Ironie is een serieuze zaak

Ik zag afgelopen week 'Een Prettig Gesprek' van Theo van Gogh met de Belgische schrijver, en beroeps provocateur Herman Brusselmans uit 1992. In het interview zei Brusselmans dat ironie niet meer werd begrepen, je er mee moest uitkijken. Het kon tegen je gaan werken, de overdrijving als stijlmiddel was uit de "mode" en "not done." Kees van Kooten en Wim de Bie moesten bijvoorbeeld stoppen met hun "Tegenpartij." De typetjes Jacobse en van Es zouden, als ze hadden meegedaan aan de verkiezingen, 25 zetels hebben gehaald met politieke standpunten rechts van de PVV. Hun pijlsnelle, van VVV Venlo overgenomen, vleugelspeler Blonde Greet staat model voor de werkelijkheid die de ironie heeft ingehaald.

Een paar jaar daarna kwam de ironie echter alsnog opzetten. Werd het weer geaccepteerd en gemeengoed. Frappant was daarom dat juist in die periode Theo van Gogh en Pim Fortuijn werden vermoord. Fortuijn was denk ik de ironie al voorbij. Dat was een recalcitrant waarbij de ondertoon iets te serieus was. Zoals Gerard Reve, een paar decennia daarvoor, als briljant schrijver en preker voor eigen parochie, echt van zijn geloof was gevallen. Momenteel leven we naar mijn mening, en die is zéér relevant, weer in een tijd van doe maar normaal en kijk uit met wat je zegt. 25 jaar later zijn we dus weer in 1992 beland.

Daarom was het leuk en toevallig afgelopen week Herman Brusselmans bij Jeroen Pauw aan tafel te zien. Hij vertelde dat je hem en zijn grootspraak allemaal niet zo serieus moet nemen. Dat-ie maar een verlegen jongen is die drank nodig had om zelfvertrouwen te kweken. Dat is dodelijk. Dan val je net als Gerard Reve destijds van een zelf gecreëerd voetstuk. Je kunt niet tot twee kampen behoren en van twee walletjes eten. Theo Maassen noemde in zijn laatste voorstelling humor niet voor niets de hoogste kunstvorm. Daar wil ik humor om te lachen aan toevoegen. Humor om te lachen is een serieuze zaak. Daar mag je geen loopje mee nemen. Als er mensen mochten zijn die na het lezen van deze column twijfelen aan mijn oprechtheid en goede bedoelingen, geef ik ze geen ongelijk. Dat doe ik zelf namelijk ook. Althans, daarnet nog.