CD: Simo - Let Love Show The Way

Nashville is een stad die een en al muziek ademt. Haar bijnaam is niet voor niets ‘Music City’, en ook wordt ze wel gezien als de hoofdstad van de country. Naast die stroming, wordt er ook veel blues en rock, of een combinatie daarvan gespeeld. Zo ook door het powertrio Simo, dat hun muziek omschrijft als ‘the ultimate mix of southern heavy and blues rock’. Onlangs verscheen hun tweede album Let Love Show The Way.

Gitarist J.D. Simo is, net als velen voor hem, pas op latere leeftijd naar Nashville getrokken vanwege de levendige muziekscene. Oorspronkelijk komt hij uit Chicago, een stad die overigens ook behoorlijke noten op haar zang heeft. Op zijn vijftiende vertrok hij eerst naar Phoenix, Arizona, alwaar hij naamsbekendheid verwierf mede dankzij een EP met enkele live nummers. Het leverde hem het nodige sessiewerk op. Daarnaast, bracht hij, eer hij naar Nashville vertrok, vier soloplaten uit. In Nashville werd hij al snel benaderd voor diverse jamsessies. Dat gebeurde onder meer door bassist Frank Swart, die bekend is van o.a. Norah Jones en John Hiatt, maar die ook achter de knoppen zat voor bands als Pixies en Morphine. Swart had eveneens drummer Adam Abrashoff gerekruteerd, die op zijn beurt onder meer voor een andere blues muzikant, Patrick Sweany had gewerkt. Simo was geboren. Het kersverse trio bracht in 2011 hun gelijknamige debuut uit. De band stond daarna op tal van grote blues festivals en verzorgde het voorprogramma voor Greg Allman en Deep Purple. De band en gitarist J.D. Simo in het bijzonder, werd ook een goede vriend van Joe Bonamassa. J.D. is dan ook met regelmaat bij Joe op het podium te vinden.

Het geluid van J.D. is lekker authentiek. Hij speelt dan ook op vintage equipment. Hij is een echte kenner op dat gebied, en schrijft erover op zijn blog. Wat gitaren betreft maakt hij onder meer gebruik van de befaamde Gibson ES uit 1962, maar heeft uit diezelfde fabriek ook een Les Paul Goldtrop 1957 waarvan Duane Allman de vorige eigenaar was. Ook de Fender Stratocaster behoort uiteraard tot zijn bezit. Indien een vergelijk getrokken moet worden dan is het spel van J.D. misschien nog het beste te omschrijven als een kruising tussen Santana en Rory Gallagher. Wil je echt overtuigd raken van zijn klasse, dan ben je haast wel verplicht de DeLuxe versie aan te schaffen. Hierop staat het bijna veertien minuut durende ‘Ain’t Doin’ Nothin’’, waarop J.D. zijn kunsten rijkelijk laat horen. Maar wees getroost, op de reguliere cd staat ook een lang uitgesponnen nummer, namelijk ‘I’d Rather Die in Vain’ (9min55s). Het zijn heerlijke nummers waarop fantastisch wordt gejamd. Dit trio kent een geweldige balans, ondanks het feit dat J.D. de spil is.

De opener is gewaagd en cliché tegelijk. Het is ‘Stranger Blues’, een cover van Elmore James. De uitvoering van Simo is echter wel zodanig retestrak, dat je al moeilijk stil kan blijven zitten. Maar je kunt zeker zeggen dat de cd ook zeer progressief is. Zo zijn er ook folk invloeden (‘Long May You Sail’ en 'Today I'm Here') en wat popachtige soul hoorbaar (‘Two Timing Woman’, en ‘Please’). Waar blues soms saai dreigt te worden, houdt Simo het zeker spannend, en heb je na afloop al snel de drang om op ‘repeat’ te drukken. En dat zijn altijd de betere cd’s. Met ‘I’ll Always be Around’ heeft de band haar eigen ‘With a little Help from my Friends’ geschreven, een song die ze overigens zelf ook met regelmaat live speelt. En wil je uiteindelijk nog een sterke cover horen, dan ben je weer aangewezen op de DeLuxe versie, want daarop staat ‘Please be with me’, een nummer van Duane Allman met zijn band Cowboy en dat ook ooit door Eric Clapton is gecoverd.

Liefhebbers van stevige blues en rock zullen ongetwijfeld dit album omarmen. Met Let Love Show The Way kom je de dag wel door. Ik denk zelfs dat elke muziekfanaat dit plaatje wel zal kunnen waarderen. Frisse blues in tijden van veel van hetzelfde met bling bling clips.

11 april te zien in het immer gezellige Little Devil in Tilburg.