'Rechters onderbouwen hechtenis onvoldoende'

Nederlandse rechters kijken onvoldoende kritisch naar de argumentatie om verdachten in voorlopige hechtenis te zetten en houden. Die motivering van de tijdelijke rechterlijke vrijheidsbeneming moet beter, concludeert het College voor de Rechten van de Mens maandag op basis van onderzoek.

Die slotsom is gebaseerd op het doorspitten van ruim driehonderd dossiers bij vier rechtbanken (Zeeland-West-Brabant, Rotterdam, Gelderland en Rotterdam) en twee gerechtshoven (Den Bosch en Amsterdam). Bij vier van de zes was de argumentatie onvoldoende.

Het College voor de Rechten van de Mens is een onafhankelijke toezichthouder op mensenrechten in Nederland.

Het merendeel van de raadkamerbeslissingen over gevangenhouding - waarin rechters bespreken of een verdachte op verzoek van het OM tot drie maanden moet worden vastgezet - is zonder goede onderbouwing genomen, vinden de onderzoekers.

Zij hebben bij één onderzochte rechtbank bijvoorbeeld een kruisjesformulier aangetroffen, waarop de gronden voor voorlopige hechtenis moeten worden aangekruist zonder verdere schriftelijke motivatie. Op een ander formulier staan standaardteksten waarop zinnen weggestreept moeten worden. Ruimte voor argumentatie is er op beide formulieren niet.

Het college vindt dat de vrijheidsbeneming vanwege de maatschappelijke gevolgen beter moet worden uitgelegd. Een voorlopige hechtenis die ten onrechte is opgelegd, kan leiden tot verlies van werk of een uitkering en veroorzaakt soms zelfs problemen met huisvesting en school.

'Rechters onderbouwen hechtenis onvoldoende'
'Rechters onderbouwen hechtenis onvoldoende' (Foto: ANP)