Overpass

Overpass is niet zo maar een racegame. Je gaat namelijk helemaal niet snel. Je racet wel tegen de klok, maar om de beste tijd te kloppen zal je vele hindernissen juist met beheersing moeten nemen. We gingen zelf de hindernisbaan op om te ervaren hoe rotsblokken te nemen zouden moeten zijn.

Als je de Dakar-rally wel eens volgt dan weet je dat de kortste route niet altijd de beste route is. Dat geldt in Overpass ook. De racebaan bestaat uit rotsige berghellingen, dik begroeide bossen, grillige kusten en meer van dat soort omgevingen waar je met je eigen auto niet snel komt of niet meer uit komt. Daarom zijn merken als Yamaha, Arctic Cat en Suzuki in de game te vinden. Deze en zo’n twintig andere automerken zijn er op gebouwd om offroad te gaan.

Overpass (Foto: Bigben Interactive)

Zordix, de makers van Overpass, heeft een realistische visie voor ogen en daarom is er ook een physics engine gebouwd die rekent of die ene modderige helling wel te nemen valt met de snelheid, trekkracht en grip die je auto heeft. De schokbrekers zie je in ieder geval hun werk doen als je over gehele rotsblokken heen klautert. Sommige auto’s kunnen terugschakelen van 4WD naar 2WD, het differentieel is te vergrendelen zodat het draaien van de wielen gelijk gaat. Alles heeft ook zijn gevolgen. Zet je het differentieel vast, dan is de auto veel slechter in het maken van bochten bijvoorbeeld.

Overpass is een racegame met een puzzel-element. Omdat er eigenlijk geen zichtbare weg is, moet je gaan uitvinden welke route het beste is voor je tijd, maar ook zo min mogelijk schade oplevert voor de auto. Je kunt namelijk niet alle obstakels nemen zonder schade aan je auto, je zult ook op je banden en schokbrekers moeten letten voordat je strandt met autopech. Op de stukken waar je wel harder kunt rijden moet je dus blijven opletten, voordat je de auto aan gort rijdt door een flinke zwerfkei. De eerste keer is het dan ook verkennen, om daarna je route te gaan optimaliseren. Met elke ronde leer je waarschijnlijk weer een andere keuze, en weet je meteen of die beter of slechter is.

Overpass (Foto: Bigben Interactive)

Er zijn twee soorten races: obstacle courses en hill climbs. Op de eerste liggen vooral veel mensgemaakte obstakels, zoals boomstammen en dergelijke, terwijl de tweede veel meer met rotsen te maken heeft. Daar moet je nog eens rekening houden met de zwaartekracht, voor je het weet rol je weer naar beneden. De routes van sommige tracks zijn erg krap en daardoor technisch, terwijl je andere omgevingen hebt die je wat meer vrijheid in je route geven. Tot nu toe zijn er veertig tracks gemaakt.

In Overpass is er naast de haast verplichte lokale en online multiplayer een carrière-modus te vinden. Hierin moet je racen om sponsors aan te trekken. Daar zijn ook wat managementbeslissingen te nemen zoals met welke auto je een race ingaat. Pak je de wat beschadigde maar wel je beste auto, of laat je die repareren voor een volgende race en ga je met een tweede keus wagen?

Overpass is eens een andere racegame. Je moet wel de snelste willen zijn, maar dit keer eens zonder plankgas naar de finish rijden. Het puzzel-element is dan ook de beste route te zien te vinden, en je auto nog eens zo heel mogelijk te houden. Zichtbare schade heb ik niet aan de auto’s gezien, op wat modder en andere troep op de auto heb ik nog geen wiel opeens voorbij zien vliegen omdat ik te enthousiast over rotsen aan het racen was. Overpass komt in oktober uit op PlayStation 4, Xbox One, pc en Switch.