CD: David Bowie - The Buddha of Suburbia

The Buddha of Suburbia is een album met een verhaal. Letterlijk, want de muziek werd door David Bowie in 1993 gecomponeerd als soundtrack bij een tv-serie van de BBC met dezelfde titel. Maar in de serie werd uiteindelijk alleen de titelsong gebruikt. Bowie bewerkte de rest van de muziek tot een album. Dat leidde een onopgemerkt bestaan. Nu is het opnieuw uitgebracht.

The Buddha of Suburbia


Oorsprong
De titel van de cd doet onmiddellijk denken aan de figuur Jesus of Suburbia van Green Day. Ze hebben dan ook dezelfde oorsprong: het boek The Buddha of Suburbia van de Britse schrijver Hanif Kureishi. Dit boek gaat over een jongen in Londen, Karim, die wanhopig probeert te ontsnappen aan de sleur van het leven in de voorstad. De liedjes over St. Jimmy van Green Day zijn hierop gebaseerd, net als de tv-serie waarvoor het Bowie-album bedoeld was. Bowie zegt zelf trouwens in het boekje bij de cd dat je er niet te veel achter moet zoeken, want hij gebruikt de helft van de woorden in zijn liedteksten alleen omdat hij de klank mooi vindt.

Verrassingen
De cd gaat veelbelovend van start. De openingstrack, tevens titelsong, begint kraakhelder. Bowies kenmerkende zangstem raakt je meteen, en het lied wordt door toevoeging van steeds nieuwe elementen opgebouwd tot een prachtig, symfonisch geheel. Het wordt gedragen door een oosters ritme en zit vol verrassingen. Zo komt het overbekende slaggitaarrifje uit Space Oddity langs, en is het mysterieuze einde van All The Madmen te horen: Zane, zane, zane, ouvre le chien. De opener doet verlangen naar meer, maar de cd slaat een heel andere weg in: die van de experimentele, ambient muziek van het album Low uit 1977. Twee nummers, The Mysteries en Ian Fish, UK Heir hadden daar zo op kunnen staan. Er wordt ook een staaltje experimentele jazz weggegeven in South Horizon. De meeste andere liedjes zijn rustig, dromerig of zelfs lichtelijk hallucinerend door exotische ritmes en herhalingen, passend bij het Boeddha-thema.


Elektronische ruis
Het hele album heeft als kenmerk een constante elektronische sound, die er als een soort deken overheen ligt. Een wollige ruis, die het echte geluid van de instrumenten wegmoffelt. Zelfs de gitaar van Lenny Kravitz, die meespeelt bij de laatste track, gaat voor het grootste deel ten onder. Alsof Brian Eno een nieuwe synthesizer voor zijn verjaardag heeft gekregen en iets te enthousiast aan het werk is gegaan. Het resultaat is een lichtelijk overgeproduceerd album, dat wat ouderwets klinkt, maar ook te beluisteren valt als lounge: prettige brij voor op de achtergrond.

Bowie live


Zweverig
Het album is interessant voor Bowie-fans die hun collectie compleet willen hebben. Het kan gelden als een typisch voorbeeld van de jaren 90-Bowie, voortbordurend op zijn oudere werk en een aanzet gevend voor het latere. Zo staat er een eerste versie op van Strangers When We Meet, dat later terecht is gekomen op het album 1. Outside uit 1995. Dit nummer en de titelsong zijn het meest toegankelijk. De rest blijft wat zweverig en herinnert aan een Bowie die een beetje de weg kwijt was. Gelukkig is dat later weer helemaal goed gekomen. En het is natuurlijk juist het leuke van Bowie dat hij zich steeds weer in een andere vorm vertoont.



Label EMI Datum: 19 september 2007 Waardering: