Special - Herman Brusselmans

'Al had je de laatste kut op aarde, dan nog zou ik mijn toeter liever in een Moulinex Allessnijder steken.' (uit: Autobiografie van iemand anders)

Doch verder geen paniek is een boek uit 1997 waar Gerd de Ley de beste "Doorgrondelijke wijsheden" van Herman Brusselmans samengesteld heeft. Het boekje is dit jaar gevolgd door Nog steeds geen paniek, waar de eerdere uitgave is aangevuld met meer recent werk. Sommige citaten zijn enigszins uit het verband gerukt, en doen het uiteraard beter in hun context. Desalniettemin hieronder een aantal wijze spreuken, met bronvermelding.



'Reeds op m'n achttiende wou ik me van het leven beroven door me voor een kudde ontsnapte en niets ontziende wilde stieren te gooien, maar hoe ik ook zocht en navraag deed, zo'n kudde was nergens te verkrijgen. (uit: De Geschiedenis van de Vlaamse Letterkunde)

Hij is zo klein dat hij op een bankje moet gaan staan om zijn eigen haar te kammen. (uit: De Geschiedenis van de Wereldliteratuur)

'Vroeger overwoog ik weleens zelfmoord. Tot ik bedacht; wie vermoordt er nou iemand zoals ik? Toch alleen een idioot?' (uit: Autobiografie van iemand anders)

Vrouwen hebben niet genoeg verstand om optimaal te profiteren van het feminisme.
(idem)

Ik stel me soms een kerkhof voor waar niemand ligt en aan de poort waarvan er een pancarte hangt met de tekst: 'Gesloten wegens gebrek aan belangstelling.' (idem)

Mijn nieuwe vriendin lijdt enorm aan hoogtevrees. Zo veel hoogtevrees heeft ze dat ze vier keer per dag het eelt van haar voetzolen verwijdert. (uit: Het mooie kotsende meisje)

Je beseft echt dat je van iemand houdt als je haar van dichtbij hebt zien kotsen dat het klettert.
(idem)

Zijn alcoholisme werd op den duur zo'n probleem dat hij stopte met drinken. (idem)

Ik heb niks tegen coïtus interruptus, als ik daarna maar eens goed kan neuken. (idem)

'Ik heb niks tegen homo's zolang ze maar van míjn wijf afblijven' (uit: Heden ben ik nuchter)

Autobiografische kunst is een tautologie. (uit: Zul je me altijd graag zien?)

'Vrijheid is het kiezen van een gevangenis'. (idem)

Eenarmigen moeten elkaar helpen bij het applaudiseren. (idem)

'Beter een naaste buur met een café dan een verre vriend met een spraakgebrek en de telefooneerziekte. (idem)

Seks is een stomme aprilgrap die later nooit ongedaan is gemaakt. Iemand heeft vergeten te roepen: "Sorry! het was maar om te lachen. (uit: Humo, 12/3/1996)

Mijn vader heeft ooit beweerd dat geheugenverlies erfelijk is, maar ik kan me niet herinneren in welke context hij dat beweerde, en waarom precies. (uit: Humo, 20/8/1996)

Een boekenbeurs zonder mij is als een Hubert Lampo zonder pamper aan. (uit: Humo, 5/11/1996)

Het leven beschouw ik als een dansfeest voor kreupelen. (uit: Humo, 9/7/1996)

'Alle grote uitvindingen zijn door depressieve mensen gedaan. Een mens kan maar creatief zijn als hij een negatieve ingesteldheid heeft. (uit: Humo, 18/2/1997)

Geef al uw geld aan de arme mensen... als zij hetzelfde doen heb je het morgen misschien al terug. (uit: Het oude nieuws van deze tijden)

Een drankprobleem, dat is het probleem dat er geen drank in huis is. (uit: Ex-schrijver)

De Honderdjarige oorlog was hét evenement van die eeuw. (uit: Dagboek van een vermoeide egoïst)

Wie trouwt met een kutwijf, is zelf ook niet zuiver op de graat. (uit: Vlucht voor mij)

Er is een Arabisch spreekwoord dat zegt: 'Wie voor het laatst gepist heeft, zal niet lang meer leven.' (uit: Vrouwen met een IQ)