Films & Games

Er is een nauwe band tussen films en games. Zo vinden games hun inspiratie vaak in films. Hoe vaak hebben gamers al niet de aarde gered van aliens? En hoeveel talloze games als bijvoorbeeld Grand Theft Auto zijn niet geïnspireerd door misdaadfilms? Ook proberen games steeds vaker hun verhaal net zo goed te vertellen als films. Door middel van de wijze en het tempo van vertellen (de verhaalstructuur) wordt geprobeerd gamers tot het einde van het spel geboeid te houden. Kijk maar naar een recentelijke game als Fahrenheit. Ook lijken cutscenes uit games tegenwoordig rechtstreeks uit een film te komen. Zie bijvoorbeeld games als Metal Gear Solid of Ninja Gaiden.

Een vaak gehoorde opmerking is dat games (nog) geen echte kunst zijn omdat een game je niet kan laten huilen. Dit doel komt door het toevoegen van steeds meer diepgang, realistische personages en emoties echter steeds dichterbij. Mensen die de dood van Aeris of de hereniging met Yorda hebben meegemaakt zouden trouwens kunnen beargumenteren dat dit stadium al bereikt is.

De bekendste band tussen games en films is echter het produceren van vaak middelmatige games gebaseerd op films. Filmstudio’s hebben een extra promotiemiddel en gameuitgevers hoeven geen moeite te doen om iets origineels te bedenken aangezien de massa toch vooral voor naamsbekendheid gaat. Een win-win situatie dus, behalve voor de gamer. Maar goed, als je tegenwoordig bij de aankoop van een spel alleen op het hoesje afgaat en niet de moeite neemt om wat reviews te lezen verdien je eigenlijk niet beter.

Het produceren van middelmatige games gebaseerd op films vindt eigenlijk al plaats zolang er games zijn. Een mooi verhaal is dat een van die games (E.T.) schuldig was aan het instorten van de videogamemarkt in de jaren ’80 waarna Nintendo met de NES de markt veroverde en de gamemarkt zoals we die nu kennen creëerde. Zo schijnen er in de Mojave woestijn honderdduizenden onverkochte cartridges van E.T. begraven te liggen. Of één game dit kan bewerkstelligen is twijfelachtig, E.T. was meer het dieptepunt van een hele reeks slechte games die de markt hadden verpest. E.T. betekende in elk geval wel het einde van Atari als gerenommeerde producent van games.

De band tussen films en games is niet alleen eenrichtingsverkeer vanuit Hollywood. Filmstudio’s zijn altijd op zoek naar inspiratie. Om het op een cynische manier te zeggen; beter goed gekocht dan slecht zelf bedacht. Succesvolle boeken, toneelstukken en (steeds vaker) games worden gezien als een goede investering.

De eerste films gebaseerd op games stammen al uit het begin van de jaren ’90, films als Double Dragon, Mortal Kombat en Super Mario Bros moesten gamers naar de bioscoop lokken. Deze films zijn echter stuk voor stuk geflopt waarna het een tijdlang stil bleef tot eind jaren ’90 een nieuwe poging werd gewaagd met de verfilming van Tomb Raider. Ondanks dat het geen filmisch hoogstandje was bleek de film toch een groot succes te zijn. Tomb Raider zorgde ervoor dat filmstudio’s weer games ging verfilmen. Inmiddels hebben we Alone in the Dark, House of the Dead en Resident Evil al gehad. Op stapel staan nog verfilmingen van Doom, Dungeon Siege, Bloodrayne en Halo.

De kwaliteit van de films die na Tomb Raider zijn gemaakt wisselen echter tussen slecht en waardeloos. “Regisseurs” (bewust tussen haakjes) als Uwe Boll en Paul W. Anderson mogen aan de lopende band flutwerkjes in elkaar draaien. Waarom deze prutsers überhaupt nog films mogen maken is mij een raadsel. Het enige wat ik kan bedenken is dat ze in staat zijn goedkoop en snel films af te leveren die net genoeg bezoekers trekken en DVD’s verkopen om toch winstgevend te zijn. Zo zou Resident Evil oorspronkelijk geschreven en verfilmd worden door George A. Romero, de vader van de zombiefilms. Deze levende legende was op zijn beurt weer de inspiratiebron voor de Resident Evil-games waardoor de cirkel weer mooi rond was geweest. Echter, uiteindelijk is de keuze naar Paul W. Anderson gegaan die een middelmatige actiefilm afleverde. Het is duidelijk, de filmstudio’s spelen op safe.

Dit is vanuit het oogpunt van de filmstudio’s begrijpelijk. Liever een kleine winst op basis van een geringe investering dan een onzekere kaskraker die een hoog budget vereist. Wat echter opvalt is dat de uitgevers van games vrolijk meedoen. Ze lijken totaal niet bezig te zijn met de kwaliteit van de films die op basis van hun intellectueel eigendom worden gemaakt. Ze nemen de zak geld van de studio’s aan en laten ze voor de rest hun gang maar gaan. Ook al bezoedelt het eindresultaat hun games.

Wat is hier nu de oorzaak van? Het is tegenwoordig normaal dat een ontwikkelstudio bij voorbaat de rechten op een spel verkoopt aan een uitgever om zo het daadwerkelijk maken van de game te kunnen financieren. Uitgevers voelen zich meestal een stuk minder verbonden met een game die ze niet zelf gemaakt hebben. Dit gecombineerd met een bijna blind streven naar kortettermijn winst zorgt ervoor dat er wat makkelijker afstand wordt gedaan van een spel. Er zijn maar een klein aantal ontwikkelaars die financieel krachtig genoeg zijn om de rechten op hun games in eigendom te houden. Bungie is bijvoorbeeld wel bereid om Halo te laten verfilmen maar stelt hoge eisen. Zo is kortgeleden bekend geworden dat Peter Jackson, bekend van the Lord of the Rings film, Halo zal gaan produceren.

Uitgevers van comics als Marvel en DC hebben daarentegen al langer in de gaten dat zorgdragen voor kwalitatief goede films hun markt kan vergroten. Films als Spiderman, X-Men en Batman Begins stellen niet alleen de fans tevreden maar zorgen ook dat nieuwe consumenten bekend raken met hun strips en dat ze deze een keer zullen kopen. Natuurlijk zijn er ook geregeld slechte films gebaseerd op comics, bijvoorbeeld Batman Forever of The Fantastic Four. Toch is de verhouding tussen slechte films en goede films vele mate positiever dan bij films gebaseerd op games.

Gameuitgevers zouden hier een voorbeeld aan moeten nemen. Goede films zorgen ervoor dat mensen geïnteresseerd raken (en blijven) in de games waarop deze films gebaseerd zijn en dat ze deze ook daadwerkelijk zullen willen spelen. Wie zou immers een toptitel als Resident Evil 4 nog willen gamen na anderhalf uur blootgesteld te zijn geweest aan bagger als Resident Evil: Apocalypse?