De macht van de klant

Sinds enkele weken hebben wij een ongenode gast in huis. Dat wil zeggen; hij woont hier al een poos, maar aangezien wij gaan verhuizen is hij niet langer welkom. Gaan dus. Gemakkelijker gezegd dan gedaan: we hebben grote moeite moeten doen om onze inwonende modemgast weer aan de rechtmatige eigenaar te retouneren.

Op een dag zochten we contact met de klantenservice van Essent. Daar moesten we per slot van rekening zijn om onze modem weer in te leveren. Mwah, hoelang zal zo'n afspraak maken duren? Drie minuten? Vijf, hooguit? Na ruim anderhalf uur wachten waren we nog steeds niet aan de beurt. Aangezien we met onze vrije dag toch echt ook nog andere dingen te doen hadden, hebben we het voor die dag maar opgegeven. E-mailen dan maar. Echter, een juist e-mailadres bemachtigen van Essent bleek ook vrij moeilijk. Steeds kregen we de e-mail terug. Misschien konde we de e-mail richten aan afdeling mezusenmezo? Maar nu was het in ieder geval niet goed. Afdeling mezusenmezo bleek echter niet te beschikken over een e-mailadres.

Vandaag probeerden we het weer ouderwets telefonisch. Na twee uur aan de telefoon wachten kregen we dit keer iemand aan de telefoon. Nee, helaas: we hadden niet het juiste nummer gedraaid. Of we zo vriendelijk zouden willen zijn om nummer zo-en-zo te draaien? Nee, eigenlijk niet, maar de pieptoon in ons oor deed ons vermoeden dat de vriendelijke dame aan de andere kant van de lijn vergeten was om op ons antwoord te wachten. Nou goed: bellen dus met een direct nummer. Dat zou sneller moeten gaan.

Nu waren we al aan de beurt na respectievelijk anderhalf uur (toen werd de verbinding aan de andere kant verbroken) en één uur. Een klagelijke stem aan de andere kant van de lijn vroeg wat hij voor ons kon doen. Op onze tirade reageerde hij als volgt: Teveel mensen bellen naar het gratis nummer. Dat was nieuws voor ons. Het volgende hadden we ook echt nog nooit gehoord: wij zijn te belabberd om goed te zoeken op internet. Wisten wij wel dat heel veel antwoorden op internet te vinden waren? En als iedereen dat nu deed, dan hadden we niet zulke lange wachttijden. Nu moesten wij wachten omdat domme mensen domme vragen gingen stellen. Sja. Dat was nou, aldus de telefonist, de macht van de klant.

Het liefst rijd ik met mijn fietsje over de Essentbaas heen. Of beter nog: over zijn schrijfhand. Heen en weer met mijn dikke pasopgepompte bandjes rijd ik over zijn rukhandje. En daarna laat ik geheel per ongeluk een steen op zijn kleine teen vallen. En zijn Mercedes Primadera Calverarara Uno loopt een piiiiiepklein deukje op. Mijn modem is een beetje kapot schijnt. Ja heeeeel gek; ik schudde ermee, en toen viel er geloof ik een heel klein maar belangrijk dingetje uit. In de chaos van de verhuizing heb ik dat misschien een beetje kapot getrapt. Misschien. En nu ben ik vergeten dat te melden aan Essent: oeps! En ik vergeet ook nog hen een adreswijziging te sturen, tja. De macht van de klant. Dag Essent.

Catoot