Column: Hun was niks

Sprak ik vorige week nog in een bui van opperste taalpietluttigheid de caissière in de supermarkt aan op haar taalgebruik ('Ik ben niet de enigste die zijn pincode wel eens vergeet. Grrrr... enige! Het is enige!'), nu blijkt dat het allemaal maar moet kunnen. Uitgerekend Philip Freriks, onze Grote Voorganger in Het Nationaal Dictee, meldde vrijdag in het NOS-journaal dat we ons in de toekomst neer moeten leggen bij Nederlands met taalfouten. Sorry?

De Nederlandse taal staat op losse schroeven concluderen taalkundigen. Taalpuristen, spelfoutenzifters, grammaticaverdedigers en spellingcheckers krijgen het zwaar in de toekomst. 'Ik ben groter als hij. Hun hebben weer gewonnen. Het huis wat ik heb gekocht.' Binnen tien jaar worden zelfs de meest tenenkrommende zinnen goedgekeurd. Als je dan nog aan komt kakken met je betweterige correcties halen 'hun de neus voor je op'.

Een speciale commissie van de Nederlandse Taalunie heeft voorgesteld om het Algemeen Nederlands om de zoveel jaar aan te passen aan het dagelijks taalgebruik. Kijk. Dat is pas een goed idee. Als niemand zich aan de norm houdt, dan passen we gewoon de norm aan. Makkelijk genoeg. Zijn we eindelijk af van dat eindeloze geëmmer over -d, -t of -dt. Zonde van je tijd, toch? Ik vindt van wel, wat jij? En zeg nou eerlijk, waarom is het wel een mooie vrouw en geen mooie huis? Juist.

Het lijkt wel alsof de taalpuristen, waarvan jarenlang de haren overeind schoten van die eindeloze rij taalfouten, het hebben opgegeven. Het interesseert ze simpelweg niet meer. Want met de komst van internet en e-mail valt er nu eenmaal niet meer tegen de fouten op te boksen. De betweters hebben de handdoek in de ring gegooid. Wat zeg je? Hantdoek, vind je dat mooier geschreven zo? Prima. Mag ook. Wat jij wil. Gewoon voortaan hantdoek met een t spellen, dan neemt de commissie het vanzelf op in het Algemeen Nederlands.

Om dat slordige, kromme taalgebruik te rechtvaardigen verstuurt een of andere malloot een mailtje waarin hij alle woorden verhaspelt en beweert dat het niet uitmaakt waar je de letters neerzet, als je de eerste en laatste letter maar laat staan blijft het leesbaar. Dat hij zich vervolgens beroept op een nooit gehouden en gepubliceerd onderzoek van de Universiteit van Cambridge maakt niemand nog wat uit. Het bewijs is immers geleverd: selpilng en gmamtircaa zijn ttaoal orevodbig, we snapepn het ook wel znoder.

Maar als dat zo doorgaat voorspel ik taalkundige anarchie. De eens zo gewaardeerde Groene Boekjes worden ingezameld en op een grote brandstapel gegooid. Mensen zullen dansen om de brandstapel, blij als ze zijn dat ze nooit meer op een spelfout worden gewezen. Wie nog aankomt met de dikke van VanDale krijgt de wind van voren. De toch al niet al te betrouwbare spellingcontrole van Word kan het raam uit. Docenten Nederlands zijn hun leven niet meer zeker. Daarna zijn de wiskundigen aan de beurt. 1 + 1 = 3? Wat je wil. Vinden we ook goed. Moet kunnen. Lekker eigenwijs.

Godzijdank staat er in roerige tijden als deze, als de mensen niet meer weten wat voor of achter is, altijd wel een krachtig persoon op. Een leider. Een hoeder die ons de weg leidt. Een profeet. En in het geval van de Nederlandse taal is dat niemand minder dan Johan Cruijff. Als we de taalkundigen moeten geloven wordt binnen nu en tien jaar profetisch taalgebruik, zoals Cruijff het placht te spreken, eveneens opgenomen in het Algemeen Nederlands. Dan kan de man wie de bal kaatst, hem terug verwachten. Of om de profeet zelf te quoten: 'Dat vind ik een negatieve invloed wie geen enkele zin heb.'