Boekenweek

Vaak gebeurt het niet, hoewel het de droom van iedere schrijver is. Of hij nou columnist is of poëet of romanschrijver: vaak gebeurt het niet. Dat je een lezer naar adem happend achterlaat. Bij het laatste boekje wat ik schreef, kreeg ik van een paar mensen te horen dat ze het niet weg konden leggen. Mooi compliment of een lieve leugen, maar ik heb niemand naar adem laten happen. Ik kan nog geen levens veranderen. Ik kan mensen amuseren en mijn verhalen - niet te verwarren met mijn columns - worden steeds beter, maar ik ben er nog niet. En waarschijnlijk kom ik er ook nooit. Misschien moet ik er ook niet naar streven. Of toch een beetje? Moet ik durven dromen dat ik ooit eens één alinea schrijf zoals hij een volledig boek? Een alinea waar iedere zin iets toevoegt. Waar iedere zin raak is. Zoals hij ieder woord raak kan laten zijn. Misschien schrijf ik ooit één zo'n alinea. Zoals hij een heel boek. Een alinea die een lezer als een klein kind op de bank ineen laat kruipen. Met het kussen tegen de borst gedrukt. Met een puntje van de kussensloop de mondhoekjes afdeppend. Niet in staat te spreken. Niet in staat om nog buiten het verhaal te denken. Sprakeloos.

Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is. In Sprakeloos maakt Lanoye, over hem gaat het, de balans op. Die van zijn kleurrijke jeugd, van zijn worsteling met de liefde, van zijn conflicten met de kleine moederdiva, en ten slotte: van de strijd die zij, bron van leven en moedertaal, manmoedig voert, en waarin ze reddeloos en redeloos ten onder gaat - en de blijvende woede en pijn die dat oplevert.
Pijn en woede die van de bladzijden afkruipen en onder je huid gaat zitten. Hij is geen Kluun die emotie-marketingtechnisch een briljant boek schreef. Nee, hij kan zo schrijven dat het echt pijn doet, zonder de trucjes. Hij schrijft zulke fantastische zwierige zinnen, zonder dat het een moment gekunsteld wordt. Reddeloos en verloren liet hij me achter op de bank. Het kussen tegen de borst geklemd. Schuim op de mondhoeken. Ik moest praten. Roepen. Spreken. Maar ik kon niets zeggen. Sprakeloos.

De pen aan de wilgen. Dat was het enige wat ik kon denken toen de inhoud van het boek wat bezonken was en ik het boek wat meer onderzocht qua stijl en techniek. Zo briljant gecomponeerd. Zo ongelooflijk hoe hij ogenschijnlijk futiele details zó relevant kan maken. Hoe is het mogelijk om bij zo'n onderwerp nog zo geestig te zijn? Hoe is het mogelijk om drie zinnen later zo verschrikkelijk ontroerend te zijn? Voor een (amateur)schrijver is iedere zin die hij schrijft een les. En voor iedere lezer zou zijn werk verplichte kost moeten zijn. Het klinkt zo melodramatisch om te zeggen dat een boek een leven kan veranderen, maar het is waar. Ik heb sindsdien geen boek meer gelezen wat echt indruk op me maakte. Ik heb prachtige verhalen gelezen, maar geen enkele keer bleef ik onthutst en zwetend achter op de bank. Sprakeloos.

Ik heb de pen niet aan de wilgen gehangen. Dat was een belachelijke reactie. Alsof je je gitaar moet weggooien wanneer je Tommy Emmanuel eens hebt zien spelen. Ik ben alleen maar meer gaan schrijven. Om beter te worden. Om die alinea te schrijven. Om ooit eens een boek te schrijven waarbij er iets blijft hangen in het geheugen van de lezer. Het is onzin om te stoppen met voetballen omdat je nooit Messi zal worden.

Morgen start de Boekenweek. Tom Lanoye schreef het boekenweekgeschenk. Ik heb er nog geen letter van gelezen, maar ik durf nu al te stellen dat het een van de beste uit de serie zal zijn. In ieder geval voor mij. Ik ken geen betere en meer inspirerende schrijver. Koop een boek tijdens de komende dagen. Koop Sprakeloos van Lanoye. Ook al komt het boek uit 2008, het is ongeëvenaard.

Over vijftien jaar schrijf ik het boekenweekgeschenk. Een piepklein boekje. Krap tweehonderd woorden. Eén alinea. En het zal iedereen naar adem doen happen.