Over Apple en andere geloven

Ergens in 1966 zei John Lennon dat de Beatles populairder waren dan Jezus. Die zin werd uit zijn context geragd en het zag binnen no-time zwart van de haat-aan-de-Beatles-spandoeken. Nooit, nooit zal ik met zo’n spandoek lopen, want de Beatles is de belangrijkste band ooit, maar dat terzijde. Teruggeplaatst in de context van Johns uitleg was die uitspraak eigenlijk niet zo gek. Volgens John zou het christendom verschrompelen en uiteindelijk verdwijnen. Terwijl popmuziek in die tijd ongekend en groeiend populair was. Verdwijnen zal het christendom denk ik niet, maar nog altijd zien we het aantal aanhangers krimpen. Het overgrote deel van de gelovigen viel woedend over John heen, maar feitelijk had hij waarschijnlijk gelijk.

Ik zat nog eens na te denken over die uitspraak, en vroeg me af of er tegenwoordig nog iets is wat een soortgelijke vergelijking waard is. Wat wordt bijna religieus ervaren, zonder religieus te zijn? Dat is geen precieze vertaling van Johns opmerking, maar al associërend kwam ik hierop uit. Niet de popmuziek, dat heeft tegenwoordig niet meer de waarde die het in die tijd wel had. Niet in de laatste plaats omdat er tegenwoordig zo verschrikkelijk veel vreselijke kutmuziek wordt gemaakt. De parallellen tussen religieuze ervaringen bij muziek en religie waren in die tijd geoorloofd, ik hoef niemand uit te leggen hoeveel briljante muziek er in die tijd gemaakt werd. Terug naar de vraag wat bijna religieus is, zonder religieus te zijn. Het enige wat ik kan bedenken is Apple. (Een aardig, maar verder onbelangrijk detail is dat de Beatles in 1968 een platenmaatschappij oprichtten die Apple Records heette.)

Is Apple het nieuwe geloof? Dat lijkt me wat ver gaan, maar parallellen zijn er zeker. Er zijn net zo veel vurige voorstanders als tegenstanders. En de producten worden bejubeld én bestreden als ging het om het Woord of om de Here zelf. Ook de manier waarop er, met name op internet, wordt gesproken over beide is beangstigend overeenkomstig. De discussies zijn over het algemeen wars van enige nuance. En alleen bij zeer hoge uitzondering komen partijen dichter bij elkaar. Ik heb menig column geschreven over het geloof. De ene keer empatisch, de andere keer kritisch. Welke argumenten ik aandroeg of welke nuances ik aanbracht, bleek irrelevant. De strijdbijl werd tevoorschijn getoverd en het hakken kon beginnen. Ik ben ervan overtuigd dat het overgrote deel van de reageerders niet verder las dan (maximaal) de helft van het stuk voor hij zijn mening bij de comments ramde. Voor de zoveelste zinloze keer. Opnieuw keihard welles-nietussen zonder naar elkaar te luisteren. Elkaar bestrijdend met argumenten die kant noch wal raakten. Argumenten bestaan namelijk niet. Praten, luisteren en bepalen of het wel of niet iets is voor jou, dat is het enige wat je kunt doen. Tegen een gelovige zeggen dat hij een fantast is, want Jezus bestaat niet, is niet bepaald constructief en bereikt helemaal niets.

Net als tegen een Applefanboy zeggen dat Apple kutproducten levert die op de koop toe veel te duur zijn. Dat jij dat vindt, gaat zijn telefoon-, tablet- en laptopvoorkeuren echt niet veranderen. Desalniettemin wordt de discussie bijna vuriger gevoerd dan de geloofsdiscussie. En het is even bespottelijk. Wil iemand wel of niet geloven, dat moet hij zelf weten. Wil iemand kutproducten kopen die op de koop toe veel te duur zijn, dan moet hij dit zelf weten. Ik heb een Macbook en een iPhone. Ik vind het prachtige machientjes. En ze werken superfijn, vind ik. Als ik daar voor de gein een lovende column over schrijf, dan kan je er de donder op zeggen dat de hel losbreekt. Want een deel van de mensen vindt dat ik het begrijp en een ander deel vindt me een vieze fanboy en vindt dat ze bij Apple gore-vuile-kutgraaiers zijn. En beide partijen willen me dat heel erg duidelijk maken.

Werkelijk. Je zou voor de grap eens wat Apple- en geloofsdiscussies naast elkaar moeten leggen. De overeenkomsten zijn op z’n zachtst opmerkelijk te noemen. En wanneer je even wat afstand neemt en je analyseert die discussies, kan je maar één conclusie trekken. Het is belachelijk en de discussie gaat nergens over. Misschien is dat wel de belangrijkste parallel. Er wordt keihard gediscussieerd, gescholden, op het voorhoofd geklopt. Omdat iemand een andere telefoon heeft dan iemand anders. Omdat iemands levensovertuiging anders is dan die van iemand anders. We verspillen zo veel energie. Om niets. We winnen er niets mee. Uiteindelijk is er maar een opmerking die zowel gelovigen als niet gelovigen, zowel Applefanboys als Applehaters in hun oren moeten knopen. En die komt, hoe kan het ook anders, van de Beatles: let it be.