Devil Kings

Ik had een zware week achter de rug. Daarom had ik zin om even ontspannen te gaan gamen om mijn woede enigszins af te reageren, daar scheen Devil Kings best geschikt voor te zijn naar ik had vernomen. Vol goede moed stopte ik de disc in mijn PlayStation en startte het spel. Ook het begin zag er goed uit; een aantal mooie cinematics werd gepresenteerd en het bood potentie voor het spel. Al snel bleek dat Devil Kings een directe kloon is van de Dynasty Warriors reeks van KOEI… alleen wat minder leuk.

Je kunt in het begin kiezen uit een zestal strijders die stoere namen dragen als Azure Dragon, Scorio en Lady Butterfly. Deze karakters zijn allen uitgerust met redelijk unieke wapens, zoals pistolen, samoeraizwaarden, speren en grote werpdingen waarvan ik niet precies weet hoe ze heten. Omdat ik nou eenmaal houd van samoeraizwaarden, koos ik de generaal die hiermee was uitgerust. Vervolgens kom je in het scherm waar je een level kiest en een andere generaal waartegen je het op wilt nemen. Na een keuze gemaakt te hebben volgt een cinematic die er erg goed uitzag. Dit geldt overigens voor alle cinematics die meestal enkele minuten duren. Vaak hebben ze een verhaallijntje en wordt er iets verteld over waarom die generaal zo’n hekel heeft aan die andere en waarom ze de beste zijn en dat die en die moeten sterven. Helaas schiet je met deze verhaallijntjes weinig op, want het verklaart weinig en zien er eigenlijk alleen tof uit. Ze worden gepresenteerd in een beetje Dragon Ball Z/manga-achtig sfeertje wat ook de basis legt voor de sfeer van de rest van het spel.

Afijn, na een level gekozen te hebben en even snel je controls te hebben uitgezocht, kun je beginnen. Je wordt met een leger op het slagveld gedropt en begint te lopen. Je kunt maar één kant op en dit wordt ook nog eens aangegeven op een plattegrondje dus verdwalen is er niet bij. Meteen aan het begin komt er een leger op je afgerend. Na enige observatie bleken het toch echt niet de slimste vijanden te zijn. Ze deden mij meer denken aan geestelijk gehandicapte Vietnamese tunnelgravers. Vaak staan ze gewoon stil naar de grond te kijken met een speer in hun hand. Meestal echter komen ze met tientallen tegelijk op je afgerend en dan kan het button-bash feest beginnen. Je bestuurt het spel met vierkantje en driehoekje, waarbij die laatste zorgt voor een “speciale aanval”. Door een beetje willekeurig op deze knoppen te drukken krijg je verschillende aanvallen en combo’s. In deze combo’s zit weinig variatie dus nadat je inmiddels geestdodend honderden vijanden hebt afgeslacht ken je deze ook wel.

Zolang jij op die knoppen blijft rammen zal je niks gebeuren, je vijand is in de meeste gevallen namelijk te stom om actie te ondernemen en onderneemt ie die wel, dan blokkeer je zijn aanval eigenlijk automatisch omdat jij zo wild op je knoppen staat te rammen. Soms staan er ook wel eens “de bekende vijanden met grote hamers die je op je hoofd willen slaan”. Deze zijn soms best irritant, aangezien je naast deze gevaarten ook nog eens een kudde debielen met speren om je heen hebt staan. Deze “speciale aanvallen” zijn eigenlijk niet echt speciaal meer na twee minuten, maar door deze uit te voeren zal je na een tijdje je Fury-meter hebben gevuld en kun je een Super speciale aanval uitvoeren door op het rondje te drukken. Deze zien er vaak wel mooi en agressief uit en zijn effectief. Hoewel ‘effectief’ ook weer relatief is in de spel, want er komt toch geen eind aan de legers. Tevens is een er aantal karakters dat luchtaanvallen uit kan voeren. Zo is het karakter Venus bijvoorbeeld in staat om bij een sprong in de lucht een hele grote vogel tevoorschijn te toveren die haar een stukje kan dragen en vervolgens bij de landing een aanval uit te voeren.

Na enkele tientallen legers kom je vaak bij een poort waar een iets sterkere commandant staat om die te bewaken. Deze is ook nog probleemloos en zonder kleurscheuren te verslaan en geeft je bepaalde items als ringen voor meer health, bodyarmor of betere aanvalsvaardigheden.
Je kunt je tocht vervolgen door de poort. En raad eens? Juist! Meer legers! Hee, wat is dat? Deze hebben een pijl en boog! Ook niks om je druk over te maken, want mocht je iets van je gezondheid verliezen staan er om de paar meter wel schatkisten met health-ups. Na het leven doorgewerkt te hebben kom je bij de eindbaas, een andere generaal met gelijkwaardige krachten. Eindelijk een beetje tegenstand na die hordes van domme legers.

Als je deze eindbaas verslagen hebt, ontvang je vaak ook nieuwe aanvalscombinaties waarvan je er maximaal twee tegelijk kunt associëren met een knoppencombinatie. Vervolgens kies je een nieuw level en begint het spelletje weer van voor af aan. Ik maakte even van de gelegenheid gebruik om een ander karakter te kiezen en de moeilijkheidsgraad bij te stellen naar Hard. Dit maakte de tegenstanders iets meer volhoudend en je verliest wat sneller health, maar intelligenter worden ze er niet van. Over intelligentie gesproken; vergeet vooral niet dat je zelf ook een leger van wanhopige, naar-de-grond-starende soldaten hebt dat je graag volgt maar verder eigenlijk niks uitvoert.
Na zo’n anderhalf uur spelen en enkele duizenden dode soldaten verder, begon ik het aardig zat te worden. De hoop op dat het spel nog leuk zou worden begon hard af te nemen en bovendien begonnen m’n handen zeer te doen van het button-bashen.