Washington verdiende aan 'Mein Kampf'

Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft tot 1979 de auteursrechten geïncasseerd die voortvloeiden uit de verkoop van het beruchte boek 'Mein Kampf' van Adolf Hitler op de Amerikaanse markt. Dat heeft het tijdschrift US News maandag onthuld.

De zaak kwam aan het licht toen John Bendix, een lid van een presidentiële commissie die onderzoek doet naar de activa van de holocaust, in mei op een rapport uit 1945 stuitte waaruit bleek dat ook auteursrechten in beslag waren genomen. Onder meer de namen van de Duitse dichter Rainer Maria Rilke, de Franse schrijver Marcel Proust en de Nazi-leiders Adolf Hitler en Joseph Goebbels kwamen voor in het rapport.

Tijdens de oorlog verdiende de Amerikaanse staat op die manier ongeveer 20.000 dollar (tegen de huidige koers ongeveer 50.000 gulden). Niemand weet waar dat geld naartoe ging.

Sindsdien, aldus het blad, bleef het ministerie van Justitie gedurende 34 jaar in stilte de auteursrechten op de Amerikaanse uitgave van Mein Kampf incasseren. Tegen 1979 was de totaal geïnde som opgelopen tot 139.000 dollar (350.000 gulden). De auteursrechten werden gestort in het fonds voor schadeloosstelling van oorlogsslachtoffers.

Terwijl vele landen de verkoop van 'Mein Kampf' verboden, verkocht het ministerie van justitie in Washington in 1979 de auteursrechten voor 37.000 dollar aan de Amerikaanse uitgever Houghton Mifflin, die sinds 1933 de publicatie in de VS van het werk van de Führer verzorgde.

US News and World Report rekende voor dat de uitgever in twintig jaar tijd, bij een gemiddelde jaarlijksde verkoop van 15.000 exemplaren, tussen 300.000 en 700.000 dollar verdiende aan de verkoop van 'Mein Kampf'.

Vice-voorzitter Wendy Strothman van Houghton Mifflin noemde de winst op het boek heel bescheiden. De publicatie zorgt ervoor dat "het kwaadaardige karakter van de nazi-ideologie niet in de vergetelheid raakt". Strotham beloofde dat de opbrengst voortaan naar goede doelen zal gaan.