[1996] Tour drie dagen in Nederland

Op zaterdag 3 juli start de Tour de France voor de vijfde keer in Nederland. Na de starts in Amsterdam (1954), Scheveningen (1973), Leiden (1978) en Den Bosch (1996) is dit jaar Rotterdam aan de beurt. In een specialreeks kijkt FOK!sport terug op de eerdere Tour-starts. Vandaag is de Tour-start in Den Bosch aan de beurt.

De Brabantse hoofdstad was jarenlang aan het lobbyen bij de Franse organisatoren, maar leek er aanvankelijk toch naast te grijpen. De ASO koos voor Den Haag als startplaats van de proloog, waarna de eerste etappe naar Den Bosch zou gaan. De residentiestad slaagde er niet in de financiën rond te krijgen en moest de organisatie teruggeven. De proloog ging daarna alsnog naar Den Bosch, waardoor de stad door een proloog, start-finish van de eerste etappe en de start van de tweede etappe ruim een week het middelpunt van de tour was.

"Woensdag slaat de organisatie reeds zijn tenten op, donderdag vindt de grote presentatie van de ploegen plaats, vrijdag is er een groot feest, zaterdag de proloog (start in de Brabant Hallen, de finish 9.400 meter later er buiten - red.), zondag de etappe van 's-Hertogenbosch naar 's-Hertogenbosch en maandag het vertrek van de rit naar Wasquehal onder de rook van de Sint-Jan. Je moet het daarnaast ook als een diepte-investering zien, in de promotionele, culturele en economische sfeer", aldus de toenmalige burgemeester Burgers van Den Bosch.

Toen de Tour eenmaal in Den Bosch was gearriveerd, ging de Nederlandse aandacht vooral uit naar Jeroen Blijlevens. De sprinter was de enige Nederlandse kanshebber op een zege, namelijk eerste etappe die waarschijnlijk in een massasprint zou gaan eindigen. Voor de proloog waren geen Nederlandse kanshebbers. Toch werd er juist in de proloog een klein Nederlands succes geboekt: Alex Zülle won die proloog. De Zwitser heeft namelijk een Nederlandse moeder en spreekt vloeiend Nederlands. De echte proloogspecialist Christopher Boardman eindigde als tweede. De Rus Yevgeni Berzin werd derde.

Ondanks een perfecte voorbereiding viel de proloog toch in het water, letterlijk wel te verstaan. Het regende de hele dag waardoor het aantal toeschouwers zeer tegenviel. Het was net als in Den Bosch ook een groot gedeelte van de eerste week slecht weer, wat zeer in het nadeel was van Miguel Indurain. Hij moest zoals voor hem gebruikelijk in de eerste week van de Tour beter worden om vervolgens te kunnen schitteren, nu liep de Spanjaard waarschijnlijk bronchitis op en was de gehele Tour uit vorm.

Voor de eerste etappe in lijn was het weer opgeknapt en het was te merken aan de belangstelling langs de weg. Geschat werd dat meer dan één miljoen mensen die dag langs de route stonden. In de dorpen en steden kregen de renners amper voldoende ruimte om te passeren. En door het enthousiaste publiek en de vele obstakels was het zelfs gevaarlijk, waardoor er in de koers bijna niks gebeurde. Pas in de slotfase probeerden enkele renners te ontsnappen, waarbij vooral Danny Nelissen actief was. Het draaide echter toch uit op een massasprint en daarin waren alle Nederlandse ogen uiteraard gericht op Blijlevens. Hij werd echter met een miniem verschil geklopt door Frédéric Moncassin.

Na de start van de tweede etappe reed het peloton rechtstreeks Nederland uit, om via België nog dezelfde dag in Frankrijk te finishen. Den Bosch kon tevreden terugkijken op de Tour, waar het weer voor de enige tegenvallers zorgde.