FOK!toen: Deep Purple
Vandaag verhaalt FOK!toen over Deep Purple – niet de hardrockband, maar het liedje waarnaar die band vernoemd is. Dat liedje heet ook “Deep Purple” en stond precies 75 jaar geleden maar liefst negen weken op één in de VS. Wat Deep Purple, “Deep Purple” en president Kennedy met elkaar te maken hebben, lees je daarom vandaag in FOK!toen.
Big Band-leider Larry Clinton (en jazz-zangeres Betty George), die de eerste hitversie van "Deep Purple" uitbracht.
“Deep Purple” is de start van een FOK!toen-reeks over legendarische nummers die dit jaar hun 75e verjaardag vieren (van “When the Saints Go Marchin' In” tot “We'll Meet Again”). Het liedje werd in 1933 als pianostuk geschreven door pianist Peter DeRose. In de vijf jaar erna was er steeds meer vraag naar de bladmuziek en pingelde de halve wereld reeds het deuntje.
Eind '38 schreef lyricist Mitchell Parish daarom een tekst op de melodie. Big Band-ster Larry Clinton nam samen met zijn orkest en zangeres Bea Wain het nummer in januari 1939 op en bracht het direct op single uit:
When the deep purple falls over sleepy garden walls
And the stars begin to flicker in the sky
Through the mist of a memory you wander back to me
Breathing my name with a sigh
In the still of the night, once again I hold you tight
Though you're gone, your love lives on when moonlight beams
And as long as my heart will beat, lover, we'll always meet
Here in my deep purple dreams
De single schoot als een pijl omhoog in de Amerikaanse hitlijsten en stond daar dertien weken in, waarvan negen weken op één. In de Billboard-jaarlijst van '39 kwam het op plaats vier. Daarnaast kwam het nummer in de eind 1939 samengestelde lijst der jaren '30 op plekje 98 terecht.
“Deep Purple” was zo'n succes dat het regelmatig opnieuw in de lijsten kwam in de vorm van een cover: Bing Crosby, Artie Shaw en Guy Lombardo kwamen er nog in 1939 mee op respectievelijk de veertiende, zeventiende en negende plek. In '49 volgden Paul Weston (20) en The Ravens (87), en in '57 knalde de versie van Billy Ward & The Dominoes radio's uit vanaf de 22e plek. Ook Donny en Marie Osmond deden een gooi en piekten in 1976 op plaats veertien.
Het nummer was zo immens populair dat er begin jaren '40 zelfs een 'sound film' van werd gemaakt. Die korte muziekfilmpjes werden ook wel 'soundies' genoemd en waren een zeer vroege variant van videoclips.
Bekendste versie: Nino Tempo & April Stevens
Klik hier om te luisteren. (Embedden kan pas na 70 jaar.)
Hier vind je een live-opname.
Hier een live-opname van tientallen jaren na dato.
En hier zingen Nino en April "Hey! Baby".
De bekendste cover was in november 1963 de honderdste nummer één-hit in de Billboard Hot 100 en scoorde ook in Nederland goed; het bereikte een tweede plaats. De bovengemiddeld knappe broer en zus Nino Tempo en April Stevens [geboren Antonino en Carol LoTempio] hadden een heel eigen versie van het nummer uitgebracht en veroorzaakten daarmee nogal wat tienerliefdes: in de commentaren op YouTube stellen mannen nog altijd verliefd te zijn op April, vrouwen op Nino.
April Stevens en Nino Temple, 1965
"Wat een kutnummer!"
Producer Ahmet Ertegun was niet erg overtuigd van de meerwaarde van hun cover van “Deep Purple” en noemde het liedje 'het meest beschamende' dat het duo ooit had opgenomen. Het kwam terecht op de B-kant van de single "I've Been Carrying A Torch For You So Long That It Burned A Great Big Hole In My Heart.” Radiozenders negeerden de A-kant echter en speelden massaal “Deep Purple.”
April en Nino mochten in de herfst van '63 bij Kennedy in het Witte Huis op de thee en beelden daarvan werden door jeugd wereldwijd gekoesterd. Het nummer stond daarnaast de week vóór de moord op Kennedy op één in de VS. Daarom herinnert dit liedje vele mensen van boven de zestig nog steeds aan de moord op JFK. “Deep Purple” won uiteindelijk in 1964 de Grammy voor Best Contemporary Song, een eer die ook o.a. “Georgia on My Mind” ('61), “Let's Twist Again” ('62) en “Bridge over Troubled Water” ('71) ten deel viel.
Nino kon de tekst niet onthouden
Nino's unieke manier van zingen (met 'oooh!'-uithalen) wordt door velen gezien als een inspiratiebron voor Paul McCartney. Een fameus aspect van het nummer is daarnaast de zwoele stem van April, die halverwege het liedje de regels hardop voorleest voordat haar broer ze zingt.
Nino kon de tekst namelijk niet goed onthouden bij de eerste paar keer oefenen en viel tijdens het tweede couplet steeds terug op de tekst van het eerste. April zei de teksten daarom voor, hetgeen prima werkte. Toen anderen de oefenversie hoorden waren ze direct overtuigd: die 'hulp' moest ook in de album- en single-opname worden verwerkt. Zo geschiedde, al vond Nino het aanvankelijk maar niks.
Deep Purple-gitarist Ritchie Blackmore. Copyright Wiki-user W.W. Thaler/H. Weber; Hannover, 1970.
Favoriete nummer van oma
Toen de Engelse rockband Roundabout van een tour in Denemarken en Zweden terugkwam in april 1968, vergaderden ze over een nieuwe naam. Gitarist Ritchie kreeg plots een idee: zijn oma speelde haar favoriete liedje vaak op de piano. Dat liedje was, je raadt het al, de 1939-versie van “Deep Purple”. De rest is geschiedenis: de band koos voor de naam Deep Purple en werd één van de grootste hardrockbands aller tijden.
Deep Purple heeft echter helaas nooit “Deep Purple” gecoverd. Dat had een interessant experiment kunnen zijn en een minstens even andere versie van het nummer opgeleverd, als de April & Nino-versie verschilt van het origineel van 24 jaar eerder.
Volgende keer in FOK!toen-1939: "The Lion Sleeps Tonight"