CD: Colour Of Fire - Pearl Necklace

Goed, de cd zelf. Nummer 1. Robot Rock. Dit nummer begint direct vol gas. Meteen de vetste gitaren van het album, die een enkeling bij het beluisteren zal afschrikken. Met een beetje goede wil zou het zelfs Stone Rock kunnen noemen. Hopelijk kan deze review dat verhoeden! Bij “The Exile”, nummer 2, is het wel direct merkbaar dat er toch even met Placebo is getoerd. Er komen wat riffjes voorbij, maar al snel slaat de band toch een andere kant op. Zo nu en dan dubbele zang, die ligt doet denken aan At The Drive In en tegenwoordig vooral de Mars Volta, al moet ik erg oppassen met zulke vergelijkingen. Straks wordt Tool er nog bijgehaald om de opbouw aan te geven, het zou me wat zijn. Dat gaat trouwens ook niet op, zo enorm goed is het ook weer niet. Een beetje Cave In misschien? Denk aan At The Drive In en Cave In, maar haal dan de treble van de gitaren ervan af en je komt al aardig in de buurt. “A Couple Of Reasons” laat meer de kracht van de band horen. Basloopje, zuivere, heldere zang en dan pas een vette gitaarsound eronder. Het is de afwisseling, vaak afkeurend emocore genoemd maar dat doet te weinig eer aan, maar ik geloof niet dat er eigenlijk ook maar één band is die die benaming tof vindt. Dan de single, “Italics”, welke voor een klein bedrag via de website te verkrijgen is. Weer de Placebo-achtige start, waar het gelukkig niet bij vandaan komt. Dubbele zang, tempowisselingen en het schreeuwende stemgeluid zoals bekend van Cedric Bixler.


“9 Volter” is duidelijk het minste nummer. Alsof het verplicht is een nummer te hebben met de naam van je band erin, liefst geheel in Britpop stijl. Snel door naar “Images of You”, een rustig nummer wat het akoestisch zeer goed zou doen. Een soort ballad dus, waarbij de zang regelmatig de kopstem gebruikt. Mooi. Het zou de volgende single kunnen zijn, ware niet dat “A Pearl Necklace For Her Majesty” een sterker nummer is. Een stevig nummer, waar van het haast metalachtige refrein erg blijft hangen. Een ware tornado. Gelukkig gevolgd door een rustig nummer, wat wel erg braaf overkomt. Niet het slechtste nummer, dat niet. Wel het nummer wat vreemd afsteekt bij de rest. Deze maakt als brave rock de meeste kans om de volgende single worden, helaas.

Nee, geef mij dan maar “Second Class Citizen”. Weer een lekker tempo met een pakkend refreintje. Ach verrek maar, de betere emocore. “Hatemail” valt ook wel een beetje onder die noemer. Veel meer woorden zijn niet nodig, het wachten is meteen om het laatste en het sterkste nummer van de plaat genaamd “The Company Won’t Colour Me”. Alleen al dit nummer is reden genoeg om ze op Lowlands of Pukkelpop een bezoek te vereren. Rustig introotje, gitaartje, hoge stem en langzaam de drum. Langzaam worden de gitaren aangezwengeld om tot een nummer te komen dat een aandachtige luisteraar in een soort trance zal brengen. De titel wordt als een mantra herhaald zonder te vervelen, de muziek voert naar een climax in de stijl van Motorpsycho´s “Hey Jane”. 4:40, veel te kort. Dit nummer wordt live ongetwijfeld een langdurige jamsessie waarbij de band zich geheel gaat uitleveren. Iets anders kan alleen maar tereurstellend zijn.