He(me)lse muziek

Luisterend naar de enige CD die ik niet kan draaien waar mijn vriend bij is, zet ik de volumeknop op ontoereikend en blèr ik net iets te hard mee. Onder de afwas, tijdens het koken, wanneer de mogelijkheid zich voordoet.
Nee, het is geen foute boyband of Nederlandse schlagermuziek. Het is een volledig geaccepteerde en geniale zangeres: Adele.
Zo heeft iedereen zijn hemelse muziek en heeft daar absoluut vast zijn redenen voor. Toch gebeurt het regelmatig dat er melodieën door mijn oren klinken die stukken minder hemels zijn en waarvan ik me niet voor kan stellen dat er überhaupt één persoon van kan genieten.

Noem het maar helse muziek. Niet eens muziek, alleen hels. In iedere grote stad zwerft het -letterlijk en figuurlijk- van de straatmuzikanten. Ze horen bij het stadsbeeld, ze hebben recht er te staan. Alhoewel ik toch mogelijkheden aan het bedenken ben hoe ik ze het instrument door de strot kan douwen.

Zo is er de oudere vrouw die altijd in de meest benauwde straatjes trekzak aan het spelen is, terwijl ze geen idee heeft hoe ze meer dan drie noten uit de accordeon weet te krijgen. Ik overigens ook niet, maar dat is ook precies de reden dat ik er niet zit. Wanneer ik haar passeer, zie ik, verbazingwekkend genoeg, geld in het zakje liggen. Ik geloof mijn ogen niet en houd mezelf dan ook voor dat zij dit er zelf in gelegd heeft in de hoop dat anderen zullen volgen. Ik in elk geval niet.

Dan is er nog een andere vrouw met hoofddoek en ontbrekende tanden die ook een poging doet hetzelfde instrument te bespelen. Het blijft bij een poging. Bijzonder vind ik het, waarom je muziek speelt als je het niet kunt. Ze lacht altijd naar me met die tandeloze grijns. Ik probeer haar tegenwoordig niet meer aan te kijken, straks denkt ze nog dat ik het mooi vind.

Het is niet dat ik niet gul ben of vrijgevig, maar ik wil mensen principieel niet gaan belonen als ze iets waardeloos laten horen, logisch toch? Ik moet zelf toch ook kwaliteit leveren om niet ontslagen te worden?

Gelukkig zijn er ook nog straatartiesten die niet weg te denken zijn vanwege de sfeer en het verhaal. Het baart me zelfs zorgen wanneer ze er niet zijn. De verwaarloosde Amerikaanse gitarist met lang, vies en vettig haar, inclusief versterker en microfoon -hoe hij hieraan komt mag Joost weten-. Hij zou vroeger erg beroemd geweest zijn in zijn thuisland. Warm of koud, verstikkende zon of keiharde regen, hij is van de partij. Is het niet bij Albert Heijn, dan is het wel bij het station.

Of het echt mooi is? Niet direct, maar het is een mooie aanvulling van de drukke menigte die haast heeft om op tijd bij zijn afspraak te zijn of boodschappen moet doen; herkenbare nummers, gitaarmuziek, niet vals, niet onaangenaam.

Hemels of niet, het straatbeeld wordt er wel kleurrijker van en ook dat is belangrijk. Alhoewel een wet die straatmuzikanten verbiedt die herrie te ‘verkopen' ook niet verkeerd zou zijn. Misschien eens een mooie brief aan de gemeente schrijven?