Word leraar zeiden ze (2)

Hoera! Ik heb Hindert gesproken! Hindert Zeij! Hij is de man die achter de knoppen zit, the great manipulator, de marionettenspeler die alle poppetjes op de goede plek zet. De heerser van de pabo, the man, er zijn weinig plekjes nog open hoor tussen hem en God. Hindert bepaalt waar je stage mag lopen en je kunt hem mailen en je kan hem bellen en je kunt faxen en missives per TNT versturen, maar pas als Hindert het zint, krijg je, zomaar uit het niets, juist als je het niet meer verwacht, een school door, een nummer, dat je kan bellen, en dan, dan begint het eigenlijke paboleven. Wat? Dan begint het eigenlijke leven. (Het tweede leven in mijn geval, want ik ben een zij-instromer zoals ik vorige keer al heb opgeschreven. Maar toch.)

Maar ja, wat ik heel goed begrijpen kon, is dat Hindert niet kon antwoorden, per mail, telefoon, fax of post. En als de berg niet naar Mohammed komt, dan moet het maar andersom. Dus ik fiets naar de Wibautstraat, en wat blijkt, Hindert heeft een heel leeg sick building voor zichzelf! Richard Ellis Makelaardij O.G. verhuurt er tijdelijke bedrijfsruimte, en ik denk er sterk over die kans te grijpen: elke dag zo dicht bij Hindert te mogen zijn! Te mogen lopen over de trappen die hij misschien enkele minuten daarvoor nog heeft betreden! Overal in dit immense lege kantoorgebouw hingen bordjes met fraaie pijlen van de Word Art optie in Microsoft Word, die mij als de ster van Bethlehem de weg wezen naar het Stagebureau, ja, Hindert is chef Stagebureau, en hoe dichter ik Hindert naderde, hoe lichtvoetiger ik mij bewoog, tot ik uiteindelijk Hinderts Stagebureau binnenzweefde.
Ik voelde zijn kracht, zijn warmte, ik voelde hoe hij mij bezielde en ik was er klaar voor toen Hindert Zeij zei: "Ik heb nog geen stageplek voor je gevonden."

Ik begreep die boodschap, hij heeft gelijk, niet de bestemming is het doel maar de reis zelf. Ik begrijp dat allemaal. Die les, die wilde Hindert Zeij mij meegeven. Ik... Ik ben daar dankbaar voor. Weet je wat, ik schrijf dat gewoon hier bij Fok! op, bedankt Hindert, weet dat ik van U hou!

Maar het is intussen wel zaak dat ik een stageplek heb, er zijn er 400 tekort in Amsterdam, want daar is een oorzaak van. Stond in de krant. Dus zit er niets anders op. Ik moet wel.

Tegenover mijn huis, in de Amsterdamse Pijp, de enige wijk in Nederland trouwens waar wekelijks huis aan huis de pijpkrant wordt bezorgd, O, Mariek-Mariek, doe het, doe het, doe het, staat een school. Op de gevel staat Zeventiende Montessorischool de Karrekiet. Het is een wereldberoemde school, want de IKON is er komen filmen over de problemen met de moderne jeugd. De directrice, Ellie O'Malley, voelt zich sindsdien nog belangrijker. Alle gezinnen bij ons in de buurt sidderen een beetje voor Ellie. Sinds die docu op tv was snap ik dat wel.

Elk woord van Ellie O'Malley geselt de ziel als een stuk nat nylon touw met strakke knopen de rug van een loonslaaf in een sm-bordeel. Ik hoop voor de Karrekiet dat Ellie binnenkort haar ego zo hard oppompt, dat ze als een reusachtige ballon zonder knoopje richting Mars cirkelt. Alwaar ze een groep Alien-kindjes opeens tot de orde weet te roepen, terwijl al minstens zestien Alien-leerkrachten over die groep gestruikeld waren. Allemaal geburnout en hoppa de Martiaanse variant van de WAO in.

Het team van de Karrekiet op tv deed mij een paar maanden geleden misschien wel definitief besluiten het onderwijs van binnenuit te gaan verbeteren. Brrr. Serieus aan een groep voorleggen of ze zelf niet denken dat een stuk houding naar de juf toe blablabla. Heerlijk team, zeiden de leerkrachten on camera. Misschien, maar dan toch niet voor de kinderen in kwestie. Hebben ze al zulke ouders, krijgen ze zulke leerkrachten als bonus!
Maar ik moet een stageplek, het is een school, en hij is dichtbij huis.

Zo dichtbij dat ik elke keer om tien uur wakker schrik van de Karrekietkinderen die buiten gaan spelen.
Dan voel ik me een grote nietsnut. Waar is de tijd dat ik al om negen uur samen met een art director zat te bladeren in Nieuwe Revu's, elk half uur een woord uit de briefing herhalend? Dat was een tijd dat de wereld om mij leek te draaien! Ik had het druk! Ik haalde cappuccino, de art director legde Panorama weg en pakte de Voetbal International, ik ging weer zitten, de art director zei 'beschuit', en ik zei dan bijvoorbeeld: 'meervoudige gebruiksmomenten.' Dan bladerden we weer een tijd en daarna zei de art director iets als: 'jonge samenwonende stellen.' Dan was het weer een tijd stil en dan zei ik: 'beschuit met handige inkeping.' En dan gingen we lunchen, want 's middags moesten we op een soortgelijke manier aan de slag met de campagne voor handige reisverpakking die je cadeau kreeg als je twee barcodes opstuurde van de Snoetepoetsers voordeelverpakking.

Snap je? Het was alsof je deel uitmaakte van dat reusachtige raderwerk, die goed geoliede work force die elke morgen er maar toch weer mooi voor zorgde dat de economie bleef groeien.
Maar nu doe ik het met 1 klant die per kwartaal 1 nieuwsbrief wil, zesduizend woorden over een kopieermachine (die ook printer is) gericht op de doelgroep facility managers en directiesecretaressen. Natuurlijk schrijf ik ook gedichten, maar dat is vooral om op feestjes nog iets te zeggen te hebben, tegen meisjes die vragen wat ik nou doe.

Er gaan allerlei lichaamssappen harder stromen als je tegen een vrouw zegt dat je gedichten schrijft. Ik weet niet wat dat is, maar het is een ervaringsfeit. Dus daarom schrijf ik gedichten. Maar helaas, het losersgevoel wordt echt niet minder van gedichten schrijven. Ook niet van om tien uur wakker worden door het gejoel in de kleine pauze. Daar moest wat aan gebeuren, De Karrekiet kwam op tv, ik dacht: dat kan beter, en daar sta ik nu dus temidden van ouders die hun kind op komen halen. Ik loer naar de enge Ellie O'Malley. En zometeen moet ik bij deze Ellie om een stageplekje gaan bedelen.
Ik heb er zin in als een dief in het hangen.

Leger en leger wordt het schoolplein. Als Ellie nog een allerlaatste kind beledigt en aanstalten maakt de deur te sluiten, loop ik naar haar toe.
"Mevrouw O'Malley?"
Ze neemt me met een ironische blik op.

(We slaan nu even een stukje over, het wordt te lang anders.)

Als Marieke er een dotje watten met alcohol op duwt, prikt het gemeen. Maar omdat ik bij haar thuis ben en haar man zit op zijn stomme werk te vergaderen met zijn stomme collega's, lach ik door mijn tranen heen. En het op één na belangrijkste is: ik heb die stageplek!