Terug van niets

Met mijn gebruinde welvaartskop à la Menno Büch zit ik weer thuis, diep weggezakt in die heerlijke fauteuil. Terug van de glühwein, terug van vallen, terug van opstaan, terug van roetsjen, terug van een week weg. Een week lang verstoten van welk wereldnieuws dan ook, omdat de satelliettelevisie alleen voor Idols en de Champions League aan ging. Op de Oostenrijkse rundfunk in de auto ving ik nog wel per ongeluk wat bekende klanken als 'Hans Blix', 'Bagdad' en 'George-dubbeya-Bush' op. Met mijn kleuterschool Duits wist ik te ontcijferen dat de bom nog niet gevallen was, dat de discussie immer doorwoekert.

Benieuwd of de aantekeningen van Ronald Giphart weer zijn opgedoken, duik ik in de stapel kranten van vorige week. Wat voor spannends zal er allemaal gebeurd zijn? Heb ik iets gemist? Hoeveel kan er eigenlijk gebeuren in één week? Niet veel als je het mij vraagt. Je kunt leren skiën in één week. Dat heb ik dan ook maar gedaan. En met het nimmer aflatende enthousiasme van Martin, mein Schilehrer, is dat ook gelukt.

Niet echt schokkend, maar wel frappant nieuws dat mij is onthouden is het ontslag van columnist Mohammed Benzakour bij de Volkskrant. Terwijl Martin mij leerde om met twee benen parallel naar beneden te skiën, werd Benzakour ontslagen omdat hij plagiaat had gepleegd. Vier passages uit zijn column bleken in zijn geheel of gedeeltelijk te zijn overgeschreven uit een stuk uit de Groene Amsterdammer. Wat een ontzettend lullige reden voor een columnist om te worden ontslagen. Zeg jongen daar achterin, zit jij soms af te kijken? Ben jij aan het spieken? Hup, hup, nu vlug de klas uit, je hebt een 1. Ik bedoel, als columnist wil je toch niet het veld verlaten omdat je hebt gespiekt? Ik heb het met Benzakour te doen. In ieder geval, om er maar zeker van te zijn dat ik niet vanaf volgende week op straat sta, meld ik hierbij maar dat ik een regel hierboven nagenoeg heb overgeschreven uit de Volkskrant. Sorry.

De wereld draait maar door en door. En toch is de ene wereld de andere niet. Heerlijk was het: geen journaal, geen krant, geen internet. Het enige waar ik iets mee te maken had, was die verdomde berg, die ik zo nodig wilde bedwingen. Dus gleed ik dagelijks in een achterlijke pose achter Martin de Schilehrer aan. Op de agenda stonden bochtjes maken, staande blijven en toch een beetje vaart maken op twee planken. Geloof het of niet, maar daar kan de wereld om draaien. De kwestie Irak lijkt niet te bestaan, als je na drie dagen skiles uiteindelijk toch op 2020 meter hoogte staat. Laat staan de zegeltjespaniek in Nederland, als oer-Hollands gevolg van het dramatisch aandeelverlies van Ahold. Geen zegelboekjes in Oostenrijk, en al helemaal geen paniekerige klanten bij de buurtsuper.

Nee, echt veel mis je niet in een week waarin ieder mogelijk mediakanaal is afgesneden. Sterker nog, het is zelfs heerlijk. Een genot. Even helemaal weg, om maar eens een populaire slogan te quoteren. Er zat eigenlijk tussen die dikke stapel nieuwsberichten maar één stukje wat me echt wist te beroeren. Het Parool wist afgelopen zaterdag te melden dat Emile Ratelband naar eigen zeggen onlangs op bezoek is geweest bij Saddam Hoessein. En sterker nog, Hoessein was onder de indruk van Ratelband's boek dat hij gelezen had. Saddam Hoessein vond het bovendien jammer dat Ratelband geen enkele zetel had gekregen, want Saddam vond Ratelband tolerant en 'de moeite waard'. De enige echte Tjakka-goeroe op bezoek bij een dictator. Kijk, dat is nou nieuws, daar mag je me desnoods voor van de piste halen!