, benadrukken echter dat wachten niet acceptabel is. "Als je genocide ziet, moet je het ook benoemen, en het proberen te stoppen," zegt hij.