'Het interesseert me geen ruk wie je vrienden zijn'

De aangeklaagde huisarts was op Hemelvaartdag werkzaam op de Huisartsenpost. Klager en zijn echtgenote kwamen met hun 3-jarig zoontje met een snij-/scheurwond in de wang. Het consult escaleerde dusdanig dat de behandeling werd overgedragen aan een andere huisarts.

Reden klachten
Klager en zijn echtgenote vroegen de huisarts of de wond niet beter kon worden behandeld door een plastisch chirurg. De huisarts gaf te kennen dat hij de wond wel kon hechten. Klager wilde zijn zoontje geruststellen door hem te zeggen dat het niet zou bloeden en geen pijn zou doen. Verweerder acht het mogelijk dat hij toen heeft gezegd dat zij niet moesten liegen tegen hun kind.

Toen klager zich afvroeg of er geen alternatief was voor het hechten van de wond en daarbij liet weten dat hij vrienden had in het medische circuit antwoordde de huisarts: “Het maakt mij geen ruk uit wie jouw vrienden zijn, ik ben hier de huisarts en bepaal wat er gebeurt.” De moeder van patiëntje heeft daarop aangegeven dat zij niet meer door verweerder geholpen wilde worden.

Een collega-huisarts wilde aanvankelijk ook de wond hechten, maar zag daarvan af omdat het kind te veel tegenstribbelde. Vervolgens mislukte het plakken van de wond omdat de barst direct openging bij het huilen van het kind. Daarop is patiëntje doorverwezen naar de afdeling spoedeisende hulp. Daar werd hij met medicatie gekalmeerd, waarna de wond is behandeld door de chirurg met een hechtpleister. De huisarts erkent dat het consult niet goed is verlopen en de communicatie met klager spaak liep.

Oordeel Tuchtcollege Zwolle
Het college stelt voorop dat hechten de eerste keus was en het meeste perspectief bood op een fraai herstel. De klacht dat de huisarts op lichtvaardige wijze de meest traumatische behandeling heeft voorgesteld slaagt dus niet.

Ook de klacht over het ontbreken van informed consent (het informeren van de ouders ter verkrijging van hun toestemming voor de behandeling) slaagt niet. Het college heeft geen reden de huisarts niet te volgen in zijn betoog dat hij juist bij patiënten met allochtone achtergrond gewend is uitgebreide informatie te geven, maar dat het daarvan in dit geval niet is gekomen omdat het gesprek snel escaleerde.

De klacht inzake de bejegening slaagt wel. Voor zover het al nodig was klager aan te spreken op zijn opmerking dat het niet zou bloeden en geen pijn zou doen, behoorde dat niet te gebeuren met de bewoording dat hij niet moest liegen. En al helemaal ongepast was zijn opmerking dat het hem geen ruk interesseerde wie de vrienden van klager waren.

Opgelegde maatregel
Klager heeft in het kader van de tuchtklacht zijn excuses aangeboden. Het had hem echter gesierd als hij eerder, al dan niet via de manager van de huisartsenpost, een gesprek had aangeboden. Gelet hierop kan een maatregel niet achterwege blijven. Er volgt een waarschuwing met de kanttekening dat dit een neutrale constatering is dat het niet goed is gedaan, zonder dat er sprake is van een ernstige fout.