Dragon's Crown

Iedereen droomt er van. Als heldhaftige avonturier op avontuur gaan en grote roem en rijkdommen verzamelen. Vereerd worden door alle vrouwen en alle mannen die jaloers op je zijn. Wie wil dat nou niet? Aangezien dit voor veel mensen een droom zal blijven is het maar goed dat er spellen worden gemaakt waarbij je jezelf voor een gelimiteerde tijd toch avonturier kunt wanen. Of Dragon’s Crown zo’n spel is waar je jezelf helemaal in kwijt kunt? We gaan het meemaken.

Dragon’s Crown speelt zich af in een middeleeuwse wereld van grote zwaarden en krachtige magie. Aan het begin van het avontuur kun je een eigen personage maken, waarbij je de keuze hebt uit zes verschillende soorten mensen, van zwaardvechter tot tovenaar. Wanneer je je keuze hebt gemaakt ga je op pad en waar beter te beginnen dan met een bezoekje aan het plaatselijke avonturiersgilde.

Bij het gilde krijg je al snel een eerste quest om te laten zien wat je kunt. Je wordt hierbij op pad gestuurd om een speciaal artefact te zoeken dat ergens verborgen ligt. Al snel raak je verwikkeld in een intrigerend avontuur waarbij je koninkrijk moet redden van de ondergang die het te wachten staat als een boze vijand de troon wil bestijgen. Tijdens al je avonturieren wordt je vergezeld door de dief Ranni. Tijdens de gevechten heb je werkelijk niets aan de beste man, hij vecht namelijk niet met je mee. Bij de afgesloten schatkisten en deuren die je onderweg tegenkomt is hij dan weer wel een handige compaan. Er is namelijk geen slot dat Ranni niet open krijgt.

Een van de eerste dingen die opvalt aan het spel is de prachtige omgeving. De wereld van Dragon’s Crown is namelijk volledig handgetekend en dat is duidelijk te zien. Het ziet er prachtig uit en aan alle details is gedacht. Het is alsof je naar een animatiefilm zit te kijken, waarbij je van begin tot eind ziet dat de makers veel liefde voor het vak hebben.

De gameplay daarentegen is een ander verhaal. Het spel is in de basis een sidecroller beat-em-up met een vleugje rpg. Je begint en eindigt elke quest in de plaatselijke herberg. Vanuit hier ga je op pad naar een magische poort die je naar dat deel van het land brengt waar je moet zijn. Terwijl je van links naar rechts door de wereld loopt word je van alle kanten belaagd door vijanden en monsters die je als heuse avonturier vakkundig in elkaar mept. Hierbij verzamel je al het goud en spullen die zij bij zich hebben. En zoals het een goede sidescroller betaamt wacht aan het eind van elke quest de eindbaas.

Door zo veel mogelijk vijanden en eindbazen te verslaan verdien je ook ervaringspunten. Hierdoor kun je omhoog gaan in levels, waarbij je voor elk level een skill point krijgt. Deze kun je bij het avonturiersgilde inwisselen voor extra vaardigheden zoals aanvals- en verdedigingskrachten of de mogelijkheid om meer goud te verzamelen.

Onderweg kom je ook hoopjes botten tegen van verslagen avonturiers. Deze kun je oppakken en meenemen. In de tempel van de stad heb je vervolgens de mogelijkheid om de hoopjes bot weer om te toveren tot levende mensen. Deze verzamelen zich daarna in de herberg. Aan het begin van elke quest kun je met de herrezen avonturiers een groep vormen van maximaal vier personen inclusief jijzelf. Hoe moeilijker de dungeon waar je de avonturier hebt gevonden, hoe hoger zijn of haar level.

Helaas kom je er na een quest of acht al achter dat het spel gigantisch repetitief is. Het is dat de levels en dungeons er anders uitzien, anders zou je al snel denken dat je eenzelfde level opnieuw aan het spelen bent. Ondanks dat de vijanden sterker worden is er ook geen een moment dat je jezelf echt uitgedaagd voelt. Ja, jouw personage gaat absoluut een aantal keer dood. Niet alleen gebeurt dat steeds minder vaak naar gelang je meer avonturiers tot leven brengt en meeneemt de gevechten in, Als je doodgaat kom je automatisch na een hele korte wachttijd weer tot leven zonder dat je ook maar iets van je skills en uitrusting bent verloren.

Tot overmaat van ramp weet ook het algehele verhaal je niet te boeien. Tussen de quests door krijg je kort een stukje verhaal te zien, maar al snel slaat dat over naar een uitleg van de volgende opdracht die je moet vervullen. Het ziet er weliswaar uit als een goed gemaakte film, het weet niet te boeien als een goedgemaakte film.

Conclusie
Maakt dit alles Dragon’s Crown tot een slecht spel? Nee, dat niet. Het heeft een hele leuke basis en ziet er prachtig uit. De combinatie van beat-em-up en rpg heeft zeker potentie. Toch kan ik me niet aan de gedachte onttrekken dat er zo veel meer uitgehaald had kunnen worden qua gameplay. Je hoeft geen moment echt moeite te doen en er zit geen echte progressie in. De eerste gevechten zijn feitelijk hetzelfde als de laatste. Dragon’s Crown is een grappig spel, maar niet een waar je jezelf lange tijd mee gaat vermaken.

Gespeeld op PlayStation Vita. Ook beschikbaar op PlayStation 3.