Boek: A. B. Atwan - al Qaida

SubheaderIn Londen verschijnt de krant Al-Quds al-Arabi. Hoofdredacteur is Abdel Bari Atwan, een Palestijnse vluchteling en een graag geziene gast bij tv-stations als CNN en BBC. Vorig jaar schreef hij De geheime geschiedenis van al Qaida dat nu in een Nederlandse vertaling is verschenen. Zijn onderzoek naar de veelbesproken terreurbeweging begon al in 1996, toen hij op uitnodiging van Al Qaida drie dagen met hun leider Osama bin Laden mocht doorbrengen in het Tora Bora-gebergte, in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.

Overdadig
Nu zijn er sinds die tijd planken met boeken volgeschreven - vooral na de aanslagen van 11 september 2001 - over de organisatie van Al Qaida en zijn leider: de mysterieuze man met baard en kalashnikov, Osama bin Laden. En ook interviews met hem zijn niet zo heel zeldzaam. De bekende Britse journalist Robert Fisk bijvoorbeeld was ook te gast in Tora Bora, voordat Amerikaanse bommenwerpers de streek wekenlang begonnen te bestoken. Overdadig nieuw feitenmateriaal valt in een nieuw boek niet direct te verwachten. Interessanter is vaak de schrijver en zijn band met het onderwerp. En omdat het Al Qaida-verhaal maar voortduurt, is een nieuw boek hoe dan ook eens in de zoveel maanden wenselijk.

Momentopname
Al Qaida in boekvorm kende ik vooral door het goed gedocumenteerde boek Al Qaeda (de spelling van Arabische namen in ons schrift luistert niet zo nauw) uit 2002 van Jane Corbin, een BBC-journaliste die eerder de geheime onderhandelingen tussen Palestijnen en Israëli’s boekstaafde in De Oslo-connectie. De verschillen tussen haar boek en dit van Abdel Bari Atwan zijn legio. Het eerste is een momentopname een jaar na de aanslagen in de VS; het tweede een overzicht dat ook de oorlogen in Afghanistan en Irak kan meenemen. Verder is Corbin een Britse journaliste die je objectief en afstandelijk zou kunnen noemen; Atwan een Palestijnse journalist wiens moeder een paar jaar terug stierf in de Gaza-strook en die Israël Palestina noemt: iemand die betrokken is en van binnenuit schrijft, wat tegelijkertijd voor en tegen hem pleit.

14-jarig nichtje
SubheaderAbdel Bari Atwans beschrijving van zijn ontmoeting met - en verblijf bij - Osama Bin Laden is uiteraard boeiend, hoewel het niet veel feitelijke informatie geeft. Behalve dan dat Osama in 1996 al volledig is aangesloten op internet en daar niet meer vanaf te slaan is. En dat hij onder zeer primitieve omstandigheden leeft, wat hem een mythische verzetsstrijder maakt in de hele Arabische wereld. De beschrijvingen van terrorist nummer 1, die op 17-jarige leeftijd trouwt met een 14-jarig nichtje en, vele vrouwen en nog meer kinderen later, op afstand vliegtuigen de World Trade Center-torens en het Pentagon in dirigeert, zijn niet het opzienbarendst van dit boek. Tenzij je dat soort feiten voor het eerst leest.

Nooit te verslaan
Wat deze geheime geschiedenis benadrukt is dat Al Qaida een soort terroristische Wikipedia is geworden - en dat Bin Laden en zijn handlangers dat bewust zo hebben gepland. Door de 'cyberjihad' kan iedere lichtgevoelige moslim ter wereld een self-made-terrorist worden: de handleidingen, in ideologische en praktische zin, worden via het web verspreid (terwijl Osama zelf inmiddels alleen nog maar met handgeschreven briefjes communiceert om niet onderschept te worden door de duizenden op hem losgelaten militairen). De conclusie dringt zich dan ook op dat Al Qaida met bombardementen alleen nooit te verslaan is. Bovendien wordt duidelijk dat er voor de invasie van Irak geen verband tussen Saddam Hoessein en Bin Laden kon worden aangetoond (hoezeer Bush en Balkenende ook het tegenovergestelde beweerden), maar Irak is nu wel de ideale trainingsgrond voor Al Qaida-getrouwen. Die analyse van Abdel Bari Atwan is zowel origineel als verontrustend.

Uitgever: Uitgeverij Luitingh ISBN: 97890245266064 Pagina's: 336
Waardering: