Er is er een jarig, hoera, hoera...

De Sony PlayStation verscheen 3 december 1994 in Japan. Europa en de V.S. volgden een jaar later. Dit betekent dat het dit jaar tien jaar geleden is dat de PSX in het Westen verscheen. Dat de PlayStation een succes zou worden was niet vanzelfsprekend, in tegendeel. In 1995 domineerden Sega en Nintendo de consolemarkt en na het floppen van de Cd-i van Philips werd een beetje lacherig gedaan over de nieuwkomer. Door een agressieve marketing en fouten van de concurrentie slaagde Sony er echter in binnen korte tijd een leidende positie in te nemen.

Ik zal beginnen met het verhaal over mijn eigen PSX te vertellen. Ik was een redelijke laatkomer. Van huis uit was ik een echte toetsenbord-en- muis-gamer. Ooit begonnen met een MSX en toen via de Commodore Amiga bij de PC beland. Echter, het gamen raakte een beetje in het slop toen ik ging studeren. Belangrijkste reden was dat ik mijn PC vaak voor mijn studie moest gebruiken. De animo om na zes uur typen op die harde bureaustoel te blijven zitten om een game te spelen werd dan ook steeds geringer. Een andere niet onbelangrijke reden is dat het budget voor de noodzakelijke jaarlijkse upgrade in conflict raakte met het benodigde geld voor bier. Tenslotte begon het me op te vallen dat de kwaliteit van de gemiddelde PC-games hard achteruit ging.

Toch wilde ik blijven gamen. Aangezien de laatste games waarvan ik echt had genoten (Tomb Raider, Resident Evil en Final Fantasy VII) allemaal ports van PSX-titels waren, besloot ik ook maar eens zo’n grijze bak aan te schaffen. Dit was in 1997 en ik was toen 22 jaar oud. Nu lijkt het heel normaal voor jong-volwassenen om een console aan te schaffen maar dit was voor de komst van de PSX zeker niet het geval. Natuurlijk waren er ook toen al oudere gamers die op consoles speelden. Maar in de ogen van de casual gamers waren consoles voor kinderen.

Dit is meteen de grootste verdienste van Sony. Door zich met de PlayStation actief te richten op een oudere doelgroep hebben ze de markt immens verruimd. Gamen is van ontspanning voorbehouden aan nerderige 13-jarigen een bezigheid geworden met dezelfde status als TV kijken en boeken lezen. Een console onder je TV is tegenwoordig niet vreemder dan een DVD-speler of videorecorder. Gamen is cool.

Deze vergroting van de markt heeft naast acceptatie van gamers nog andere belangrijke gevolgen gehad. Op hardwaregebied zorgde het succes van Sony ervoor dat andere consoleproducenten ook innovatiever werden (Nintendo stapte bijvoorbeeld van cartridges naar disks over). Ook betrad Microsoft de consolemarkt. Dit heeft tot een felle concurrentie geleid waarbij Sony, Nintendo en Microsoft elkaar proberen voor te blijven door scherpe prijzen en steeds hogere prestaties. Uiteindelijk werd Sega het slachtoffer van deze felle strijd, maar gelukkig zijn ze nu nog steeds succesvol als gameontwikkelaar. Op softwaregebied was de impact nog groter. Door de marktvergroting werd er steeds meer geld uitgegeven aan de ontwikkeling van games. Immers, men moest zich van de concurrentie onderscheiden en het was nu mogelijk om een investering van enkele miljoenen terug te verdienen als een game een succes werd. Tenslotte was het door de oudere doelgroep nu ook mogelijk om meer volwassen elementen in een spel te stoppen. Denk hierbij aan spelen als GTA en Driver.

Goede marketing ten spijt, het succes van een console hangt uiteindelijk af van de kwaliteit van de games. En ook al verscheen er genoeg bagger op de PlayStation; sommige titels hebben een plekje in het hart van gamers veroverd.

Naar mijn mening waren de topgames op de PSX Tomb Raider, Grand Theft Auto, Resident Evil, Final Fantasy VII en Metal Gear Solid. Andere topgames waren Gran Turismo, Vagrant Story, Final Fantasy VIII en IX, Driver, Vib Ribbon, Ridge Racer en Parappa the Rapper. Gamers die importgames konden spelen konden verder genieten van toppers als Xenogears, Final Fantasy Tactics en Chrono Cross.

In de afgelopen tien jaar heeft Sony met de PSX, en later natuurlijk met de PS2, de gamesindustrie revolutionair veranderd. Het lijkt bijna ongelofelijk dat het marktleiderschap van Sony nu al 1/10 eeuw duurt. Er is nu een hele generatie gamers die alleen maar bekend zijn met de naam PlayStation. Terwijl de anderen zich steeds ouder gaan voelen. Zal dit succes nog tien jaar voortduren? Microsoft heeft zich deze generatie een plaats in de markt veroverd en lijkt bij de introductie van de volgende generatie consoles de rol van gretige jonge hond van Sony over te nemen. Ook Nintendo kan natuurlijk nog steeds voor verrassingen zorgen, ook al hebben ze momenteel wel een underdog-positie.

De PlayStation is een mijlpaal in de (jonge) gamegeschiedenis. Ik hef in elk geval het glas op Sony en ga Midgar nog eens bezoeken om herinneringen op te halen.